06 juni 2013

Mooi weer en iets spannends en poëtisch

De Laudermarke. Iets in dat gebied trekt mij aan; iets spannends, iets poëtisch, een geheimzinnige kracht. Sinds ik een wat grotere actieradius heb door mijn racefiets, vanaf 1990, ben ik daar regelmatig geweest.

Dat heeft ook te maken met de voorspelde windrichting: ik ga bij voorkeur tegen de wind in weg. Zo ook gisteren. Het werd een rondje van 82,5 kilometer, en toch deels een buitenlandse trip. Nu is dat niet zo opzienbarend. Hemelsbreed wonen we zo'n 10 á 15 km van de grens.

Als eerste noviteit nam ik de fietsroute langs de heruitgevonden beek de Runde. Geen spijt van, maar ook geen foto's - geen fototoestel mee, anders blijf je bezig.
Dichtbij het oude klooster in Ter Apel nam ik de kortste route naar het Ruiten-A kanaal, richting Laudermarke. De natuur is momenteel schitterend, en daar helemaal: een weelde van boterbloemen, brem, fluitekruid, koolzaad, zuring, en nog veel meer, overal om je heen!
En ja, het was lang geleden dat díe omgeving die me inspireerde voor een gedicht over een thema waar ik niets mee heb: biljart. Dat thema was toen de maandopdracht in onze dichtersgroep, geopperd door een deelnemer die verslaafd was aan die sport.

Kort daarvoor was mijn zelfbeeld iets gegroeid, door een ontmoeting tijdens een feestelijke, muzikale dag in mijn woonplaats, met een aardige jongedame. Ja, echt wel volwassen, ik ben geen kinderlokker; ook was ik nog getrouwd, maar ik kan met de hand op mijn hart verklaren dat ik niet ontrouw geweest ben en hierover heel open ben geweest.
Ze had ongeveer de leeftijd van mijn kinderen, maar was hevig geïnteresseerd toen ze hoorde dat ik gedichten schreef. We hadden gesprekken die ik al lang niet meer had meegemaakt. Dat streelde mijn ego, en toen ik de volgende dag door de Laudermarke fietste, vond ik de inspiratie voor dit gedicht:

Biljart, Libre

Was het een meesterhand of
de geluksstoot van een
onbedreven speler die
zigzag langs de harde banden
ons klikkend samenbracht
in een aarzelende carambole

Ach, mocht dit laken velden zijn
met geur van drogend hooi
waar heuphoog fluitekruid
de grens vervaagt van banden


Dit gedicht staat in mijn 14 jaar oude bundel: "Hoeveel vormen kent vuur", de eerste dichtbundel uitgegeven door Gopher Publishers. De afbeeldingen hebben helaas niet meer de oorspronkelijke kwaliteit omdat dat drukproces niet rendabel te krijgen was, en deze "on demand" uitgeverij naar een andere drukker gegaan is.

Ik denk steeds: misschien is die inspiratie wel mede te danken aan het feit dat Kees Stip zijn laatste 23 jaren in de Laudermarke heeft gewoond.
Een dame die regelmatig meedeed aan onze poëzie-podia, vertelde over de bemoeienissen van Kees Stip met haar dichtersgroep uit die omgeving.

Ik kwam op een kruising, waar ik kon kiezen om linksaf te gaan naar Sellingen en daarmee de kortste weg naar huis, of rechtdoor naar Bourtange - die bezienswaardige vesting - maar wel veel meer kilometers naar huis, of rechtsaf Duitsland in langs de Hassebergerweg. In een opwelling koos ik voor dat laatste: al een tijdje niet meer gedaan, terwijl ik vóór de openstelling van de grenzen veel gebruik had gemaakt van de "groene grensovergangen".
Nu was mijn gedachte: als ik zo dicht mogelijk langs de grens blijf gaan, maak ik niet teveel kilometers extra, en fiets ik door een mooi gebied.

Nu zijn in Duitsland de verharde landwegen wel verhard, maar ze lijken vaak op een lapjesdeken. Hobbelen dat het een lieve lust is, en een racefiets heeft geen vering. Grappig is, dat veel fietspaden, als die er zijn, gladder zijn dan de hoofdrijbaan.
In Hasselbrock zag ik ineens een bordje dat de Ruiten-A fietsroute aangaf. Zover gaat de internationale samenwerking al! Die route kon nooit ver van de grens af gaan, dus die heb ik een eind gevolgd.

Voor het verorberen van mijn proviand zoek ik onderweg plekjes waar ik even rustig kan zitten. Ik was zo'n plek al voorbij toen ik het zag, en als ideaal beoordeelde. Ik zat goed en wel, toen een auto met Nederlands nummerbord al half die plek in draaide, toen toch maar verder ging.
Overigens lopen sommige fietsroutes in Duitsland over smalle fietspaden langs autowegen die, erg saai, steeds rechtdoor gaan. Ook al is het landschap verder zeer aangenaam.

Toen er een afslag kwam van de Ruiten-A route waarvan ik het gevoel had dat het me te snel terugbracht op mijn heenweg (kennis van de omgevingskenmerken: een windmolenpark waar ik vorig jaar al eens naartoe gefietst was voor onderzoek naar de geluidsoverlast), ben ik rechtdoor gegaan.
In deze omgeving zijn ook de beruchte Emslandkampen geweest. Darvan ben ik me steeds bewust als ik in deze omgeving fiets of rijdt, zonder de precieze gegevens te kennen.

Bij Rütenbrock zag ik later een weggetje, waarvan ik dacht dat het me naar een bekend punt zou leiden. Niet dus: ik kwam op een "bauernhof" terecht, die ik maar gewoon ben overgestoken naar de openbare weg aan de andere kant, en vandaar naar huis gefietst langs nog een voormalige "groene grensovergang", dus alleen voor bewoners van het grensgebied. Daartoe heb ik mezelf al heel lang gerekend.

Al met al was het, met dit mooie weer, een prachtige fietsttocht!

4 opmerkingen:

  1. Een inspirerend stuk, Dwarsbongel. Aan de grens wonen heeft ook zo zijn voordelen. Daar waar ik woon, drijf je al na 20 kilometer in zee. Vooral zo'n beetje avonturieren lijkt me leuk, je weet maar nooit wat je tegen komt. Maar fiets ik niet meer graag alleen. Samen is gezelliger.

    Mooi gedicht trouwens. Het hart was warmbloedig toen je het maakte.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hee Dwarsbongel, wat leuk dat jij die CD ook kent. Nu heb ik alles van the Carterfamily en alles wat er zo ongeveer omheen hangt, dus deze ook. Leuk dat je hem plaatst.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Zo zo, dat was een hele trip. Dat doe ik je niet na. Maar met mooie natuur om je heen en gedichten in het hoofd zul je wel minder last van vermoeidheid hebben.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Fietsen in de natuur, wat kan er mooier zijn?

    BeantwoordenVerwijderen