15 juni 2020

200615 - Van chaos en hoe achteraf alles zo simpel is

De pandemie, veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV-2, lijkt in bepaalde streken in de wereld ingedamd, op andere andere plekken lijkt het einde nog ver weg.
Op plekken waar de uitbraak flink gereduceerd is, denkt menigeen dat er niets meer aan de hand is, en dat de maatregelen zo snel mogelijk helemaal weg moeten.
Daarbij komt er steeds meer kritiek op de, ook in eerste instantie, genomen maatregelen om de pandemie te beteugelen, doch die, op z'n minst, erger hebben voorkomen. Het was een overval door een onbekende vijand met veel vernietigingskracht, waaraan acuut weerwerk moest worden geboden. Zoiets schept een chaotische situatie.

Deel van Sketch of the Cynefin framework,
Edwin Stoop, Sketching Maniacs uit Wikipedia

Die kritiek gaat vaak uit van simplificaties, in de orde van: "er vallen nu bijna geen doden meer, dus het virus is verdwenen, allemaal wel erg overdreven gedoe geweest dus."
Bij die simplificaties dacht ik aan de Volkskrant-column van 4 april van Jasper van Kuijk, met een uitleg over het nemen van beslissingen in verschillende situaties, van simpel, via gecompliceerd en complex, tot chaotisch.
Hij begint begint als volgt: "In de coronacrisis zijn alle voorspellingen boterzacht, is niets zo veranderlijk als ‘de feiten’ en spreken experts elkaar tegen. Een gekmakende onzekerheid. Merkwaardig genoeg gaf het me wat rust toen ik me realiseerde hoe deze onzekerheid nu eenmaal hoort bij complexe systemen, zoals gedefinieerd in het Cynefin-raamwerk. Dit raamwerk helpt bestuurders om beslissingen te nemen en maakt onderscheid tussen simpele, gecompliceerde, complexe en chaotische situaties.
Simpele systemen zijn stabiel, eenvoudig en er zijn duidelijke oorzaak-gevolgrelaties, die voor iedereen te doorgronden zijn. Zoals een schaar. In gecompliceerde systemen zijn er ook oorzaak-gevolgrelaties, maar om die te snappen heb je experts nodig. Denk bijvoorbeeld aan de motor van je auto."


Afbeeldingen uit de Volkskrant column van Jasper van Kuijk

Er zou van alles fout zijn gegaan, wat inherent is aan complexe en chaotische situaties, vooral op logistiek en communicatief gebied schat ik.
Achteraf beschouwd zou het kunnen dat minder drastische maatregelen voldoende zouden zijn geweest, maar daar staat tegenover dat de wetenschap ook nu nog steeds onvoldoende weet over de eigenschappen van het virus, zoals de bron en de overdracht, en er nog geen afdoende remedie is om het virus effectief onschadelijk te maken: een gewapende moordenaar die in een hoek gedreven is, is nog steeds een gewapende moordenaar. En dat blijft hij tot hij ontwapend en onschadelijk gemaakt is.

Uiteraard begrijp ik dat deze crisis verstrekkende gevolgen heeft voor de economie, en voor de "gewone zorg".
De andere kant is, dat de gevolgen van eerdere grote pandemieën blijkbaar vergeten zijn, of worden gebagatelliseerd als onvergelijkbaar vanwege de toegenomen wetenschappelijke kennis. Weliswaar groeit onze kennis waarschijnlijk sneller dan destijds, doch ook nu hebben we voorlopig te maken met een gemaskerde, onberekenbare vijand.
Als het ongevaarlijk was zou je kunnen lachen om al die zelfuitgevonden nieuwe deskundigen, die vanuit een heel andere stiel ineens viroloog, epidemioloog en microbioloog zijn geworden, en menen te moeten oordelen over de genomen en nog te nemen maatregelen.
Ik heb de indruk dat er als regel in dat oordeel veel variabelen zijn weggelaten uit gebrek aan specifieke kennis, en dat er veel opportunisme en eigenbelang in verwerkt zit.

En wie de term "dor hout" heeft geopperd, bestempel ik bij dezen als "rottend fruit", dat het begrip solidariteit alleen in eigen voordeel uitlegt.
In een discussie schermde iemand voortdurend met het argument "dat er nog maar een heel kleine kans is op besmetting", en dat dus "alles open moet". Ik gaf een voorbeeld - in een pak suiker van 1 kg zitten ca. 1 miljoen korrels. Stel dat je weet dat er één dodelijke korrel in zit, durf jij dan een schep van die suiker in je eten of drinken te doen? Kansberekening als dilemma, maar ik wacht nog steeds op een antwoord.

Ik kende de theorie van het Cynefin-raamwerk niet, maar het sprak me onmiddellijk aan. Het gaf me associaties met situaties uit mijn werk als elektronica- en software-ontwerper. Je krijgt een aantal wilde ideeën op je bordje, waarvan de opdrachtgever hooggespannen verwachtingen heeft. Daar moet je dan als ontwerper een goed functionerend, complex systeem van maken met allerlei samenwerkende apparaten vol software.
Trek die lijn maar even door naar IT-projecten. Als dat bij de overheid is, worden de mislukkingen te zijner tijd breed uitgemeten, bedrijven zullen er minder mee te koop lopen.

Zie ook: A Leader’s Framework for Decision Making door David J. Snowden (de bedenker van het Cynefin-framework) en Mary E. Boone, Harvard Business Review, November 2007.

07 juni 2020

200606 - Geloof en het mysterie van de explosieve lantaarnpaal

Vandaag werd op Facebook een bericht geplaatst, door een vriendin ("V") uit een vroegere, inmiddels uiteengevallen vriendenkring. Het kernthema van die groep was: poëzie. "V" en ik waren er vanaf het begin bij, Marijke kwam later.
Het bericht was een foto met begeleidende tekst, van "V"'s partner, die blij een boek bekeek dat zojuist was gearriveerd. Een amicale man, waarmee we niet vaak, maar wel prettig contact hadden.

Marijke had na lange tijd weer eens bij haar gelezen, en waardeerde dat bericht met een hartje. Niet lang daarna merkte Marijke dat er een reactie was bij haar, van "V".
Tot Marijke's verbazing bleek daar een woedende emoji aan gekoppeld te zijn, als reactie op een bericht dat ze geplaatst had op 26 mei, 11 dagen en 10 berichten geleden, met o.a. herinneringen aan de verjaardagen van haar ouders.
Laten we dus maar bij Marijke's oorspronkelijke bericht beginnen. Dat was een citaat uit een lang interview in de Varagids met actrice Beppie Melissen, en ze heeft het over zelfrelativering. Wij vonden het heel raak en humoristisch geformuleerd, en daarom maakte Marijke er een bericht van:


Meerdere mensen konden er wel iets mee, 7 duimpjes, 6 lachebekjes en 1 had waarschijnlijk medeleven met de lantaarnpaal. Kort na plaatsing was er al een textuele reactie gekomen van een andere vriendin:


En toen kwam vandaag dus die boze kop er bij. En nog een geschreven reactie:
RESPECTLOOS!!!


Marijke vond het woord "respectloos" meer van toepassing op de reactie van "V", en ze had het verwijderd. Terwijl ze een antwoord aan het typen was, merkte ze dat ze geblokkeerd was. De boze emoji was ook weg.

Vanaf onze kennismaking heb ik (en later Marijke ook) intensieve gesprekken gehad met "V". Ik vond dit toch wel raar allemaal, en stuurde haar het volgende bericht:


Een poosje later kwam het antwoord, waaruit ons inziens bleek dat "V" het oorspronkelijke bericht niet goed gelezen heeft. Zat haar nog iets dwars, dat ik in de gesprekken meer wist van de Bijbel en de kerk dan zij, er van kindsaf mee opgegroeid zijnde? En zou er nog een portie merkwaardige jaloezie mee kunnen spelen, want als Marijke hen in de winkel tegenkomt, gaat "V"s partner vaak even het gesprek aan, terwijl "V" haar niet meer dan een knikje waard acht - na alle vriendschappelijke contacten en ondersteuning:


Nou ja zeg, Marijke krijgt van haar ook heel weinig reacties! Terwijl ik een reactie begon te typen, viel de nieuwe tekst op mijn scherm ineens weg, en verscheen onder "V"s reactie, dat "deze persoon niet beschikbaar was op Messenger".
Tja, wat je met dwepend fanatisme, jaloezie en niet goed lezen kapot kunt maken...
Bijvoorbeeld (zelf)relativering en gevoel voor humor.