In de loop der tijd heb ik Gerrit
Komrij leren waarderen als een bijzonder mens, belezen en zeer
taalvaardig. Uitermate actief in zijn veelzijdige bezigheden. En
zonder remmingen bij het verwoorden van zijn meningen. Dat heeft mijn
bewondering voor hem opgebouwd.
Mijn eerste kennismaking met Gerrit
Komrij was via TV. Hij was door Sonja Barend uitgenodigd vanwege iets
dat hij geschreven had. Ik was nog behoorlijk naïef - ik wist nog
niets van homosexualiteit. Dat kun je je nu niet meer voorstellen van
kinderen ouder dan 6 jaar, maar destijds was dat onder volwassenen
nog een steels besproken onderwerp.
Sonja had wel vaker van die
reprimandes, zoals over de reclame voor een deodorant voor "de
derde oksel".
Gerrit zal wel, op zijn niets
ontziende manier, iets gemopperd hebben over feministes; ik kon nu
niets terugvinden op het web over het voorval. Ik herinner me de
uitdrukking, omdat die mij toen, als keurig gereformeerd opgevoed
jongmens, trof als zeer shocking - dat zóiets zomaar op TV
gezegd kon worden: "de onwelriekende gleuven-brigade..."
Tijdens Sonja's reprimande zat Gerrit er bij als een stout jongetje,
dat van de juf onder uit de zak kreeg.
Later heb ik een boekje gekocht, dat
heet: 't Zal je gezegd worden - venijn en vitriool, schimpscheuten
en schofferingen uit heden en verleden. (Ik hou wel van citaten)
Mopperen en schelden doen we dagelijks,
maar hierin zijn voorbeelden te vinden hoe dat op een soms geniale
manier gedaan kan worden. Uiteraard staan er een paar van Gerrit
Komrij in.
Eentje, om in stijl met het voorgaande
te blijven:
"Sadomasochisten en Nederlandse
dichters hebben één ding gemeen: ze kunnen geen lach verdragen. Ze
doen alles met heilige, verbeten ernst. Met hogepriesterlijk
toewijding, en een gezicht dat op onweer staat, bevestigen ze een
dozijn wasknijpers aan een vagina of tien dubbele bodems aan de
taalschat. Er kan geen glimlachje
af."
Toen ik dat gelezen had, hield ik er
rekening mee als ik probeerde gedichten te schrijven.
Soms reageerde iemand op Komrij. Ook
uit dat boekje:
Heere Heerema voelde zich door
Komrij beledigd en nam wraak. Zijn straf: het naar Komrij vernoemen -
in een van zijn 'Zwaarmoedige verhalen' - van een tot louter
droefheid en afkeer inspirerende gemeentewijk: 'Het was erg. Nog
erger dan hij verwacht had. De treurige benepenheid van het Geurt
Komrij-kwartier was wurgend.'
Ik zou bijna zeggen
"uiteraard" (ik ben een tijdlang behoorlijk actief geweest
als zelfbenoemd dichter) heb ik de door Gerrit Komrij samengestelde
bloemlezing van Nederlandse poëzie van de 12de tot de 20ste eeuw in
huis. Graven in mijn herinnering leert me, dat die drie dikke boeken
hoorden bij het winnen van de 'Taalronde' in 1997, de wedstrijd die
verbonden was aan de Taaltheaternacht in Emmen. Maar anders had ik ze
wel gekocht.
Verder heb ik niet
veel uit het omvangrijke oeuvre van Komrij gelezen. Gewoon niet
genoeg tijd gehad naast het noodzakelijke. 'Dit helse moeras'
(1986) heb ik in mijn boekenkast staan. Lang geleden gelezen,
waardevol bevonden om te bewaren. Op de achterflap:
'Onbaatzuchtig en met grote
opofferingsgezindheid trekt Gerrit Komrij in Dit helse moeras van
leer tegen de spookrijders van de geest. En als rode draad loopt de
bekommernis om de taal, de deernis met de woordendoor elke
aanval,elke inval, elk divertissement en elke aanklacht heen.'
Op die achterflap
ook een citaat uit een recensie van Battus (Hugo Brandt Corstius,
waarvan ik diverse werken koester): 'Als Komrij zijn nonsensproza
bundelt zal hij in één klap kampioen in dit genre blijken te zijn.'
Van iemand die naar mijn idee gewaagd is aan Komrij, lijkt dit me een
onnavolgbaar compliment.
Mooi stuk; graag gelezen.
BeantwoordenVerwijderenMooie bijdrage!
BeantwoordenVerwijderen