07 juni 2017

170606 - Een mooi Pinksterweekend

Wat doe je als het Pinksteren is en mooi weer? Wij zijn er beide dagen op uit geweest, rondtoeren. Zondag was de voorspelling dat het westelijk beter weer zou zijn dan oostelijk in het land. We kozen de Frieslandroute als aanloop. Door omleidingsborden raakten we een beetje de weg kwijt, maar dat vinden we in zo'n geval niet erg. Sight-seeing komen we vanzelf weer ergens goed terecht; hoezo navigatie gebruiken?

In Appelscha was een markt, waar we even rondliepen. Uiteraard snuffelen bij een boekenkraam, kletsen met de eigenaar, en toch een (oud) boek mee: "Een Vacantie op de Friesche Wateren" door J. Kleefstra, "Uitgaaf der Maatschappij van Goede en Goedkope Lectuur - Amsterdam".
We hadden nog niet voldoende trek om iets te nuttigen, dus trokken we verder.

Langs voor ons onbekende weggetjes kwamen we bij het Fochteloërveen, een van de prachtige Drentse natuurgebieden.


Ik dacht op een gegeven moment ganzen te horen en zag een zestal vogels vliegen, maar dat was niet de vlucht van ganzen. Ik herinnerde me op een bord te hebben gelezen dat er kraanvogels in het gebied verblijven. Kraanvogels zijn zeldzaam in Nederland. Ze hebben een spanwijdte van twee meter, maar ze waren te ver weg om ze zelfs met de verrekijker goed te zien.
Wel zag ik even later iets roods in het gras en was blij dat Marijke, die voor me liep, er niet per ongeluk op trapte. Het was een St. Jacobsvlinder (niet te verwarren met de St. Jansvlinder), en dat wist ik omdat ik er twee jaar geleden op Schiermonnikoog ook een had gefotografeerd en een link kreeg van Mark Scheper (binnenkort meer over hem).


Soms zie je een boom die intrigeert. Deze staat solitair langs het pad, en op de weg terug zie je dat het op de vingers van een hand lijkt, en de boom gemolesteerd lijkt. Blikseminslag? Maar hij staat nog fier overeind.


We reden langs onbekende weggetjes verder en kwamen in Veenhuizen terecht. Eerder was het niet best als je "in Veenhuizen terecht kwam". Er is daar het Gevangenismuseum, en met onze Museumkaart bij ons, besloten we er eens te gaan kijken.


Er is ook behoorlijk rekening gehouden met interessante dingen voor kinderen:


Na doorlopen van de hele collectie komen we via het restaurant buiten, en kunnen we naar de luchtplaats en het celblok.


In dat celblok zijn veel variaties van celdeuren van veel gevangenissen en cachots uit de loop der tijd te zien.


Er is een isolatiecel te zien. Marijke neemt er plaats. Met haar tas en mobiele telefoon, wat in de praktijk nooit zal mogen…!


Maar welke moraliserende opschriften er ook gebruikt werden, wat zou je voelen als je in zo'n cel zit, alleen of vanwege ruimtegebrek met z'n tweeën (klikt dat?)


Ik ben nog even teruggelopen. Vrijwel aan het begin stond een martelwerktuig tentoongesteld, dat ik in eerste instantie te walgelijk vond. Er spreekt een ongelooflijk wrede "creativiteit" uit: in 9 slagen met zo'n op de achtergrond getoonde ijzeren staaf werden van een veroordeelde alle ledematen "bijzonder efficiënt" kapot geslagen. Er volgde een "genadeslag". Wat is zo wreed dat je wreder geweest kunt zijn, om deze absurd geperfectioneerde marteling te "verdienen" in een "beschaafd" land als het onze?




In de (voor ons) vroege morgen van tweede Pinksterdag bedachten we dat we wel eens naar de tentoonstelling konden gaan kijken in Museum de Oude Wolden, waarover we Hemelvaartsdag hadden gehoord. Bellingwolde is niet zo heel ver weg, en het museum bleek op een locatie te liggen waar we meermaals onachtzaam voorbij waren gereden, ondanks herinneringen door spontane contacten in dat dorp.


Er is een zaal met de vaste expo van Lodewijk Brückman, realistisch fijnschilder met een hang naar het magisch realisme.


Ons hoofddoel was de tentoonstelling "Trillingen" van kunstenaarsvereniging VANTYNAARLO, en dan met name het werk van onze vriendin Tobi van Ringen (we waren er Hemelvaartsdag).


Marijke poseerde bij, en fotografeerde het werk van Tobi, een installatie en twee grafische werken.


De dunne draden met loodjes van Tobi's installatie, "Laterale lijnen", geven, samen met de verlichting, op de vloer een mooi lijnenspel.


Vanuit het restaurant / ontvangstzaal heb je een fraai uitzicht, Marijke genoot er bij vertrek buiten nog even van.


De gastheer van het museum vertelde honderduit over Bellingwolde. Ook over de Magnuskerk, waar we al eens uitgebreid binnen mochten rondkijken. Hij vertelde dat het gebouw naast de kerk vroeger een nonnenklooster is geweest. Maar de nonnen mochten niet buiten komen, dus was er een tunnel naar de kerk…


En op de losstaande toren zijn sporen te zien waar de soldaten van Bommen Berend hun pijlpunten scherpten langs de muur.
Met een rondje door het weidse Groninger landschap gingen we daarna huiswaarts, om na te genieten van twee mooie dagen.


1 opmerking:

  1. Prachtige foto's en verhalen van jullie vruchtbare pinksterweekend, Gauke. Heel leerzaam ook.

    BeantwoordenVerwijderen