Als je je huis overhoop haalt kom je jezelf tegen. In dit geval in de vorm van iets dat ik schreef in ons toenmalige personeelsblad.
Ik werkte bij NIRA, een familiebedrijf dat oproepsystemen maakte voor zorginstellingen: een patiënt drukt op een knopje bij het bed en een verzorgende wordt met een "piepertje" opgeroepen. Nee, draagbare telefoons waren nog Science Fiction, 49 jaar geleden. In veel ziekenhuizen op deze wereld is personeel naar een patiënt geleid met installaties waaraan ik gewerkt heb.
Het was een populair blad, voor en door het personeel, met de titel: 't piepertje.
Ik schreef een reactie op een artikel van een oudere collega (toen jonger dan ik nu), die minder vleiend had geschreven over de populaire muziek van die tijd, en ik was nog vergaand allergisch voor klassieke muziek.
Nu, vele jaren verder, heb ik enkele jaren blogs geschreven over muziek, meest als bijdrage aan de bloggersgroep: "Zwijmelen op Zaterdag", waarbij dat zwijmelen niet al te strikt geïnterpreteerd moet worden.
Grappig hoe ik destijds schreef over muziek, en bijzonder om te zien dat de actualiteit van toen nu vergeten is, zoals de Indiaas-Pakistaanse Oorlog van 1971, die ik aanstipte. Niet dat die regio sindsdien altijd rustig was. Het Instituut voor Sonologie is geen onderdeel meer van de Universiteit van Utrecht, maar opgenomen in het Haags Conservatorium. De Moog synthesizer was een nieuw fenomeen.
De slogan van ons bedrijf was: "Communicatie is fundamenteel". Dat vond ik een mooie voorzet voor de kop boven mijn artikel: MUZIEK = COMMUNICATIE = EEN LEVENSNOODZAAK. Ik maakte zelf een passende tekening bij mijn epistel. De redactie maakte een mooie kop:
Het prilste begin van muziek was al communicatie: "zingen" om het tempo aan te geven bij het werk. Net als de menselijke samenleving zijn de communicatievormen ingewikkelder en gevarieerder geworden.
Muziek is een middel om te zeggen wat je niet zeggen kunt: om tot uitdrukking te brengen wat je voelt, of te voelen wat iemand anders uitdrukt.
Nog vaak ontmoet je (vriendelijke, dat wel) mensen die menen dat muziek beelden moet oproepen van rozegeur en maneschijn. Het misleidend maanlicht heeft echter al veel mensen doen kennismaken met het stekelig milieu, waaraan deze rozegeur ontspruit.
Ook wordt dit genot tegenwoordig door andere luchtjes verdrongen.
In deze snel veranderende wereld zijn al veel "Vaststaande Waarheden" van hun voetstuk gevallen of geduwd en dit is terug te vinden op muzikaal gebied.
Meestal worden die nieuwe soorten muziek niet direct mooi gevonden, maar wat is mooi?
In een opera of ballet kan iemand "heel mooi doodgaan", maar hoe kun je iemand "mooi" dood laten gaan, als je net op de T.V. hebt gezien hoe in Oost-Pakistan om genade smekende mensen genadeloos worden afgemaakt, de lijken overal ln het rond liggen en mensen kreperen van de honger?
Omdat met de traditionele muziek dit niet tot uitdrukking te brengen was, zijn er nieuwe mogelijkheden gezocht. Er worden b.v. andere harmonische samenstellingen toegepast; instrumenten worden op een andere manier bespeeld, of aangepast; en er ontstaan nieuwe, klankvormende toestanden die vaak iets met elektronika te maken hebben.
Vooral bij experimentele- en popmuziek wordt gretig gebruik gemaakt van elektronische mogelijkheden.
Met wat je "muziek-computers" zou kunnen noemen, b.v. de "Moogsynthesizer", kunnen allerlei bestaande klanken geïmiteerd en nieuwe opgewekt worden.
Er zijn studio's voor elektronische muziek (b. v. Rijksuniversiteit Utrecht,' instituut voor sonologle), waar met elektronisch opgewekte of bewerkte (jawel, eerst gewoon opgenomen met een bandrecorder) klanken worden samengesteld tot een muziekstuk.
Soms worden computers gebruikt om muziek "uit te rekenen" (ook voor traditionele instrumenten) of om de ingewikkelde studio-apparatuur te bedienen. Uiteraard is veel van deze muzikale nieuwigheid een kwestie van "even wennen", maar vergeet niet dat ook een viool, gitaar of piano hulpmiddelen zijn om klanken op te wekken, die weer gebruikt kunnen worden om muziek samen te stellen.
Misschien zal deze muziek mijn oor strelen, en bij U aankomen als een oorvijg, of andersom; net als bij andere vormen van communicatie reageert "iedereen op zijne wijs."
24 september 2021
20 september 2021
210919 - Sir Clive Sinclair, uitvinder
Ik las dat Sir Clive Sinclair een paar dagen geleden op 81-jarige leeftijd is overleden.
Hij was voor mij al lang uit beeld, maar dit bericht raakt me toch. Het was een uitvinder die, zoals wel wordt beweerd, zijn tijd te ver vooruit was. En dat is een reden waarom ik zijn naam nog niet vergeten was, en onmiddellijk een paar van zijn bijdragen aan de mensheid in beeld had. Het eerste dat ik zag van zijn tot product uitgewerkte uitvindingen, was zijn reeks kleine computers voor persoonlijk gebruik. Eerst de ZX80, opgevolgd door de ZX81 en de ZX Spectrum, telkens een stapje verder in de techniek. Menigeen maakte daarmee voor het eerst kennis met een computer.
De eerste twee zijn veelvuldig als bouwpakket door enthousiaste, nieuwsgierige hobbyisten aangeschaft en opgebouwd. De ZX80 werd uitgebracht in 1980, en de gebruikte microprocessor was de Z80, die ik beroepshalve ook toegepast heb in ontwerpen voor communicatie-apparatuur. Dat was mijn kennismaking met het toepassen van microprocessors, begin jaren '80.
Er zijn ook een paar patenten waar mijn naam op staat vermeld als uitvinder, maar dat valt in het niet bij de activiteiten van Sir Clive: hij beperkte zich niet tot één vakgebied, en hij had ook een eigen bedrijf om zijn uitvindingen aan de man te brengen.
Een ontwerp waarmee hij echt zijn tijd te ver vooruit was, was zijn elektrische driewielige fiets, de C5. Dat werd commercieel een flop, maar het beeld dat hij dat ranke karretje demonstreerde is me bijgebleven.
Later bedacht hij de kleinste vouwfiets, naar de letter die het lijkt uit te beelden, A-Bike genoemd, met meer succes. Daarvan is inmiddels ook een elektrisch exemplaar op de markt.
Hij was voor mij al lang uit beeld, maar dit bericht raakt me toch. Het was een uitvinder die, zoals wel wordt beweerd, zijn tijd te ver vooruit was. En dat is een reden waarom ik zijn naam nog niet vergeten was, en onmiddellijk een paar van zijn bijdragen aan de mensheid in beeld had. Het eerste dat ik zag van zijn tot product uitgewerkte uitvindingen, was zijn reeks kleine computers voor persoonlijk gebruik. Eerst de ZX80, opgevolgd door de ZX81 en de ZX Spectrum, telkens een stapje verder in de techniek. Menigeen maakte daarmee voor het eerst kennis met een computer.
De eerste twee zijn veelvuldig als bouwpakket door enthousiaste, nieuwsgierige hobbyisten aangeschaft en opgebouwd. De ZX80 werd uitgebracht in 1980, en de gebruikte microprocessor was de Z80, die ik beroepshalve ook toegepast heb in ontwerpen voor communicatie-apparatuur. Dat was mijn kennismaking met het toepassen van microprocessors, begin jaren '80.
Er zijn ook een paar patenten waar mijn naam op staat vermeld als uitvinder, maar dat valt in het niet bij de activiteiten van Sir Clive: hij beperkte zich niet tot één vakgebied, en hij had ook een eigen bedrijf om zijn uitvindingen aan de man te brengen.
Een ontwerp waarmee hij echt zijn tijd te ver vooruit was, was zijn elektrische driewielige fiets, de C5. Dat werd commercieel een flop, maar het beeld dat hij dat ranke karretje demonstreerde is me bijgebleven.
Later bedacht hij de kleinste vouwfiets, naar de letter die het lijkt uit te beelden, A-Bike genoemd, met meer succes. Daarvan is inmiddels ook een elektrisch exemplaar op de markt.