19 december 2021

211219 Dikke brilleglazen, andere kijk op het verleden

Kijkend naar Daar was laatst op RTV Drenthe, met vader en dochter Harm en Willemien Dijkstra, hoorde ik een bekende naam noemen uit een, voor mij, ver verleden: Roelof Sieben.
Drie jaar lang, van 1957 tot 1960, woonde ik tegenover hem, met zijn Winkel van Sinkel, zoals wij dat wel eens noemden. Een beetje vreemde man vond ik, waar ik niet meer contact mee gehad heb dan dat ik er een of twee keren in de winkel geweest ben. Een beetje morsige man met van die hele dikke brilleglazen.
Pas nu ontdek ik dat hij schrijver was, en dat we allebei in dat dikke boek staan: Drentse Literatuurgeschiedenis deel ll – Waor roet en blommen wortel schiet in ’t veld van dr. Henk Nijkeuter over de naoorlogse geschiedenis van de Drentse letterkunde.
Zo zie je maar weer, dat je het verleden wel kunt vergeten, maar dat het verleden jou niet vergeet, en hoe je dan soms iets te weten kunt komen waarvan je in de verste verte geen vermoeden had.
De puber die ik toen was had nooit gedacht dat hij schrijven als hobby had, met zijn slechte gezichtsvermogen (hij blijkt geleden te hebben aan een progressieve oogziekte), en dat hij ooit iets anders gedaan had dan die winkel runnen, en dat hij ooit ergens anders gewoond had dan in Aalden… (voor outsiders: Aalden en Zweeloo worden vaak samen Zweeloo genoemd)
Roelof Sieben bleek veel aan te merken te hebben op het "onechte Drentse volkslied", dat begint met "Ik heb u lief mijn heerlijk landje", iets dat een oprechte Drent nooit zo zou zeggen, en waarvan de schrijver, Jan Uilenberg, nadien ook nog een besmet blazoen kreeg: fout in de oorlog.
Op de Groen van Prinstererschool in Emmen hebben we het wel geleerd - meester Garssen, iemand met altijd een twinkeling in de ogen, zei een keer tegen een klasgenoot: "Ik heb het wel gehoord, Joop, jij zong: ik heb u lief mijn heerlijk Antje!"
Naar verluidt is Antje later in Aalden gaan wonen, maar niet met Joop..

14 december 2021

211210 - Booneschans en Oudeschans

Vrijdag was het prachtig weer en de vooruitzichten voor het weekend minder zonnig. Dat deed ons besluiten om eropuit te gaan en ergens een stukje te gaan wandelen.
We hadden net gezien dat iemand op Facebook een foto had geplaatst van een brug, die weer in gebruik genomen was. Voor ons was dat oud nieuws: hoewel niet vlak voor de deur bij ons, waren we er al een paar keer overheen gereden dit jaar. Die brug ligt naast een natuurgebied annex waterberging, waar we graag even rondscharrelen: de Bovenlanden.
Er loopt een wandel/fietspad doorheen, geen autoverkeer toegestaan. We liepen het pad op en stopten even bij het bruggetje, waar eerder dit jaar een broedende zwaan vlak naast op een nest zat. Niets meer van te zien, het riet was flink gegroeid.
Een eindje verder had zich een ramp voltrokken voor een jonge zwaan: zou die uit dat nest gekomen zijn? Vermoedelijk had een vos zich er aan tegoed gedaan…
We liepen door tot aan het B.L.Tijdenskanaal, waar Marijke terugging naar de auto, en ik besloot "de volle ronde" te lopen.
In de verte zag ik de nieuwe brug liggen. Een eenvoudige brug met één enkele rijstrook.
We hadden in deze omgeving al heel lang gele borden gezien dat de Booneschanskerbrug gestremd was voor autoverkeer, en ons vaak afgevraagd wanneer we daar last van zouden hebben. Het heeft lang geduurd voordat we eens zijn gaan zoeken wat en waar die brug was. Het bleek een oude, klassieke ophaalbrug te zijn, waarvoor de overheid blijkbaar geen geld kon/wou vinden om die te restaureren in de oude staat.
Het is een degelijke constructie, met een beperkte doorvaart hoogte, maar ik heb er nog geen enkel schip zien varen. Nou ja, zo vaak zijn we daar ook niet.
Wel vind ik dat ze de parkeerplaats op een merkwaardige plek hebben gepland.
Bij de brug ga ik linksaf, over de gewone straat. Direct bij de brug is een huis dat vroeger wel een brugwachter gehuisvest zal hebben. Even verderop aan de andere kant van de straat staat tussen de bomen een groot gebouw, dat vroeger wel een agrarische functie gehad zal hebben, maar nu, met kapotte ramen en puin eromheen, de indruk wekt van een spookhuis.
Even verder een herenboerenbehuizing, van betere stand ogenschijnlijk, vanwaar zojuist een luxueuze auto de straat op zoefde.
Daarnaast, voor begrippen van deze omgeving, weer een boerderij, half verscholen tussen bomen en struikgewas. Deze maakt een ontoegankelijker indruk.
En overal om je heen heb je hier de weidse verten, in de herfst ook geen uitzichtbelemmerende hoge gewassen, zoals volgroeide mais, voorzover dat op deze kleigrond al verbouwd zou worden.
Aan de andere kant van de straat, tegen de zon in en in de richting waar ik naartoe moet. kom ik langs een weiland vol vredig grazende schapen, wat ik een mooi beeld vind in contrast met de hoogspanningsleiding, ik denk dat het een verbinding is tussen het Duitse en Nederlandse net.
Ik heb niet de gewoonte om met bomen te praten, maar bomen zoals deze spreken mij aan, zeker in zo'n omgeving als deze.
Na de afslag die me weer naar Marijke zal leiden, kom ik langs een schuur die misschien meer te lijden heeft gehad van de aardbevingen dan van de tand des tijds. Op sommige plekken scheuren, op andere plekken bijelkaar gehouden met balkjes.
De schuur hoort bij een boerderij, die aan de achterkant is ingestort. Het maakt niet de indruk nog als agrarisch bedrijf in gebruik te zijn. Aan de voorkant stond een kleine personenauto en er ligt her en der wat kinderspeelgoed op het terrein.
Dan nader ik het punt waar Marijke op me staat te wachten, en waar we de auto geparkeerd hebben bij aankomst.
Nog even van boven op de dijk een overzichtsfoto van dit rustgevende gebied, waar het 's zomers wemelt van de vogels, maar nu alleen een zwerm meeuwen neerstrijkt die zopas nog op de akkers vergaderden.

We rijden nog een rondje, over de Booneschanskerbrug naar Nieuweschans en vandaar komen we in Oudeschans terecht. "Ik heb wel zin in een soepje," zegt Marijke. We parkeren vlakbij restaurant De Piekenier, waar we wel vaker iets geconsumeerd hebben. De buurman is kerstverlichting aan het ophangen, en als ik langs zijn huis loop zie ik een bord aan de gevel: Schoolmeesterswoning 1882. Dat is het jaar dat mijn oma, later onderwijzeres, geboren is in Oudezijl, gemeente Nieuweschans, hemelsbreed een paar kilometer van hier.
We zien allerlei lekkers op de lunchkaart, en kiezen allebei voor Soto Ajam, een lekkere maaltijdsoep. Dat scheelt straks koken als we weer thuis zijn.
Het is er niet druk, we zijn de enige gasten op dit moment. Dat is 's zomers beter, maar ook de coronaperiode trekt zijn wissel. Ook hier geen diner na 17:00 uur, wel is afhalen mogelijk, maar het dorp is niet zo groot. Wel is het wachten niet onaangenaam in dit sfeervolle etablissement, en we hebben een interessant gesprek met de gastvrouw / eigenares.
Als de kok / eigenaar de borden brengt genieten we al van de geur. Ook met hem zijn we meteen even in gesprek, voordat we beginnen te eten.
Naast Marijke staat in de vensterbank een beeldje, dat me doet denken aan een menshoog beeld, dat door mijn toenmalige werkgever aan Emmen geschonken is, en lang in het centrum heeft gestaan. Het is ooit vernield, daarna heb ik het nog een keer gezien nadat het hersteld was, maar ik weet niet meer waar. *)
Vanaf mijn plek aan tafel had ik volop zicht op de smaakvolle aankleding en de kerstverlichting buiten. Een goede mentale voorbereiding voor het maken van onze kerstkaarten, waarmee ik, zoals gewoonlijk, wat aan de late kant ben.
Na ons is er nog een stel gasten gearriveerd, zodat het restaurant niet voor niets open was. Bij het weggaan wisselen we nog wat interessante weetjes uit met de eigenaars. Zo rijden we wat later weg dan de bedoeling was, en begint het onderweg toch al echt donker te worden. We weten nu zeker dat de kortste dag nadert.

*) Update: Het betreft de sculptuur Onderweg van Guus Hellegers. Er blijken meerdere exemplaren te zijn, ik vond er drie verspreid over Nederland.

07 december 2021

211207 - Stem

Schrijven is iets waarin je je ei kwijt kunt, en plezier aan beleeft.
Je krijgt een bericht onder ogen, waarin gevraagd wordt om een verhaal te schrijven van maximaal 500 woorden, met als thema de stem van je vader of je moeder.
Dan denk je aan dat kleine fotootje waar je als baby bij je vader op de arm zit.
Hij heeft je zijn pet opgezet. Het is de enige foto waar jullie samen op staan, een paar maanden later was hij dood.
Je realiseert je dat je zijn stem moet hebben gehoord.
Die moet ergens heel diep in jouw vroegste, onbewuste herinneringen verborgen zijn.
Je probeert zijn stem te reconstrueren door de herinneringen aan de stemmen van zijn drie broers en je opa naar voren te halen.
Bij alle vier zit er een Groningse klankkleur in, bij opa ook een Friese.
Je weet uit nagelaten brieven aan je moeder, dat hij tussen het ouderwetse, toen correcte Nederlands nog wel eens een opmerking of grap in het Gronings schreef.
Het lukt niet, je krijgt geen letter op papier. En de deadline is gepasseerd.

14 oktober 2021

211013 - Ik zag ze niet vliegen, ze waren al geland.

Dezer dagen fietste ik nog maar weer eens een eind. Geen uitgestippelde route, zomaar intuïtief door streken waar ik al in geen tijden meer geweest was.
Op een plek, nogal buiten de bewoonde wereld, zo'n omgeving waar de politie tegenwoordig soms drugslabs ontmantelt, zag ik iets vreemds. Twee keer kijken, drie keer kijken: er piepten drie halfronde koepels boven een hoge maisakker uit.
Daar moest ik het mijne van hebben! Ik zette mijn fiets tegen een paaltje en klauterde op een gammel hek, zodat ik iets meer zicht had. Ik vroeg me af of ik nou geconfronteerd werd met een paar gelande UFO's, want ik herkende niets normaals. Tijdens de lessen materialenkennis had ik die kleuren en structuur nooit gezien, en later in de praktijk ook niet. Er heerste een doodse stilte, ook de koeien die daar leken te grazen hoorde je niet.
Ik tuurde, ik durfde niet dichterbij te gaan - maar het leek wel of die "koeien" enigszins gecamoufleerde schubben hadden!
Van dat tafereel moest ik natuurlijk een foto maken. Toen ik mijn smartphone had ingesteld, schrok ik: boven de twee plompe, hoge containers in het midden zag ik op het scherm vreemde kleuren, een soort aura's leek het wel. Thuisgekomen bleken die kleuren inderdaad vastgelegd te zijn! Vanuit mijn achtergrond in elektronica en telecommunicatie dacht ik meteen aan een sterk elektromagnetisch veld, mogelijk communicatie met een verre thuisbasis. Ik had trouwens een kilometer terug een 5G-zendmast gezien, misschien dat ze daar op af gekomen waren!


Die vreemde situatie vond ik niet geschikt om in mijn eentje verder te onderzoeken, dus ik stapte weer op en fietste naar huis, met het idee dat ik dit verhaal maar niet moest gaan rondbazuinen, want niemand zou me geloven: ik zou worden aangemerkt als "verwarde man", vreesde ik. Ook thuis hield ik het eerst maar even voor me.
's Avonds ging ik op internet zoeken. Geloof het of niet, ik vond al snel een foto van maisvelden daar in de buurt, waar iemand met een drone foto's had gemaakt. Eén foto liet een maisveld zien dat vlak naast die drie koepels lag. En er was een graancirkel te zien! Die zijn in mais moeilijker te maken dan in ander graan, vanwege de harde stengels. Hier was een duidelijk beeld gemaakt van een letter: de Q…


Zeg nou nog maar eens dat dat allemaal toeval is! Net in de periode dat Trump probeert vroegere medewerkers te weerhouden van het afleggen van verklaringen bij de parlementaire onderzoekscommissie over zijn gedrag tijdens de bestorming van het Capitool - waarmee heeft hij een verbond gesloten: een buitenaardse beschaving, of zijn het toch Amerikaanse miljardairs die de ruimte te gelde willen maken, en daarbij Trump's populariteit goed kunnen gebruiken?
Tja, het kan natuurlijk gewoon ook dat Bill Gates hier achter zit, nu Windows 11 geïntroduceerd moet worden, en dat hij hiermee de aandacht wil afleiden van de nano-chips. Want het is nog steeds niet opgelost wie Q is...

24 september 2021

210924 - Terug in de tijd: 1972

Als je je huis overhoop haalt kom je jezelf tegen. In dit geval in de vorm van iets dat ik schreef in ons toenmalige personeelsblad.
Ik werkte bij NIRA, een familiebedrijf dat oproepsystemen maakte voor zorginstellingen: een patiënt drukt op een knopje bij het bed en een verzorgende wordt met een "piepertje" opgeroepen. Nee, draagbare telefoons waren nog Science Fiction, 49 jaar geleden. In veel ziekenhuizen op deze wereld is personeel naar een patiënt geleid met installaties waaraan ik gewerkt heb.
Het was een populair blad, voor en door het personeel, met de titel: 't piepertje.
Ik schreef een reactie op een artikel van een oudere collega (toen jonger dan ik nu), die minder vleiend had geschreven over de populaire muziek van die tijd, en ik was nog vergaand allergisch voor klassieke muziek.
Nu, vele jaren verder, heb ik enkele jaren blogs geschreven over muziek, meest als bijdrage aan de bloggersgroep: "Zwijmelen op Zaterdag", waarbij dat zwijmelen niet al te strikt geïnterpreteerd moet worden.
Grappig hoe ik destijds schreef over muziek, en bijzonder om te zien dat de actualiteit van toen nu vergeten is, zoals de Indiaas-Pakistaanse Oorlog van 1971, die ik aanstipte. Niet dat die regio sindsdien altijd rustig was. Het Instituut voor Sonologie is geen onderdeel meer van de Universiteit van Utrecht, maar opgenomen in het Haags Conservatorium. De Moog synthesizer was een nieuw fenomeen.

De slogan van ons bedrijf was: "Communicatie is fundamenteel". Dat vond ik een mooie voorzet voor de kop boven mijn artikel: MUZIEK = COMMUNICATIE = EEN LEVENSNOODZAAK. Ik maakte zelf een passende tekening bij mijn epistel. De redactie maakte een mooie kop:
Het prilste begin van muziek was al communicatie: "zingen" om het tempo aan te geven bij het werk. Net als de menselijke samenleving zijn de communicatievormen ingewikkelder en gevarieerder geworden.
Muziek is een middel om te zeggen wat je niet zeggen kunt: om tot uitdrukking te brengen wat je voelt, of te voelen wat iemand anders uitdrukt.
Nog vaak ontmoet je (vriendelijke, dat wel) mensen die menen dat muziek beelden moet oproepen van rozegeur en maneschijn. Het misleidend maanlicht heeft echter al veel mensen doen kennismaken met het stekelig milieu, waaraan deze rozegeur ontspruit.
Ook wordt dit genot tegenwoordig door andere luchtjes verdrongen.
In deze snel veranderende wereld zijn al veel "Vaststaande Waarheden" van hun voetstuk gevallen of geduwd en dit is terug te vinden op muzikaal gebied.
Meestal worden die nieuwe soorten muziek niet direct mooi gevonden, maar wat is mooi?
In een opera of ballet kan iemand "heel mooi doodgaan", maar hoe kun je iemand "mooi" dood laten gaan, als je net op de T.V. hebt gezien hoe in Oost-Pakistan om genade smekende mensen genadeloos worden afgemaakt, de lijken overal ln het rond liggen en mensen kreperen van de honger?
Omdat met de traditionele muziek dit niet tot uitdrukking te brengen was, zijn er nieuwe mogelijkheden gezocht. Er worden b.v. andere harmonische samenstellingen toegepast; instrumenten worden op een andere manier bespeeld, of aangepast; en er ontstaan nieuwe, klankvormende toestanden die vaak iets met elektronika te maken hebben.
Vooral bij experimentele- en popmuziek wordt gretig gebruik gemaakt van elektronische mogelijkheden.
Met wat je "muziek-computers" zou kunnen noemen, b.v. de "Moogsynthesizer", kunnen allerlei bestaande klanken geïmiteerd en nieuwe opgewekt worden.
Er zijn studio's voor elektronische muziek (b. v. Rijksuniversiteit Utrecht,' instituut voor sonologle), waar met elektronisch opgewekte of bewerkte (jawel, eerst gewoon opgenomen met een bandrecorder) klanken worden samengesteld tot een muziekstuk.
Soms worden computers gebruikt om muziek "uit te rekenen" (ook voor traditionele instrumenten) of om de ingewikkelde studio-apparatuur te bedienen. Uiteraard is veel van deze muzikale nieuwigheid een kwestie van "even wennen", maar vergeet niet dat ook een viool, gitaar of piano hulpmiddelen zijn om klanken op te wekken, die weer gebruikt kunnen worden om muziek samen te stellen.
Misschien zal deze muziek mijn oor strelen, en bij U aankomen als een oorvijg, of andersom; net als bij andere vormen van communicatie reageert "iedereen op zijne wijs."

20 september 2021

210919 - Sir Clive Sinclair, uitvinder

Ik las dat Sir Clive Sinclair een paar dagen geleden op 81-jarige leeftijd is overleden.
Hij was voor mij al lang uit beeld, maar dit bericht raakt me toch. Het was een uitvinder die, zoals wel wordt beweerd, zijn tijd te ver vooruit was. En dat is een reden waarom ik zijn naam nog niet vergeten was, en onmiddellijk een paar van zijn bijdragen aan de mensheid in beeld had. Het eerste dat ik zag van zijn tot product uitgewerkte uitvindingen, was zijn reeks kleine computers voor persoonlijk gebruik. Eerst de ZX80, opgevolgd door de ZX81 en de ZX Spectrum, telkens een stapje verder in de techniek. Menigeen maakte daarmee voor het eerst kennis met een computer.
De eerste twee zijn veelvuldig als bouwpakket door enthousiaste, nieuwsgierige hobbyisten aangeschaft en opgebouwd. De ZX80 werd uitgebracht in 1980, en de gebruikte microprocessor was de Z80, die ik beroepshalve ook toegepast heb in ontwerpen voor communicatie-apparatuur. Dat was mijn kennismaking met het toepassen van microprocessors, begin jaren '80.
Er zijn ook een paar patenten waar mijn naam op staat vermeld als uitvinder, maar dat valt in het niet bij de activiteiten van Sir Clive: hij beperkte zich niet tot één vakgebied, en hij had ook een eigen bedrijf om zijn uitvindingen aan de man te brengen.
Een ontwerp waarmee hij echt zijn tijd te ver vooruit was, was zijn elektrische driewielige fiets, de C5. Dat werd commercieel een flop, maar het beeld dat hij dat ranke karretje demonstreerde is me bijgebleven.
Later bedacht hij de kleinste vouwfiets, naar de letter die het lijkt uit te beelden, A-Bike genoemd, met meer succes. Daarvan is inmiddels ook een elektrisch exemplaar op de markt.

02 april 2021

210402 - De politieke apenrots

Zal ik eens advocaat van de duivel spelen? (Ik hoor de eerste "ja maar..." al 😉)
En eens naar de politieke situatie kijken alsof de betrokkenen niet androïden zijn in maat- of confectiepakken (m/v), maar gewoon mensen, die elke dag moeten eten, slapen en naar de WC net als jij en ik. Met elk hun eigen kwaliteiten, ambities, karakter en gebreken, en de interacties die daaruit voortvloeien?

We zijn toe aan een nieuw kabinet, een nieuwe regering. We zitten in een volksgezondheidscrisis gepaard met een economische crisis. Er staan grote belangen op het spel voor ons land. Er rust een grote verantwoordelijkheid voor het formatieproces op de deelnemers.
Het begint met min of meer informele, vertrouwelijke gesprekken om er enig zicht op te krijgen hoe iedereen de situatie en de mogelijkheden ziet. Er wordt een aantal ambtenaren toegewezen aan de verkenners om ondersteuning te bieden bij dit proces. Dat zal vooral bestaan uit het notuleren van gesprekken en het zonodig opzoeken van informatie.

Er wordt gepraat, heel veel gepraat, over heel veel onderwerpen die direct of zijdelings met de formatie te maken hebben. Er is smalltalk, het zijn mensen nietwaar? In die periode wordt er ook met anderen gepraat, en veelpraters met veel contacten zullen wel eens moeite hebben met onthouden: wat en in welke hoedanigheid heb ik wanneer en met wie en waarover aan mijn mond laten ontsnappen?

Er wordt gebrainstormd kun je ook zeggen. De stormen in die breinen blazen wel eens iets uit de kruinen dat gewoon voorbij had moeten waaien, zoals oud blad, maar toch op de grond dwarrelt. Misschien een veertje, dat door een ander voor een ei wordt aangezien.
De verkenners moeten aanknopingspunten zoeken en knelpunten detecteren voor de volgende fase van de formatie, die een stuk formeler zal zijn. Dan pas beginnen de onderhandelingen.

Heb je wel eens geprobeerd om een brainstormsessie te notuleren, waarin de deelnemers van alles even aanstippen als mogelijke punten van aandacht? Wat voor een spreker een losse flodder is, kan door een notulist worden opgevat als belangwekkend, want alles notuleren zou alleen kunnen als je alles per persoon opneemt en een letter voor letter transcriptie maakt. Dan nog heb je niet de achterliggende analyse vastgelegd.

Dezer dagen hebben we "met z'n allen" naar de TV zitten kijken alsof het de politieke poppenkast was. Mark Rutte vervulde met verve de rol van de knullige Jan Klaasen.
De rol van Pineut was toegeschreven aan Pieter Omtzigt, die in deze voorstelling, ofschoon hij de virtuele kapstok was, buiten beeld bleef. Het hoofdthema van de voorstelling bestond uit vier (4) woorden: Positie Omtzigt: functie elders.
Deze woorden zouden zonder coronabesmetting van een van de verkenners nooit onderwerp van openbaar gesprek zijn geworden, nu werd het een politieke napalmbom.

Het leidde ertoe dat Geert, zoals gebruikelijk, staccato grote woorden afvuurde, in overdrachtelijke zin staande op de schouders van Pieter alsof hijzelf de kindertoeslagenaffaire opgelost had, maar wat heeft hij zelf tot stand gebracht behalve haatzaaien?
En Thierry, de grootste intellectueel volgens hemzelf, die amper uit zijn woorden kwam (zat? of doorgesnoven?) liet het afvuren van wat het genadeschot had moeten zijn over aan wat altijd zijn meest verguisde opponent is, Jesse. Hij was blijkbaar niet in staat zijn betoog zelf af te ronden.
Wopke en Sigrid wensten niet de rol van Brutus te spelen maar lieten het bij de rol van Katrijn: wie weet wat de toekomst brengen moge...

Hoe zouden de ambtenaren, de ambtenaar die deze vier woorden aldus formuleerde, naar die hele poppenkast gekeken hebben? Zonder te kunnen ingrijpen, zonder te kunnen zeggen: sorry, ik was doodmoe van al dat gepalaver en dacht kort aan te stippen dat het even genoemd was en heb het zo belangrijker gemaakt dan het in dat gesprek voorbij kwam als losse opmerking in een grotere context…

Zou Pineut nog vaak denken aan zijn miskleun met de onechte MH17-getuige? Iedereen denkt wel eens een stier bij de horens te hebben terwijl het een kunstkoe is, nietwaar? Maar Pieter heeft tenminste een echte op hol geslagen koe bij de horens gevat, en vastgehouden totdat iedereen zag wat voor een beest het was! Daarom is het terecht dat dit akkefietje, hoe klungelig de oorzaak waarschijnlijk ook is, grondig wordt geanalyseerd.

Overigens: Wie zonder miskleun is werpen het eerste flesje Tippex…

28 maart 2021

210307 - Het Lam Gods

Dit wereldberoemde schilderstuk uit 1432 van de gebroeders van Eyck is weer in het nieuws, en dus weer aan de oppervlakte van mijn herinneringen.
Het is een onderwerp waarin de paden van mijn opvoeding en mijn loopbaan elkaar kruisen: het schilderij is een toonbeeld van de theatrale Rooms-Katholieke interpretatie van het Christendom, terwijl mijn opvoeding zich in sobere protestantse sferen voltrok.
Diep verankerd in het nog aanwezige deel van mijn tere kinderziel gist nog steeds Zondag 30 van de Heidelbergse Catechismus, waar het Gereformeerde Avondmaal als de enig juiste "viering" van de dood van Jezus de verlossing van al onze zonden belooft, terwijl als overeenkomstig ritueel de "paapse mis" wordt gekwalificeerd als "vervloekte afgoderij".

Gelukkig was mijn geest inmiddels flexibel genoeg toen Het Lam Gods via mijn werk op mijn pad kwam. Althans, in de vorm van de existentie van dit schilderij, ik heb het nog nooit in het echt gezien.

Retabel Het Lam Gods, door Hubert en Jan van Eyck
Afbeelding via Wikipedia, Publiek domein

Op 29 december 2019 schreef ik op mijn Facebook-pagina: "De laatste tijd kom ik steeds deze afbeelding tegen op FB. Ik heb het nooit in het echt gezien, maar dit kunstwerk heeft een vaste plaats in mijn geheugen. Begin jaren 1970 heb ik onderdelen mogen maken voor een systeem om het te beveiligen. Het was een project van het bedrijf dat ons in België vertegenwoordigde. Dat systeem zal, gezien de snelle ontwikkelingen in de elektronica, intussen al een aantal keren vervangen zijn, denk ik…"

Het kunstwerk heeft in de ruim een half millenium van zijn bestaan een nogal turbulente geschiedenis ondergaan, met slechte omgevingscondities, censuur (overschildering), diefstal, enzovoorts, maar is nu, door een restauratie die in 2012 begon, voor een groot deel in oorspronkelijke glorie hersteld, en is nu zodanig geplaatst dat het beter tot zijn recht komt. Nog steeds achter pantserglas en streng beveiligd.

In 2020 schreef Trouw een beschouwing over de restauratie: Het echte Lam Gods kijkt ons weer aan, jammer van de armetierige presentatie, toen het teruggeplaatst was in de (oude) beveiligde kooi.
Deze week plaatste de NOS een video over de plaatsing in een nieuwe kooi, beter belicht, beter beveiligd en beter beschermd tegen omgevingsvariabelen: 'Het Lam Gods' na lange restauratie weer te bewonderen in Gentse kathedraal - Na 12 jaar restaureren is het Lam Gods, het 15e-eeuwse meesterwerk van de gebroeders Van Eyck, weer te zien voor publiek. Voor een jaartje dan, want de restauratie is nog niet klaar.

28 februari 2021

210227 - Van schapen en bespiegelingen

Op de grote stille heide / dwaalt de herder eenzaam rond. Een klassiek lied over de Drentse heide.
Wij wouden wandelen en zoekend naar een goede omgeving kwamen we bij het Schapenpark Odoorn terecht.
Dit gebied kende ik vanwege het fietspad dat er door loopt, maar dat volgden we nu niet.


Zandpaden, eerst een stuk langs de bosrand, dan stonden we in het open veld en genoten van het weidse uitzicht.


Het schapenpark is ontstaan op de plek waar de novemberstorm van 1972 een groot deel van het bos heeft platgeslagen. Daarvan zijn nog restanten zichtbaar.


In het schapenpark heb ik deze keer geen schaap gezien, wel wandelaars. Dat zou met elkaar te maken kunnen hebben, want er zijn voorvallen gerapporteerd van wandelaars die zich agressief gedroegen als hun vrije doorgang even werd belemmerd door schapen. Sommige kuddes worden daarom in het weekend op stal gelaten in plaats van natuuronderhoud te plegen in het daartoe aangewezen gebied.


In deze gekke tijd met maatregelen ter bestrijding van een pandemie wordt je al gauw voor schaap uitgemaakt als je niet gelooft in allerlei bizarre complottheorieën, maar ik denk dat de lui die dat zo gemakkelijk roepen, zelf schapen zijn die in een andere kudde lopen. Mijn advies aan hen: Volg je herder, blaat rustig verder.


Een bijzondere plek in het landschap trok mijn aandacht al van verre. Het bleek een kuil, met water onderin.

Was dit nou een bomkrater uit de Tweede Wereldoorlog, of zo'n legendarische pingoruïne? Of gewoon op natuurlijke wijze ontstaan?


Hoe diep het water was, was niet te zien: het leek niet bepaald troebel, maar langs de kanten leek het vrij snel donkere diepten te verbergen.


Van veilge afstand werd goed in de gaten gehouden of hier niet een geheimzinnig monster of een ander eng iets op zou duiken uit de diepte om me te verslinden, want ik had de autosleutel bij me.


Ik knielde aan de rand van het water, zoals ooit Narcissus had gedaan, en mijn muze, Marijke, overzag dit van een afstandje en maakte een foto, indachtig dat bijzondere verhaal.
Nu heeft iemand mij wel eens verweten narcistisch te zijn, maar een echte psychoterapeuteraar heeft mij beroepshalve verzekerd dat dat niet past in mijn karakteromschrijving, dus durf ik deze pose met een gerust hart laten zien.
Ik probeerde nog om een foto te maken die zou laten zien wat Narcissus gezien zou hebben in mijn plaats, maar de oever was te modderig om dat met onbevlekte kleren te kunnen doen.


Ook de diepe gronden van dit stille water kwamen niet in beeld, wel de weerspiegeling van het in de wolken zijn vanwege deze wandeling met mijn muze met dit fraaie weer.


Bij een laatste blik achterom leken er aan de horizon bergen te zijn verrezen, die mij deden denken aan een dienstreis, waarbij ik door de Rhonevallei vloog en dacht wolken te zien, terwijl ik naar bergen keek.


Daarna spoedde ik me naar Marijke, die alvast was doorgelopen, en vonden we moeiteloos de weg terug naar ons vertrekpunt, begeleid door het zingen van vele vogels.

30 januari 2021

210130 - De wonderlijke reünie van een gedicht en een foto

Het Dal

Langer dan ik mij kan heugen
ben ik niet zover van huis geweest
mijn voeten hebben mij
gedragen naar dit kleine dal
waar zonlicht schaduw harder maakt
en boterbloemen gele warmte
geven aan het zompig gras

Achter de heuvel klinkt jouw stem
die mij naar huis toe roept
mijn pad voert langs
een knotwilg halverwege
de kerkklok in de toren
staat stil op vijf voor drie
niemand zegt hoe laat het is.

Foto ©1986 Franz Gittenberger; Gedicht ©1995 Gauke Zijlstra.


Mijn gedicht "Het Dal" is eind 1995 geschreven als huiswerkopdracht voor een poëziecursus. De opdracht was, om op basis van een afbeelding een gedicht te schrijven, en we konden kiezen uit een aantal foto´s en ansichtkaarten die de docente had uitgespreid op een tafel.
Deze foto sprak mij direct aan. De sfeer, de kleuren, een onbekende omgeving die warmte uitstraalde. Ik krabbelde op uit een moeilijke periode, vond rust uitgaan van dit beeld, en dit gedicht was het resultaat.

Helaas moest ik de ansichtkaart teruggegeven aan de docente, en ik had geen mogelijkheid om die in kleur te kopiëren. Vandaag zou je je smartphone pakken en een prachtige kleurenfoto maken. Het is goed bezien nog maar zo kort geleden, maar daarvan was toen nog geen sprake. Ook al werkte ik bij een internationaal bedrijf dat al mobiele telefoons op de markt bracht; die waren nog niet alom ingeburgerd en er foto´s mee maken was nog science fiction. Kleurenscanners en -printers waren nog zeldzaam, dus een zwart/wit fotokopie was het enige dat me restte. Die heeft lang boven dit gedicht op onze site gestaan.

Inmiddels is het mogelijk om met beeld te zoeken op internet, maar met mijn zwart/witfoto vond ik de kleurenfoto niet.
Door een verbouwing moesten we onze spullen herschikken, en zo vond ik een oud bestand terug over die poëzieles, met daarin de notitie: "Zeeland?". Gezocht naar VVV Zeeland, kwam ik op de Facebook pagina Zeelandvisit, waarvan ik als reactie kreeg dat het "vrijwel zeker Retranchement was, de singel rondom de vesting. (www.douwkerke.nl)."
Noorderling als ik ben, leek Douwkerke mij geschikt als Zeeuwse plaatsnaam, en Retrancement klonk militair-historisch. Toch kwam ik op juiste website: d´Ouwe Kerke in de plaats Retranchement, inderdaad een vroeger verdedigingswerk.

Ik herhaalde daar mijn vraag of het beeld bekend voorkwam.
Wie schetst mijn vreugde toen ik twee dagen later mijn e-mail opende met een bevestigend antwoord van de secretaris van de Stichting d´Ouwe Kerke, Peter de Koning, en bovendien had men de originele foto gevonden! Een foto uit 1986, "vermoedelijk gebruikt voor een ansichtkaart", als bijlage meegestuurd!

Vervolgens vroeg ik per e-mail of ook nog achterhaald kon worden wie de maker van die foto was. Ook daarop kwam een positief antwoord: Franz Gittenberger, met adresgegevens. Ik schreef een brief met het verzoek de foto te mogen gebruiken, met een voorbeeld hoe de combinatie van foto en gedicht er uit zou gaan zien.
Twee dagen later belde dhr. Gittenberger dat hij toestemming gaf, en dat er meer foto´s per post onderweg waren. Het werd een geanimeerd gesprek; we bleken niet zo heel veel te verschillen in leeftijd. De volgende dag kwam er een envelop met meer sfeervolle foto´s van Zeeuwse landschappen!
Zo vond een gedicht van 25 jaar oud z´n inspiratiebron, een foto van 35 jaar oud, terug.

"Het Dal" staat zonder afbeelding in mijn bundel uit 1999, "Hoeveel vormen kent vuur".
Bij het schrijven van een later gedicht werd ik op een bijzondere manier herinnerd aan "Het Dal". In 2000 werd ik uitgenodigd door de historisch/culturele Picardtclub van de Gemeente Coevorden om een gedicht te schrijven.
Die had een jaarlijkse zitting rond een thema, waarbij een "rijmprent" werd uitgegeven, de Picardtprent.
Het thema in 2000 was: "Het onbeschermde beschermd", ofwel: hoe bescherm je plaatselijke monumenten die geen Rijksmonument zijn? Dat vroeg om onderzoek ter plaatse, in de plaats waar ik 40 jaar eerder 3 jaar lang voortgezet onderwijs volgde, en heel andere interesses had.

Tijdens mijn rondwandelingen viel mij iets op: Coevorden had drie kerktorens, maar slechts één daarvan had een klok.
Daaraan kleeft een apart verhaal. De eerste keer dat ik bewust naar die klok keek, was het vijf voor drie. Een andere dag fotografeerde ik de toren, en zag pas op de afgedrukte foto´s dat de klok ook toen op vijf voor drie stond. Weer een andere dag stond ik op het grasveld achter het kasteel, en zag tot mijn verbazing dat de klok wéér op vijf voor drie stond. Dat staat in de toelichting op dat gedicht.
Op een foto staat logischerwijs een klok altijd stil. Nu had ik op drie momenten dezelfde lopende klok dezelfde tijd zien aangeven.

Jaren daarvoor had ik een andere klok dezelfde tijd zien aangeven, op de foto, die inspiratie was geweest voor dit gedicht, "Het Dal".
Toeval speelt zich af in je gedachten. De laatste drie zinnen van "Het Dal" luiden:

de kerkklok in de toren
staat stil op vijf voor drie
niemand zegt hoe laat het is.

De originele afbeelding van die toren heb ik teruggevonden, en ik weet nu waar die plek is, diagonaal in de andere hoek van ons land. Na 35 jaar ongetwijfeld veranderd, en Google Maps is maar behelpen; echt gaan kijken staat nu op ons wensenlijstje.