Al voor ik 6 was, in 1949, leerde ik schrijven. Wij woonden bij opa en oma, en die waren allebei onderwijzer[es] geweest. Opa was gepensioneerd hoofd ener School met den Bijbel in een klein dorp, oma was er invalkracht geweest, naast het bestieren van het grote gezin, dat zich inmiddels over het land had verspreid.
Opa kon het niet laten en leerde me lezen, schrijven en rekenen voordat ik naar de Lagere School ging.
Op school moest ik rechtop leren schrijven, terwijl opa me schuinschrift had geleerd.
Wat gelijk bleef, was het gereedschap. Een inktpot (die zonodig bijgevuld werd uit een voorraadfles) en een stalen pennetje in een houten penhouder.
Als het pennetje versleten of verbogen was, verving je het en je gooide alleen het pennetje weg.
Later kwam de balpen, toen nog ballpointpen genoemd, een regelrechte tongbreker voor veel mensen, toen Engels nog geen gemeengoed was, net als voortgezet onderwijs.
De balpen mochten wij kinderen niet gebruiken: dat zou een desastreuze invloed hebben op de ontwikkeling van de kwaliteit van ons handschrift.
Later werd de balpen gemeengoed en verdween de inktpot uit beeld, behalve voor puristen die de vulpen gebruikten.
In den beginne van de balpen, schreef je een stift leeg en verving die dan.
Nu worden we overspoeld met ongevraagde reclamebalpennen voor elke onzinnige naamsbekendheid, en flikkeren de hele pen weg als de stift leeg is.
En we klagen steen en been over de berg afvalplastic en de "plasticsoep" in de wereldzeeën...
Zo bezien waren er toch wel een paar dingen beter, vroeger.
BeantwoordenVerwijderenNou, terug dan maar naar de goede oude vulpen. Of gewoon een lekker puntig potlood. Mijn zoon zie ik nooit schrijven. Die tikt alles in op zijn i-pod/foon/pad of wat ie ook heeft.
BeantwoordenVerwijderen