Kijkend naar Daar was laatst op RTV Drenthe, met vader en dochter Harm en Willemien Dijkstra, hoorde ik een bekende naam noemen uit een, voor mij, ver verleden: Roelof Sieben.
Drie jaar lang, van 1957 tot 1960, woonde ik tegenover hem, met zijn Winkel van Sinkel, zoals wij dat wel eens noemden. Een beetje vreemde man vond ik, waar ik niet meer contact mee gehad heb dan dat ik er een of twee keren in de winkel geweest ben. Een beetje morsige man met van die hele dikke brilleglazen.
Pas nu ontdek ik dat hij schrijver was, en dat we allebei in dat dikke boek staan: Drentse Literatuurgeschiedenis deel ll – Waor roet en blommen wortel schiet in ’t veld van dr. Henk Nijkeuter over de naoorlogse geschiedenis van de Drentse letterkunde.
Zo zie je maar weer, dat je het verleden wel kunt vergeten, maar dat het verleden jou niet vergeet, en hoe je dan soms iets te weten kunt komen waarvan je in de verste verte geen vermoeden had.
De puber die ik toen was had nooit gedacht dat hij schrijven als hobby had, met zijn slechte gezichtsvermogen (hij blijkt geleden te hebben aan een progressieve oogziekte), en dat hij ooit iets anders gedaan had dan die winkel runnen, en dat hij ooit ergens anders gewoond had dan in Aalden… (voor outsiders: Aalden en Zweeloo worden vaak samen Zweeloo genoemd)
Roelof Sieben bleek veel aan te merken te hebben op het "onechte Drentse volkslied", dat begint met "Ik heb u lief mijn heerlijk landje", iets dat een oprechte Drent nooit zo zou zeggen, en waarvan de schrijver, Jan Uilenberg, nadien ook nog een besmet blazoen kreeg: fout in de oorlog.
Op de Groen van Prinstererschool in Emmen hebben we het wel geleerd - meester Garssen, iemand met altijd een twinkeling in de ogen, zei een keer tegen een klasgenoot: "Ik heb het wel gehoord, Joop, jij zong: ik heb u lief mijn heerlijk Antje!"
Naar verluidt is Antje later in Aalden gaan wonen, maar niet met Joop..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten