Ik verbaas me al lang over de UFO-gelovigen, grotendeels samenvallend met de kaste van complotdenkers.
Ja, ik ben heel geïnteresseerd geweest in het onderwerp UFO's en andere "onverklaarbare waarnemingen". Maar net als de religieuze levensbeschouwing die mij met de paplepel is ingegeven, hebben die onderwerpen bij mij de toets der kritiek niet ongeschonden overleefd.
Ook de SF-litera- danwel lectuur is zeer zeker wel aan mij besteed. Er is een parallel: creativiteit van de menselijke geest.
Waar de SF&Fantasy zich gewoon voordoet als pure fictie, claimen allerlei soorten gelovigen non-fictie te verkondigen. Deze vorm van non-fictie lijkt mij echter een voortbouwen op eerdere, soms antieke, creativiteit bij het verklaren van onbegrepen waarnemingen van de menselijke geest, die kan "waarnemen" buiten de zintuigen om.
Zoals in een droom gebeurtenissen worden gecombineerd, die als enige samenhangende factor hebben dat ze de hersenen van die dromer hebben aangedaan, zonder dat daartussen een chronologische of andere rationele of logische verbinding bestaat.
Ik las dat het Britse ministerie van Defensie alle geheime documenten over UFO's online heeft gezet en de hotline voor UFO-meldingen gesloten: er is in het 50-jarig bestaan van het departement geen bewijs gevonden voor het bestaan van buitenaardse wezens of ruimteschepen. De hotline leverde geen bijdrage aan de veiligheid van het land. Ook kostte het veel tijd om alle 'tips' te behandelen.
Voorbeeld: in 2009 was er een recordaantal meldingen, waarschijnlijk doordat Chinese lantarens (die brandgevaarlijke vliegende heteluchtlampions) toen een trend waren.
Discussie nu tussen UFO-gelovige en criticus:
U - Al het belangrijke materiaal wordt geheimgehouden.
C - Als het geheim gehouden wordt, hoe weet jij dat dan? Zie je, simpele logica brengt je véél verder dan alleen observatie. ;)
U - Door waar te nemen en je gezond verstand gebruiken. Logica is pas van toepassing na de observatie, ofwel het lezen van een webpagina.
De complotdenkende UFO-gelovigen zullen nu absoluut hun mening niet herzien, maar eerder een bevestiging zien dat (alle, maar vooral hun eigen) regeringen samenwerken met aliëns! Vooral voor geobsedeerde fanatici is het onmogelijk om ongelijk te erkennen.
Het is mij duidelijk dat de werking van de menselijke geest nog verre is van volledige ontraadseling...
26 juni 2013
24 juni 2013
130624 - Niklas - Berlustconi
Vandaag na zijn veroordeling zei Berlusconi: "Ik heb helemaal geen sex met een minderjarige gehad, want ze zei dat ze 24 was, en ik heb alleen deze vinger gebruikt! En jullie zijn een rechtbank van linkse vrouwen die mij uit de politiek willen hebben, maar ik zal jullie terugpakken!"
21 juni 2013
Niklas - 130621 - Titswobble Road
Een straatnamenbesluit uit het Australische New South Wales trekt aandacht in de hele wereld.
Er blijken daar "Down under" een aantal curieuze of zelfs aanstootgevende straatnamen in gebruik te zijn, die gefatsoeneerd zullen worden. Ofschoon de Curly Dick Road mag blijven vanwege de "historische waarde", mag de Titswobble Road, elders ook Titswobble Drive genoemd, niet blijven.
Ik heb even gezocht, maar de exacte locatie niet gevonden. Wel twee plaatsnamen: Tuncurry en Forster.
Ik denk dat het een informele benaming is, die blijkens foto's op een forum, aan de praktijk is ontleend.
Maar ik kan me voorstellen dat een dergelijke straatnaam deining veroorzaakt...
Er blijken daar "Down under" een aantal curieuze of zelfs aanstootgevende straatnamen in gebruik te zijn, die gefatsoeneerd zullen worden. Ofschoon de Curly Dick Road mag blijven vanwege de "historische waarde", mag de Titswobble Road, elders ook Titswobble Drive genoemd, niet blijven.
Ik heb even gezocht, maar de exacte locatie niet gevonden. Wel twee plaatsnamen: Tuncurry en Forster.
Ik denk dat het een informele benaming is, die blijkens foto's op een forum, aan de praktijk is ontleend.
Maar ik kan me voorstellen dat een dergelijke straatnaam deining veroorzaakt...
20 juni 2013
Van heartige klassieker via Australische floeper naar Nederlol en terug
Via FB-vriend Tsead Bruinja, dichter, ontdekte ik een andere versie van een van mijn favoriete songs aller tijden. Nu uitgevoerd door een band die nooit echt binnen mijn gezichtsveld was gekomen, maar bij het nalezen van de beschikbare info toch geluidsfragmenten uit mijn geheugen naar boven bracht.
Het nummer staat op een LP (inderdaad, nog vinyl), die ik heel lang geleden ruilde met een collega voor Nursery Rhymes van Jaap Dekker. Kinderliedjes gespeeld door een Boogiewoogie-pianist. Leuke muziek, goed gespeeld, maar meer aangeschaft als curiositeit.
Collega was snel uitgekeken op zijn aankoop: Led Zeppelin IV met o.a. Stairway to Heaven en The Battle of Evermore, met zangeres Sandy Denny in duet met Robert Plant. Dit album heeft, na al die jaren, voor mij nog niets van zijn waarde verloren.
Led Zeppelin is gestopt, kort na het op 32-jarige leeftijd overlijden van drummer John Bonham.
Wel zijn er later enkele concerten geweest met op drums Jason Bonham, de zoon van John, die blijkbaar naadloos paste bij de overgebleven bandleden.
Jaarlijks worden in het Kennedy Centre mensen gëeerd voor de bijdrage met hun gehele oeuvre aan de Amerikaanse cultuur. In 2012 eerde president Obama onder anderen Led Zeppelin. De drie overgebleven leden van de band zaten in de zaal bij toespraken van Obama, en bij een sprankelende vertolking van Stairway to Heaven door Heart, de band rond de zussen Ann en Nancy Wilson.
Deze uitvoering van die klassieker vond ik een oprecht eerbetoon; de emoties van de drie ouwe rockers werden mooi in beeld gebracht. Ik was geraakt, zowel door die beelden als door die nog altijd geweldige muziek in deze uitvoering.
Later reageerde bij Tsead, met een knipoog neem ik aan, René Wubbolts met een versie van Rolf Harris. Ik zou daar verder geen aandacht aan besteed hebben, als dat geen klik gaf naar een bijna vergeten periode.
De naam Rolf Harris maakte contact met de periode dat ik in de kost was bij mijn grootouders, tijdens mijn eerste echte baan. Daarmee ontsnapte ik ook (na 3 jaar) de dagelijkse, heftige confrontaties met mijn stiefvader. 's Avonds zat ik op mijn kamer te studeren of te knutselen, en luisterde dan naar de Engelse uitzending van Radio Luxemburg. Ooit kwam daar ook de Australiër Rolf Harris voorbij.
Hij bracht toen Tie Me Kangaroo Down, Sport, waarvan deze versie op JoetJoep nog het 4e couplet bevat, dat beledigend is voor Aboriginals, ontdek ik nu.
Hij gebruikte toen ook al het "wobble board". Daarbij wordt de eigenschap van een dunne plaat gebruikt: plaatwerkers zeggen dan: "daar zit de floep in". Rolf gebruikt dat effect op een ritmische manier, maar door op een bepaalde onregelmatig te schudden met een dunne metalen plaat, werd voor hoorspelen e.d. op die manier het geluid van onweer gesimuleerd.
Toen ik Marijke dit verhaal vertelde, en probeerde een regel voor te zingen om haar herinnering te voeden, kwam zij met: Op een kangoeroe eiland, Cocktail Trio. Op deze versie wordt blijkbaar ook een wobble board gebruikt.
Nee, dan toch maar terug naar Led Zeppelin. De band die ontstond toen Jimmy Page als enige overbleef van de Yardbirds en er nog contracten moesten worden afgewerkt; de groep die drie fenomenale gitaristen voortbracht: Eric Clapton, Jeff Beck en Jimmy Page.
Van Stairway to Heaven zijn veel covers gemaakt, waarvan sommige betreurenswaardig. Uiteenlopende grote sterren zoals o.a. Slim Whitman, Frank Zappa en Dolly Parton hebben hun eigen interpretatie vervaardigd.
In een interview legt Robert Plant de betekenis van Stairway to Heaven uit.
Tijdens het eerbetoon hield president Obama een humoristische toespraak.
Hier vind je wetenswaardigheden over de song en hier de tekst met de muziek er bij: scroll naar onder en klik op "Meer weergeven". Tijdens het luisteren kun je dan meelezen.
Voor wie van drumsolo's houdt, is hier een link naar een versie van de legendarische solo Moby Dick van John Bonham, en hier, dank zij de techniek, naar een gezamenlijk optreden van zoon Jason en vader John Bonham.
Vader en zoon allebei drummer.
Mijn vader was van timmerman van de Ambachtsschool doorgegroeid naar bouwkundig opzichter via schriftelijke cursussen, en overleed nog jonger dan John Bonham. Ik ben van LTS Electro via schriftelijke cursussen doorgegroeid naar hoofdontwerper digitale elektronica en programmeur, maar dat bestond toen nog niet.
Nou ja, op stage heb ik ooit sleuven in muren gehakt voor elektrische leidingen. Met hamer en beitel. Ook ritmisch geklop...
Ik luister nog even naar de perfecte uitvoering van The Battle of Evermore met de ook al veel te jong overleden Sandy Denny.
Het nummer staat op een LP (inderdaad, nog vinyl), die ik heel lang geleden ruilde met een collega voor Nursery Rhymes van Jaap Dekker. Kinderliedjes gespeeld door een Boogiewoogie-pianist. Leuke muziek, goed gespeeld, maar meer aangeschaft als curiositeit.
Collega was snel uitgekeken op zijn aankoop: Led Zeppelin IV met o.a. Stairway to Heaven en The Battle of Evermore, met zangeres Sandy Denny in duet met Robert Plant. Dit album heeft, na al die jaren, voor mij nog niets van zijn waarde verloren.
Led Zeppelin is gestopt, kort na het op 32-jarige leeftijd overlijden van drummer John Bonham.
Wel zijn er later enkele concerten geweest met op drums Jason Bonham, de zoon van John, die blijkbaar naadloos paste bij de overgebleven bandleden.
Jaarlijks worden in het Kennedy Centre mensen gëeerd voor de bijdrage met hun gehele oeuvre aan de Amerikaanse cultuur. In 2012 eerde president Obama onder anderen Led Zeppelin. De drie overgebleven leden van de band zaten in de zaal bij toespraken van Obama, en bij een sprankelende vertolking van Stairway to Heaven door Heart, de band rond de zussen Ann en Nancy Wilson.
Deze uitvoering van die klassieker vond ik een oprecht eerbetoon; de emoties van de drie ouwe rockers werden mooi in beeld gebracht. Ik was geraakt, zowel door die beelden als door die nog altijd geweldige muziek in deze uitvoering.
Later reageerde bij Tsead, met een knipoog neem ik aan, René Wubbolts met een versie van Rolf Harris. Ik zou daar verder geen aandacht aan besteed hebben, als dat geen klik gaf naar een bijna vergeten periode.
De naam Rolf Harris maakte contact met de periode dat ik in de kost was bij mijn grootouders, tijdens mijn eerste echte baan. Daarmee ontsnapte ik ook (na 3 jaar) de dagelijkse, heftige confrontaties met mijn stiefvader. 's Avonds zat ik op mijn kamer te studeren of te knutselen, en luisterde dan naar de Engelse uitzending van Radio Luxemburg. Ooit kwam daar ook de Australiër Rolf Harris voorbij.
Hij bracht toen Tie Me Kangaroo Down, Sport, waarvan deze versie op JoetJoep nog het 4e couplet bevat, dat beledigend is voor Aboriginals, ontdek ik nu.
Hij gebruikte toen ook al het "wobble board". Daarbij wordt de eigenschap van een dunne plaat gebruikt: plaatwerkers zeggen dan: "daar zit de floep in". Rolf gebruikt dat effect op een ritmische manier, maar door op een bepaalde onregelmatig te schudden met een dunne metalen plaat, werd voor hoorspelen e.d. op die manier het geluid van onweer gesimuleerd.
Toen ik Marijke dit verhaal vertelde, en probeerde een regel voor te zingen om haar herinnering te voeden, kwam zij met: Op een kangoeroe eiland, Cocktail Trio. Op deze versie wordt blijkbaar ook een wobble board gebruikt.
Nee, dan toch maar terug naar Led Zeppelin. De band die ontstond toen Jimmy Page als enige overbleef van de Yardbirds en er nog contracten moesten worden afgewerkt; de groep die drie fenomenale gitaristen voortbracht: Eric Clapton, Jeff Beck en Jimmy Page.
Van Stairway to Heaven zijn veel covers gemaakt, waarvan sommige betreurenswaardig. Uiteenlopende grote sterren zoals o.a. Slim Whitman, Frank Zappa en Dolly Parton hebben hun eigen interpretatie vervaardigd.
In een interview legt Robert Plant de betekenis van Stairway to Heaven uit.
Tijdens het eerbetoon hield president Obama een humoristische toespraak.
Hier vind je wetenswaardigheden over de song en hier de tekst met de muziek er bij: scroll naar onder en klik op "Meer weergeven". Tijdens het luisteren kun je dan meelezen.
Voor wie van drumsolo's houdt, is hier een link naar een versie van de legendarische solo Moby Dick van John Bonham, en hier, dank zij de techniek, naar een gezamenlijk optreden van zoon Jason en vader John Bonham.
Vader en zoon allebei drummer.
Mijn vader was van timmerman van de Ambachtsschool doorgegroeid naar bouwkundig opzichter via schriftelijke cursussen, en overleed nog jonger dan John Bonham. Ik ben van LTS Electro via schriftelijke cursussen doorgegroeid naar hoofdontwerper digitale elektronica en programmeur, maar dat bestond toen nog niet.
Nou ja, op stage heb ik ooit sleuven in muren gehakt voor elektrische leidingen. Met hamer en beitel. Ook ritmisch geklop...
Ik luister nog even naar de perfecte uitvoering van The Battle of Evermore met de ook al veel te jong overleden Sandy Denny.
09 juni 2013
Techniek, dictee en Dick's kunst
Als 's morgens de koffie was gebracht, was de vaste grap dat we Dick, die aan het eind van de gang zat, naar de koffiehoek riepen: "Koffie, Dick!". Evenzo 's middags: "Dick, thee!". Hij kwam er dan aan met een brede glimlach.
Vrijdag vernam ik dat een bijzondere (vroegere) collega is overleden: Dick Nederveen . Hij is ruim 84 jaar geworden. Toen ik de gegevens narekende, verbaasde ik me er over dat hij maar 14 jaar ouder was dan ik: gevoelsmatig was het verschil veel groter.
Vakmatig had ik weinig met Dick te maken. Techniek kent zóveel richtingen!
De band werd anders toen we in een tijdelijk gebouw in twee kantoortjes naast elkaar kwamen te zitten in een afgezonderde hoek. Voor alle andere collega's ging je na de ingang linksaf, voor ons tweeën ging je rechtsaf.
Ook toonde ik meer interesse voor kunst dan de gemiddelde collega, dus gingen onze gesprekken daar nogal eens over.
Hij had techniek als beroep, maar ik betwijfel of hij zich niet méér kunstenaar voelde. Met zo'n sterke artistieke interesse word je, in zo'n technische omgeving, al gauw aangekeken als een beetje apart. Ook al zit je tussen hoger opgeleide mensen op een ontwikkelingsafdeling, maar misschien is de welwillendheid daar wel iets groter.
Dick was degene die plaatsing van kunst in het bedrijf coördineerde, als eenpersoonscommissie. Zelden kwam er kritiek, maar was dat omdat de productiemedewerkers (daarvan waren er het meest) het mooi vonden, of omdat ze geen tijd hadden er echt aandacht aan te besteden?
Daar filosofeerden we dan bijvoorbeeld over.
Hij vertelde me soms wat hem bezig hield in zijn artistieke werk. Hij was niet een man van één stijl of één kunststroming of één techniek. Het experiment was hem een genoegen.
Op een pagina bij zijn kunstvrienden zegt hij, dat hij "allerlei kunstenaars bewondert die hun werk met aandacht maken." Hij noemt niet alleen Rembrandt en Vincent van Gogh, maar ook de Toyisten, opgericht in Emmen door Dejo, en Paul Meijering, (die woont hier in de straat), bekend van de realistische schilderijen van coryfeeën uit sport en muziek.
De VUT-leeftijd was toen 60 jaar, maar Dick had een unieke functie in ons bedrijf, en daarom bleef hij op dringend verzoek van de directie nog een paar jaar doorgaan. Hij vond zijn vak leuk genoeg!
Toch was hij niet in alles een voorloper of meeloper: hij weigerde consequent om nog met een computer te leren werken - hij had als enige op de locatie nog een elektromechanische typemachine.
Voor de afscheidreceptie van zijn afdeling (waar ik niet toe behoorde), heb ik een toespraakje voor hem geschreven dat vol zat met (toen actuele) computertermen, waarvan sommige aanwezigen verbaasd met de oren geklapperd zullen hebben, dat Dick die zomaar uit zijn mouw schudde.
Dat is inmiddels alweer zo'n 20 jaar geleden. Ik heb Dick sindsdien niet meer ontmoet en meende jaren geleden via een gezamenlijke kennis al gehoord te hebben dat hij "uit de tijd" was, zoals wij Drenten overledenen aanduiden.
Dick is in Rotterdam geboren. Of hij met de verhuizing van het oorspronkelijke familiebedrijf vanuit die omgeving meegekomen is naar Emmen, of later gekomen is, weet ik niet. Ik weet wel dat Dick, in tegenstelling tot de schrik die veel Randstedelingen koesteren voor deze "barre uithoek van het land", hij hier helemaal zijn draai gevonden had.
Emmen, als "slechtste stad om te wonen", onder andere vanwege de vermeende cultuurarmoede, had voor Dick dan wel de cursussen van Edith Stoel (later ook onze goede vriendin), de AKE en SOUZA te bieden, waarin hij zich artistiek kon uitleven, en het bedrijf waar hij behalve met zijn technologische kennis ook iets zinvols met zijn artistieke gevoel en talent heeft kunnen doen!
Nu ik zelf ruim de vroegere VUT-grens ben gepasseerd, denk ik elke morgen nog aan Dick.
Hij vertelde ooit dat hij tot zijn vreugde weer zijn broek kon aantrekken zonder te gaan zitten: hij was aan gymnastiek gaan doen. Ik merk nu aan den lijve wat hij bedoelde!
Vrijdag vernam ik dat een bijzondere (vroegere) collega is overleden: Dick Nederveen . Hij is ruim 84 jaar geworden. Toen ik de gegevens narekende, verbaasde ik me er over dat hij maar 14 jaar ouder was dan ik: gevoelsmatig was het verschil veel groter.
Vakmatig had ik weinig met Dick te maken. Techniek kent zóveel richtingen!
De band werd anders toen we in een tijdelijk gebouw in twee kantoortjes naast elkaar kwamen te zitten in een afgezonderde hoek. Voor alle andere collega's ging je na de ingang linksaf, voor ons tweeën ging je rechtsaf.
Ook toonde ik meer interesse voor kunst dan de gemiddelde collega, dus gingen onze gesprekken daar nogal eens over.
Hij had techniek als beroep, maar ik betwijfel of hij zich niet méér kunstenaar voelde. Met zo'n sterke artistieke interesse word je, in zo'n technische omgeving, al gauw aangekeken als een beetje apart. Ook al zit je tussen hoger opgeleide mensen op een ontwikkelingsafdeling, maar misschien is de welwillendheid daar wel iets groter.
Dick was degene die plaatsing van kunst in het bedrijf coördineerde, als eenpersoonscommissie. Zelden kwam er kritiek, maar was dat omdat de productiemedewerkers (daarvan waren er het meest) het mooi vonden, of omdat ze geen tijd hadden er echt aandacht aan te besteden?
Daar filosofeerden we dan bijvoorbeeld over.
Hij vertelde me soms wat hem bezig hield in zijn artistieke werk. Hij was niet een man van één stijl of één kunststroming of één techniek. Het experiment was hem een genoegen.
Op een pagina bij zijn kunstvrienden zegt hij, dat hij "allerlei kunstenaars bewondert die hun werk met aandacht maken." Hij noemt niet alleen Rembrandt en Vincent van Gogh, maar ook de Toyisten, opgericht in Emmen door Dejo, en Paul Meijering, (die woont hier in de straat), bekend van de realistische schilderijen van coryfeeën uit sport en muziek.
De VUT-leeftijd was toen 60 jaar, maar Dick had een unieke functie in ons bedrijf, en daarom bleef hij op dringend verzoek van de directie nog een paar jaar doorgaan. Hij vond zijn vak leuk genoeg!
Toch was hij niet in alles een voorloper of meeloper: hij weigerde consequent om nog met een computer te leren werken - hij had als enige op de locatie nog een elektromechanische typemachine.
Voor de afscheidreceptie van zijn afdeling (waar ik niet toe behoorde), heb ik een toespraakje voor hem geschreven dat vol zat met (toen actuele) computertermen, waarvan sommige aanwezigen verbaasd met de oren geklapperd zullen hebben, dat Dick die zomaar uit zijn mouw schudde.
Dat is inmiddels alweer zo'n 20 jaar geleden. Ik heb Dick sindsdien niet meer ontmoet en meende jaren geleden via een gezamenlijke kennis al gehoord te hebben dat hij "uit de tijd" was, zoals wij Drenten overledenen aanduiden.
Dick is in Rotterdam geboren. Of hij met de verhuizing van het oorspronkelijke familiebedrijf vanuit die omgeving meegekomen is naar Emmen, of later gekomen is, weet ik niet. Ik weet wel dat Dick, in tegenstelling tot de schrik die veel Randstedelingen koesteren voor deze "barre uithoek van het land", hij hier helemaal zijn draai gevonden had.
Emmen, als "slechtste stad om te wonen", onder andere vanwege de vermeende cultuurarmoede, had voor Dick dan wel de cursussen van Edith Stoel (later ook onze goede vriendin), de AKE en SOUZA te bieden, waarin hij zich artistiek kon uitleven, en het bedrijf waar hij behalve met zijn technologische kennis ook iets zinvols met zijn artistieke gevoel en talent heeft kunnen doen!
Nu ik zelf ruim de vroegere VUT-grens ben gepasseerd, denk ik elke morgen nog aan Dick.
Hij vertelde ooit dat hij tot zijn vreugde weer zijn broek kon aantrekken zonder te gaan zitten: hij was aan gymnastiek gaan doen. Ik merk nu aan den lijve wat hij bedoelde!
06 juni 2013
Mooi weer en iets spannends en poëtisch
De Laudermarke. Iets in dat gebied trekt mij aan; iets spannends, iets poëtisch, een geheimzinnige kracht. Sinds ik een wat grotere actieradius heb door mijn racefiets, vanaf 1990, ben ik daar regelmatig geweest.
Dat heeft ook te maken met de voorspelde windrichting: ik ga bij voorkeur tegen de wind in weg. Zo ook gisteren. Het werd een rondje van 82,5 kilometer, en toch deels een buitenlandse trip. Nu is dat niet zo opzienbarend. Hemelsbreed wonen we zo'n 10 á 15 km van de grens.
Als eerste noviteit nam ik de fietsroute langs de heruitgevonden beek de Runde. Geen spijt van, maar ook geen foto's - geen fototoestel mee, anders blijf je bezig.
Dichtbij het oude klooster in Ter Apel nam ik de kortste route naar het Ruiten-A kanaal, richting Laudermarke. De natuur is momenteel schitterend, en daar helemaal: een weelde van boterbloemen, brem, fluitekruid, koolzaad, zuring, en nog veel meer, overal om je heen!
En ja, het was lang geleden dat díe omgeving die me inspireerde voor een gedicht over een thema waar ik niets mee heb: biljart. Dat thema was toen de maandopdracht in onze dichtersgroep, geopperd door een deelnemer die verslaafd was aan die sport.
Kort daarvoor was mijn zelfbeeld iets gegroeid, door een ontmoeting tijdens een feestelijke, muzikale dag in mijn woonplaats, met een aardige jongedame. Ja, echt wel volwassen, ik ben geen kinderlokker; ook was ik nog getrouwd, maar ik kan met de hand op mijn hart verklaren dat ik niet ontrouw geweest ben en hierover heel open ben geweest.
Ze had ongeveer de leeftijd van mijn kinderen, maar was hevig geïnteresseerd toen ze hoorde dat ik gedichten schreef. We hadden gesprekken die ik al lang niet meer had meegemaakt. Dat streelde mijn ego, en toen ik de volgende dag door de Laudermarke fietste, vond ik de inspiratie voor dit gedicht:
Dit gedicht staat in mijn 14 jaar oude bundel: "Hoeveel vormen kent vuur", de eerste dichtbundel uitgegeven door Gopher Publishers. De afbeeldingen hebben helaas niet meer de oorspronkelijke kwaliteit omdat dat drukproces niet rendabel te krijgen was, en deze "on demand" uitgeverij naar een andere drukker gegaan is.
Ik denk steeds: misschien is die inspiratie wel mede te danken aan het feit dat Kees Stip zijn laatste 23 jaren in de Laudermarke heeft gewoond.
Een dame die regelmatig meedeed aan onze poëzie-podia, vertelde over de bemoeienissen van Kees Stip met haar dichtersgroep uit die omgeving.
Ik kwam op een kruising, waar ik kon kiezen om linksaf te gaan naar Sellingen en daarmee de kortste weg naar huis, of rechtdoor naar Bourtange - die bezienswaardige vesting - maar wel veel meer kilometers naar huis, of rechtsaf Duitsland in langs de Hassebergerweg. In een opwelling koos ik voor dat laatste: al een tijdje niet meer gedaan, terwijl ik vóór de openstelling van de grenzen veel gebruik had gemaakt van de "groene grensovergangen".
Nu was mijn gedachte: als ik zo dicht mogelijk langs de grens blijf gaan, maak ik niet teveel kilometers extra, en fiets ik door een mooi gebied.
Nu zijn in Duitsland de verharde landwegen wel verhard, maar ze lijken vaak op een lapjesdeken. Hobbelen dat het een lieve lust is, en een racefiets heeft geen vering. Grappig is, dat veel fietspaden, als die er zijn, gladder zijn dan de hoofdrijbaan.
In Hasselbrock zag ik ineens een bordje dat de Ruiten-A fietsroute aangaf. Zover gaat de internationale samenwerking al! Die route kon nooit ver van de grens af gaan, dus die heb ik een eind gevolgd.
Voor het verorberen van mijn proviand zoek ik onderweg plekjes waar ik even rustig kan zitten. Ik was zo'n plek al voorbij toen ik het zag, en als ideaal beoordeelde. Ik zat goed en wel, toen een auto met Nederlands nummerbord al half die plek in draaide, toen toch maar verder ging.
Overigens lopen sommige fietsroutes in Duitsland over smalle fietspaden langs autowegen die, erg saai, steeds rechtdoor gaan. Ook al is het landschap verder zeer aangenaam.
Toen er een afslag kwam van de Ruiten-A route waarvan ik het gevoel had dat het me te snel terugbracht op mijn heenweg (kennis van de omgevingskenmerken: een windmolenpark waar ik vorig jaar al eens naartoe gefietst was voor onderzoek naar de geluidsoverlast), ben ik rechtdoor gegaan.
In deze omgeving zijn ook de beruchte Emslandkampen geweest. Darvan ben ik me steeds bewust als ik in deze omgeving fiets of rijdt, zonder de precieze gegevens te kennen.
Bij Rütenbrock zag ik later een weggetje, waarvan ik dacht dat het me naar een bekend punt zou leiden. Niet dus: ik kwam op een "bauernhof" terecht, die ik maar gewoon ben overgestoken naar de openbare weg aan de andere kant, en vandaar naar huis gefietst langs nog een voormalige "groene grensovergang", dus alleen voor bewoners van het grensgebied. Daartoe heb ik mezelf al heel lang gerekend.
Al met al was het, met dit mooie weer, een prachtige fietsttocht!
Dat heeft ook te maken met de voorspelde windrichting: ik ga bij voorkeur tegen de wind in weg. Zo ook gisteren. Het werd een rondje van 82,5 kilometer, en toch deels een buitenlandse trip. Nu is dat niet zo opzienbarend. Hemelsbreed wonen we zo'n 10 á 15 km van de grens.
Als eerste noviteit nam ik de fietsroute langs de heruitgevonden beek de Runde. Geen spijt van, maar ook geen foto's - geen fototoestel mee, anders blijf je bezig.
Dichtbij het oude klooster in Ter Apel nam ik de kortste route naar het Ruiten-A kanaal, richting Laudermarke. De natuur is momenteel schitterend, en daar helemaal: een weelde van boterbloemen, brem, fluitekruid, koolzaad, zuring, en nog veel meer, overal om je heen!
En ja, het was lang geleden dat díe omgeving die me inspireerde voor een gedicht over een thema waar ik niets mee heb: biljart. Dat thema was toen de maandopdracht in onze dichtersgroep, geopperd door een deelnemer die verslaafd was aan die sport.
Kort daarvoor was mijn zelfbeeld iets gegroeid, door een ontmoeting tijdens een feestelijke, muzikale dag in mijn woonplaats, met een aardige jongedame. Ja, echt wel volwassen, ik ben geen kinderlokker; ook was ik nog getrouwd, maar ik kan met de hand op mijn hart verklaren dat ik niet ontrouw geweest ben en hierover heel open ben geweest.
Ze had ongeveer de leeftijd van mijn kinderen, maar was hevig geïnteresseerd toen ze hoorde dat ik gedichten schreef. We hadden gesprekken die ik al lang niet meer had meegemaakt. Dat streelde mijn ego, en toen ik de volgende dag door de Laudermarke fietste, vond ik de inspiratie voor dit gedicht:
Biljart, Libre
Was het een meesterhand of
de geluksstoot van een
onbedreven speler die
zigzag langs de harde banden
ons klikkend samenbracht
in een aarzelende carambole
Ach, mocht dit laken velden zijn
met geur van drogend hooi
waar heuphoog fluitekruid
de grens vervaagt van banden
Was het een meesterhand of
de geluksstoot van een
onbedreven speler die
zigzag langs de harde banden
ons klikkend samenbracht
in een aarzelende carambole
Ach, mocht dit laken velden zijn
met geur van drogend hooi
waar heuphoog fluitekruid
de grens vervaagt van banden
Dit gedicht staat in mijn 14 jaar oude bundel: "Hoeveel vormen kent vuur", de eerste dichtbundel uitgegeven door Gopher Publishers. De afbeeldingen hebben helaas niet meer de oorspronkelijke kwaliteit omdat dat drukproces niet rendabel te krijgen was, en deze "on demand" uitgeverij naar een andere drukker gegaan is.
Ik denk steeds: misschien is die inspiratie wel mede te danken aan het feit dat Kees Stip zijn laatste 23 jaren in de Laudermarke heeft gewoond.
Een dame die regelmatig meedeed aan onze poëzie-podia, vertelde over de bemoeienissen van Kees Stip met haar dichtersgroep uit die omgeving.
Ik kwam op een kruising, waar ik kon kiezen om linksaf te gaan naar Sellingen en daarmee de kortste weg naar huis, of rechtdoor naar Bourtange - die bezienswaardige vesting - maar wel veel meer kilometers naar huis, of rechtsaf Duitsland in langs de Hassebergerweg. In een opwelling koos ik voor dat laatste: al een tijdje niet meer gedaan, terwijl ik vóór de openstelling van de grenzen veel gebruik had gemaakt van de "groene grensovergangen".
Nu was mijn gedachte: als ik zo dicht mogelijk langs de grens blijf gaan, maak ik niet teveel kilometers extra, en fiets ik door een mooi gebied.
Nu zijn in Duitsland de verharde landwegen wel verhard, maar ze lijken vaak op een lapjesdeken. Hobbelen dat het een lieve lust is, en een racefiets heeft geen vering. Grappig is, dat veel fietspaden, als die er zijn, gladder zijn dan de hoofdrijbaan.
In Hasselbrock zag ik ineens een bordje dat de Ruiten-A fietsroute aangaf. Zover gaat de internationale samenwerking al! Die route kon nooit ver van de grens af gaan, dus die heb ik een eind gevolgd.
Voor het verorberen van mijn proviand zoek ik onderweg plekjes waar ik even rustig kan zitten. Ik was zo'n plek al voorbij toen ik het zag, en als ideaal beoordeelde. Ik zat goed en wel, toen een auto met Nederlands nummerbord al half die plek in draaide, toen toch maar verder ging.
Overigens lopen sommige fietsroutes in Duitsland over smalle fietspaden langs autowegen die, erg saai, steeds rechtdoor gaan. Ook al is het landschap verder zeer aangenaam.
Toen er een afslag kwam van de Ruiten-A route waarvan ik het gevoel had dat het me te snel terugbracht op mijn heenweg (kennis van de omgevingskenmerken: een windmolenpark waar ik vorig jaar al eens naartoe gefietst was voor onderzoek naar de geluidsoverlast), ben ik rechtdoor gegaan.
In deze omgeving zijn ook de beruchte Emslandkampen geweest. Darvan ben ik me steeds bewust als ik in deze omgeving fiets of rijdt, zonder de precieze gegevens te kennen.
Bij Rütenbrock zag ik later een weggetje, waarvan ik dacht dat het me naar een bekend punt zou leiden. Niet dus: ik kwam op een "bauernhof" terecht, die ik maar gewoon ben overgestoken naar de openbare weg aan de andere kant, en vandaar naar huis gefietst langs nog een voormalige "groene grensovergang", dus alleen voor bewoners van het grensgebied. Daartoe heb ik mezelf al heel lang gerekend.
Al met al was het, met dit mooie weer, een prachtige fietsttocht!
02 juni 2013
Niklas - 130602 - Wat één letter kan doen...
Heeft die Kimberley misschien gemeen met dhr. Van Rey,
dat ze allebei de vermoorde onschuld zijn?