In de jaren na de tweede wereldoorlog gonsde in de wereld het verwachtingsvolle nieuws over "atoomenergie". Een nieuwe, onuitputtelijke bron van energie, waarmee een duikboot op een blokje brandstof ter grootte van een luciferdoosje onder water de wereld rond kon varen, zo werd verteld.
Geen behoefte meer aan enorme ladingen steenkool of olie, dat was nog eens vooruitgang!
Het was de tijd dat ik op de Lagere School zat, en ik vond het heel interessant.
Radioactiviteit was toen nog geen algemeen gangbaar begrip, van de bommen op Japan werd vooral de verwoestende kracht besproken: goed dat ze gegooid waren, want zo waren die vuile Jappen op de knieën gedwongen.
Inmiddels zijn we zo'n zes decennia verder.
Mijn loopbaan begon bij het Natuurkundig Lab van de RUG, toen nog aan de Westersingel. Daar kwam ik als "leerling-bediende" in aanraking met radioactiviteit. Zo heb ik heel veel blokken lood van het formaat baksteen door het gebouw gesleept, die de wetenschappelijk medewerkers moesten beschermen tegen de straling van hun experimenten. Ik heb diaprojecties verzorgd bij colleges en geholpen bij het opbouwen van experimenteer-opstellingen, waarbij ik mijn nieuwsgierigheid heb proberen te bevredigen.
Ik heb staan grijnzen om twee motoragenten, die een transport radioactief afval moesten begeleiden. Ze hadden de Geigerteller gehoord toen de analist de straling van de vaten controleerde. Of ze horloges met lichtgevende wijzers hadden. Ze trokken wit weg toen de Geigerteller veel luider reageerde dan op het afval.
Door mijn werk kwam ik in alle vertrekken van het gebouw en droeg daarom ook een filmbadge, waarmee regelmatig werd gecontroleerd of ik niet teveel straling had opgevangen.
Ik kijk er op terug als de leukste periode, maar zonder veel perspectief.
Daarna werd ik "technisch assistent" bij de Cyclotron-groep. Ik bouwde apparatuur voor metingen, experimenten en besturingen. Deze groep werd later het Kernfysisch Versneller Instituut.
Ik ging naar een andere baan. Ik wou trouwen, maar woonruimte was schaars in Groningen. En ik kon aan het werk in Emmen, waar ik, idealistisch gesproken, via mijn vakgebied iets kon terugdoen voor ons zorgstelsel: signalerings- en oproepsystemen maken voor zorginstellingen.
Dat was tenminste het hoofdproduct. Vaak voldeed zelfs ons modulaire systeem niet aan de wensen van de klant. Dan maakten we een variant, of desnoods een speciaal systeem.
Het werd mijn specialisme, het maken van specialiteiten.
Zo maakte ik in het begin van de jaren 1970 ook een signaleringssysteem op klantenspecificatie. De order was binnengekomen via onze vertegenwoordiging in Frankrijk.
Dat project zwalkt nog regelmatig in mijn gedachten; dat komt door een onderwerp dat al geruime tijd in het nieuws is: de nucleaire ambities van Iran - werken ze nou aan een atoombom of zijn ze braaf alleen maar kernenergie aan het ontwikkelen?
Het was omstreeks de tijd dat de Pakistaanse kernfysicus Dr. Khan er vandoor ging met de kennis van Urenco's ultracentrifuges, waarmee uranium verrijkt kan worden. Men was er toen al bang voor, dat die kennis zou worden doorverkocht aan obscure regimes in de regio, die daarmee hun eigen atoomwapens zouden maken.
Toen ik het desbetreffende project klaar had en ingepakt stond om verscheept te worden, hoorde ik pas dat het voor een Frans bedrijf was, dat een kerncentrale in Iran ging bouwen. "Mijn" signaleringssysteem moest dienen voor het beveiligen van de installatie. Zowel het melden van storingen als bewakingssignalen moesten via het centrale paneel worden verwerkt.
Ik was woedend: 1) ik was tegen kernenergie en men had mij belazerd door dit niet te vertellen, en 2) ik vond dat een dergelijke toepassing niet met standaardmateriaal, maar alleen met het allerbeste mag worden uitgevoerd.
Eén troost: voor zover ik weet is het project uiteindelijk gestrand op politieke trammelant; de laatste sjah was nog aan de macht, en het spul is waarschijnlijk bij het grof vuil van de Franse afnemer beland.
Mijn tegenzin tegen kernenergie was gebaseerd op een uitspraak van één van de hoogleraren die ik persoonlijk had meegemaakt in mijn eerste baan, prof. dr. ir. Philip B. Smith. In mijn eigen woorden weergegeven: "Technische systemen zijn nooit onfeilbaar, en waar iets fout kan gaan, zal dat ooit gebeuren. Bij kernenergie zijn dan de gevolgen onacceptabel."
Niet dat ik twijfelde aan de integriteit van de andere hoogleraren, maar ze hadden niet allemaal dezelfde reserve: bij meningsvorming telt ook de persoonlijkheid mee, en praktische toepassing is iets fundamenteel anders dan fundamenteel wetenschappelijk onderzoek.
We zijn weer zo'n vier decennia verder, en we hebben een aantal grote kernrampen gehad: Harrisburg, Tsjernobyl, Fukushima.
Grote ongelukken van vóór Harrisburg hadden nauwelijks het "gewone" nieuws bereikt, zoals Chalk River, Windscale en Tsjeljabinsk.
Er waren al wel "roependen in de woestijn", zoals Karen Silkwood, die uit eigen waarneming bij haar werkgever misstanden bij de productie van nucleaire brandstof meldde en in 1974 onder verdachte omstandigheden verongelukte.
En in eigen land Herman Damveld, die in 1981 in het boek "Ongelukken met kernenergie" een indrukwekkende opsomming gaf van grote en kleine incidenten.
Wat bijna nooit ter sprake komt is, dat bij de winning van de basisgrondstof uranium ook, op een vreselijke manier, veel doden zijn gevallen.
Over de oudere rampen hoor je bijna nooit meer iets (wat niet wil zeggen dat er geen probleem meer is!), overtroffen als ze zijn door Fukushima.
Maar de ramp daar lijkt steeds gevaarlijker te worden, gezien de laatste berichten. Er werd zelfs beweerd dat de aarde bij een fout verloren kan gaan, maar dat wordt direct weer geweten aan foutieve berekeningen, en diverse media lijken het bericht spoedig te hebben verwijderd: het verhaal ging over reactor 4. Maar hebben die ze wel rekening gehouden met een kettingreactie, die ook andere reactoren van Fukushima meeneemt?
En intussen onderhandelt de hele wereld met Iran over zijn nucleaire programma.
Stel nou dat "mijn" systeem destijds toch aan Iran geleverd is door die Fransozen en ze het daar nu alsnog gebruiken, en er een ramp gebeurt? Ik hoop dat ik dan nooit de details zal weten...
Ik heb ooit in een laat op de avond telefoon radioprogramma, ik denk 35 jaar geleden gezegd “zolang we nog niet instaat zijn om zonder morsen olietankers van A naar B krijgen, begin dan niet aan kernenergie.
BeantwoordenVerwijderenGoed verhaal, in woord en het beeld wat je schets van de 'wetenschap' van de gevaren van het werken met atoom energie. Ik kan me de woede van je voorstellen toen je erachter kwam waar jij destijds jouw kostbare energie in had gestoken!
BeantwoordenVerwijderenJe zou niet de enige zijn. Vrijwel alle technische uitvindingen en vondsten worden op een dag door iemand verkeerd gebruikt.
BeantwoordenVerwijderen