Maandag 28 oktober 2013. Storm over Europa, Nederland siddert en is ontregeld.
Ik denk terug aan de storm van 13 november 1972. 's Morgens bracht ik, stevig aan de hand, onze dochter (4 ½ toen) naar de kleuterschool. Mijn echtgenote wou bij ons zoontje van bijna 3 blijven.
Daarna stapte ik op de fiets naar mijn werk. Op het fietspad naast het winkelscentrum Angelso had ik nog een schrikmoment. Door een windvlaag langs de hoge flat die daar staat, stond ik ineens dwars op het fietspad, gek genoeg: zonder te vallen.
We hadden de hele dag de radio aan met nieuws over de storm. De volgende dag heb ik vrij genomen en ben met mijn fototas de hort op gegaan.
Ik had toen twee Exakta RTL 1000 spiegelreflexcamera's met verschillend filmmateriaal. In de ene zat Kodak Tri-X, dat ik toen veel gebruikte voor "available light" experimenten op een gevoeligheid van 33 DIN (i.p.v. 30), ontwikkeld in Promicrol. Wat in de andere zat weet ik niet meer: minder gevoelig, minder korrel; dat wel. Kleinbeeldfilms kocht ik, via de bedrijfsfotoclub, in dozen met vijf lengtes van 36 opnamen, die je dan zelf in cassette's moest spoelen. Veel voordeliger! Ontwikkelen en afdrukken deed ik in onze douche, die dan even doka werd.
Ik begon op het industrieterrein, daar zag ik een deels ingestort bedrijfspand:
In het centrum waren een paar enorme eiken bij de Grote Kerk omgewaaid, daar was de Hoofdstraat alweer begaanbaar gemaakt:
Hier ongeveer heb ik de vorige foto gemaakt. De straat was toen geasfalteerd. Ik ken hem nog met tramrails, en nu is het een "stadsvloer", zonder auto's etc.
Tegenover de Kerk waren er mooie grote linden omgewaaid bij de villa van Roelof Zegering Hadders. De villa heet nu de Lindenhof en is door Zegering Hadders geschonken aan de gemeente:
Ook in het winkelcentrum was flink wat schade. Een boekhandel was helemaal dichtgetimmerd en ertegenover was men ook de glasschade aan het ruimen:
Vlakbij het centrum stonden toen nog een klassieke smederij en een paar boerderijen. Een schuur was verwoest:
Een eindje ten noorden van het centrum vind je een uniek hunebed, een Langgraf. De sfeer daar voert mij altijd terug in de tijd, daar aan de rand van de weidse es. Ook hier waren oude eiken geveld door de storm:
Na een rustpauze thuis, heb ik een boswandeling gemaakt in de Emmerdennen. Ik kan uiteraard nu de route niet meer exact reproduceren, maar deze route zou me ongeveer langs de plekken gevoerd kunnen hebben die ik hier laat zien.
Ik kwam een "mooie compositie" tegen van geknakte bomen over een wandelpad:
Was het bij het Zandmeer (B), dat ik een boom op een bankje zag uitrusten van de storm?
De ontsluitingsweg van de toen nog nieuwe wijk Emmerhout was uitgekapt in de Emmerdennen. Nu is het al redelijk hersteld, maar de storm maakte het toen wel erg kaal:
Flashback: De chef van onze afdeling bouwde destijds in eigen beheer in Emmerhout een huis. De storm was daar ook flink tekeer gegaan. De chef is er door de politie aangehouden, omdat hij weggewaaid isolatiemateriaal van andere bouwplaatsen aan het verzamelen was...
Ik weet niet meer precies waar, maar van een prachtig dicht stuk dennenbos bleef deze trieste vlakte over, met allemaal rigoureus afgeknapte stammen en een metersdik tapijt van boomtoppen:
Een afstand die je normaal liep in 10 minuten, daar deed ik toen een uur over, vanwege de omgevallen bomen, waar tussen-, over- en onderdoor ik een weg moest vinden. Het was een plek waar ik nostalgisch naartoe getrokken werd. Over de benaming(en) is nog weleens verwarring: Haantjebak, Haantjeduin (D). Een zandheuvel en een meertje daar vlakbij.
Op Haantjeduin organiseerde mijn moeder mijn verjaardagsfeestje, als het weer in april dat toeliet. Er ging dan een kan chocolademelk een een tas oliebollen mee. En een hoofd vol spelletjes.
Ik herinner me nog de uitkijktoren, die StaatsBosBeheer gebruikte om bosbranden vroegtijdig te ontdekken. De heuvel daar was ooit het hoogste punt van de Hondsrug.
Nu was ik daar helemaal alleen. Daarom fotografeerde ik er mijn schaduw:
Er liep al een tijd een discussie over het boren naar aardgas in de Emmerdennen. Kort na die storm riep de NAM dat het nu eindelijk gebeuren moest, en dat daarvoor een flink stuk bos gekapt moest worden: er was geen geschikte (kaalgewaaide) plek. Er stak toen een storm van verontwaardiging op, waardoor er niet gekapt werd in de Emmerdennen.
Er werd een inzamelingsactie georganiseerd voor herstel van het bos. Mijn inzending voor de fotowedstrijd had als motto: 13 foto's van na 13 november. Ik won de 2e prijs, vóór een beroepsfotograaf met de 3e prijs. Ik glim nog steeds een beetje als ik daar aan denk!
Aanvulling: Mijn dochter herinnert zich, dat er een muurtje bij ons huis was omgewaaid, zo'n scheidingsmuurtje ter vermindering van inkijk van/bij de buren. Een heel spektakel voor een 4-jarige, en nu bij mij ook weer een helder beeld!
Ook interessant: Historisch Emmen.
30 oktober 2013
25 oktober 2013
WE300 - Verwennen
Eind oktober op een terras bij een huisje op een bungalowpark.
Een schoondochter die een kopje thee brengt; zoon, kleinkinderen en oma zijn naar het zwembad met allerlei aantrekkelijke mogelijkheden.
Een kostelijke lunch genoten in de herberg van (hoe kom je nou aan zo'n naam ?!) Erve Kots...
Dat alles op uitnodiging van zoon en zijn gezin, om een dagje te komen meegenieten tijdens de herfstvakantie. En och, blijf maar een nachtje, dan kunnen jullie bij het diner ook een glaasje drinken.
Het weer is ons dezer dagen bepaald niet ongunstig gezind. Regen is tot nu toe beperkt gebleven tot de uren dat het Grote Licht toch al uit is, al was daar soms een sporadische klap onweer bij.
Maar de temperaturen waren nog steeds van aangename aard, zodat ik vóór deze feestelijke onderbreking van ons dagelijks bestaan nog een paar mooie fietstochten heb kunnen maken, steevast bij thuiskomst beloond met thee of koffie en versgeperst vruchtensap.
Op het park dineren we 's avonds met een soort barbecue. Je haalt vlees, vis, enz. en steekt dat aan spiezen die je op eigen tafel grillt. Heerlijke sauzen staan klaar. Voeg daarbij lekkere drankjes en de genieting is compleet. "Eten bij de afzuigkap", noemen de kleinkinderen dat: boven elke tafel zit zo'n ding.
De volgende dag gezellig samen ontbijten, dan inpakken en op weg naar huis samen een historisch stadje, Groenlo, verkennen: mooi en interessant, prachtige foto's, en herinneringen aan een andere oude vesting!
Twee dagen zon, op een prachtig Achterhoeks herfstlandschap, wat wil je nog meer? Maar we kregen nog meer - inhalen wat we door de afstand toch wel missen, contact met deze kinderen en kleinkinderen en intussen ook nog in de watten gelegd worden!
Toch is het ook wel prettig om weer in ons eigen huis thuis te komen...
Een schoondochter die een kopje thee brengt; zoon, kleinkinderen en oma zijn naar het zwembad met allerlei aantrekkelijke mogelijkheden.
Een kostelijke lunch genoten in de herberg van (hoe kom je nou aan zo'n naam ?!) Erve Kots...
Dat alles op uitnodiging van zoon en zijn gezin, om een dagje te komen meegenieten tijdens de herfstvakantie. En och, blijf maar een nachtje, dan kunnen jullie bij het diner ook een glaasje drinken.
Het weer is ons dezer dagen bepaald niet ongunstig gezind. Regen is tot nu toe beperkt gebleven tot de uren dat het Grote Licht toch al uit is, al was daar soms een sporadische klap onweer bij.
Maar de temperaturen waren nog steeds van aangename aard, zodat ik vóór deze feestelijke onderbreking van ons dagelijks bestaan nog een paar mooie fietstochten heb kunnen maken, steevast bij thuiskomst beloond met thee of koffie en versgeperst vruchtensap.
Op het park dineren we 's avonds met een soort barbecue. Je haalt vlees, vis, enz. en steekt dat aan spiezen die je op eigen tafel grillt. Heerlijke sauzen staan klaar. Voeg daarbij lekkere drankjes en de genieting is compleet. "Eten bij de afzuigkap", noemen de kleinkinderen dat: boven elke tafel zit zo'n ding.
De volgende dag gezellig samen ontbijten, dan inpakken en op weg naar huis samen een historisch stadje, Groenlo, verkennen: mooi en interessant, prachtige foto's, en herinneringen aan een andere oude vesting!
Twee dagen zon, op een prachtig Achterhoeks herfstlandschap, wat wil je nog meer? Maar we kregen nog meer - inhalen wat we door de afstand toch wel missen, contact met deze kinderen en kleinkinderen en intussen ook nog in de watten gelegd worden!
Toch is het ook wel prettig om weer in ons eigen huis thuis te komen...
PlatoOnline's WE-300 schrijfuitdaging: schrijf een verhaal van exact 300 woorden, waarin het thema-woord niet voorkomt! Themawoord voor oktober = Verwennen
21 oktober 2013
Dwingelderveld, Benderse Berg, actueel en herinneringen
Donderdag leek het mooi fietsweer te worden, ik vond dat het maar weer eens moest. De wind was gering en uit westelijke richting. Daarmee was globaal mijn richting bepaald.
Het ging lekker, en onderweg besloot ik Marijke te bellen, of ze kans zag om met de auto naar een ontmoetingspunt te rijden, vanwaar ik mee terug zou rijden. Waarom? We hadden een prettige ervaring met een dergelijk afspraakje. Anders was ik op dat moment weer huiswaarts gegaan. Deze keer zou 100 km teveel zijn, de helft was genoeg.
Woensdagavond had ik op internet gelezen dat deze zomer een kunstenares bivakkeerde in de keuterij (klein boerderijtje) op de Benderse Berg. Het ligt middenin de open vlakte van het Dwingelderveld. Geen elektriciteit, geen gas. Water komt er uit een pomp.
Dat huisje heeft bekendheid gekregen doordat de natuurbeschermingspionier Jac. P. Thijsse en later de schrijver Anne de Vries er tijdelijk hebben verbleven.
In januari 2006 werd de dichtersgroep waarvan ik toen nog lid en contactpersoon was, uitgenodigd om mee te doen aan een project om de rol van die "jachthut" in het leven en werk van de schrijver Anne de Vries onder de aandacht te brengen. Voor hem was het jarenlang een zomerverblijf, waar hij jaagde en inspiratie opdeed.
Aan dat project was een tentoonstelling gekoppeld in het bezoekerscentrum Dwingelderveld.
Ter voorbereiding zijn Marijke en ik er een paar keer geweest. De eerste keer hebben we foto's gemaakt van dat "hutje op de hei" als inspiratie voor de groep. Het was toen stralend zonnig weer, maar er stond een ijzige oostenwind. De twee kilometer lopen vanaf de parkeerplaats naar de keuterij hebben we overleefd dankzij adequate kleding en doorzettingsvermogen, daarbij geholpen door die fantastische, indrukwekkende omgeving.
Dat huisje zelf bleef echter een volkomen afgesloten kadastraal object. Het hout van de schuur was groen aangeslagen. Alle deuren dicht, luiken voor de ramen. Zelfs de hartvormige opening in een van de blinden was dichtgemaakt. Een vervallen vogelnest onder de dakrand naast de voordeur.
Ook de presentatie van onze gedichten, bij de opening van de Anne de Vries-tentoonstelling op 31 maart 2006, was in het bezoekerscentrum. Er waren kinderen van Anne de Vries aanwezig bij die opening. We hadden het onderwerp van onze gedichten nog nooit van binnen gezien.
Op de site van de kunstenares stond een krantenartikel, waarin werd vermeld dat er op open dagen gedichten buiten hangen. Daarmee was mijn nieuwsgierigheid gewekt en kon ik donderdag de neiging om op de bonnefooi daarheen te fietsen, moeilijk onderdrukken. En Marijke vond het wel een mooi idee.
Om kort te gaan, ik heb een mooie fietstocht gehad. Ik kwam langs ASTRON, waar tenminste drie vroegere collega's van me werken, en langs de gerestaureerde radiotelescoop (B), waar ik ooit vanuit mijn eerste baan op excursie ben geweest.
Vandaar was ik snel bij het keuterijtje op de Benderse Berg (C), maar dat zat potdicht als altijd. Sneu. Marijke arriveerde ook al snel bij het bezoekerscentrum.
Een romantische draai aan dat verhaal vonden we in het bezoekerscentrum Dwingelderveld (D), waar men ons wist te vertellen dat de kunstenares inmiddels al enige tijd haar verliefde leven deelt met de herder van de schaapskudde op het Dwingelderveld.
Nee, de buitenhangende gedichten waren niet die van ons, maar het "boek" met onze gelamineerde gedichten in een houten (!) ringband lag wel op de Benderse Berg! En nu resideerde er in de weekends soms een beeldhouwer, die ook wel "open huis" houdt, hoorden we.
Onderweg naar huis, met de fiets gedemonteerd achterin, fantaseerden we al over het weekend: zouden we de gok wagen?
's Avonds vond ik inderdaad iets over de nieuwe bewoner.
Het werd zondag en het weer leek niet al te slecht te worden. We besloten de (gewone) fietsen mee te nemen in plaats van te lopen vanaf het bezoekerscentrum. De parkeerplaats was behoorlijk vol. Logisch, het weer was net zo zonnig als die eerste keer, maar met een aanmerkelijk aangenamer temperatuur, en nou ja, af en toe een wolk.
Bijna bij het boerderijtje, zagen we daar mensen buiten staan praten. Het voelde toch wel een beetje brutaal, maar we mengden ons bij het gezelschap, dat bleek te bestaan uit de tijdelijke bewoner en een geïnteresseerd paar uit de omgeving. Ze aarzelden bij de uitnodiging om binnen te kijken, maar bleken net zo geïnteresseerd als wij. Er is het een en ander opgeknapt, zoals een nieuw rieten dak, maar het is nog steeds zonder modern comfort. Het paar vertrok daarna.
Marijke overhandigde onze gedichten uit het project, die we 's morgens nog even uitgeprint hadden. Daarna hebben we foto's gemaakt van "onze" klapper met gedichten.
Oorspronkelijk was de afspraak dat wij, als dichtersgroep, die zouden krijgen na afloop van het project, maar Marijke en ik hebben nu besloten dat de klapper daar blijft, omdat de dichtersgroep vrijwel uiteengevallen is en de dichters hun gedicht zelf nog wel op papier hebben.
Bewoner Hans bood ons koffie aan en, uit zijn beperkte assortiment traktaties, elk een halve oliebol van de plaatselijke bakker. Oliebollen schijnen ter plaatse traditioneel te horen bij het voltooien van de aardappeloogst.
Vervolgens hebben we voor mijn gevoel nog uren zitten praten over van alles en nog wat "op het terras" met dat overweldigend weidse, rustgevende uitzicht over dat immense natuurgebied Dwingelderveld.
De gedichten van Marijke en mij:
Meer info Dwingelderveld:
Encyclopedie Drenthe
Paul Straatsma: interessant wandelverhaal
Nieuwsbrief [PDF] met o.a. project Benderse Berg (pag.4).
Het ging lekker, en onderweg besloot ik Marijke te bellen, of ze kans zag om met de auto naar een ontmoetingspunt te rijden, vanwaar ik mee terug zou rijden. Waarom? We hadden een prettige ervaring met een dergelijk afspraakje. Anders was ik op dat moment weer huiswaarts gegaan. Deze keer zou 100 km teveel zijn, de helft was genoeg.
Woensdagavond had ik op internet gelezen dat deze zomer een kunstenares bivakkeerde in de keuterij (klein boerderijtje) op de Benderse Berg. Het ligt middenin de open vlakte van het Dwingelderveld. Geen elektriciteit, geen gas. Water komt er uit een pomp.
Dat huisje heeft bekendheid gekregen doordat de natuurbeschermingspionier Jac. P. Thijsse en later de schrijver Anne de Vries er tijdelijk hebben verbleven.
In januari 2006 werd de dichtersgroep waarvan ik toen nog lid en contactpersoon was, uitgenodigd om mee te doen aan een project om de rol van die "jachthut" in het leven en werk van de schrijver Anne de Vries onder de aandacht te brengen. Voor hem was het jarenlang een zomerverblijf, waar hij jaagde en inspiratie opdeed.
Aan dat project was een tentoonstelling gekoppeld in het bezoekerscentrum Dwingelderveld.
Ter voorbereiding zijn Marijke en ik er een paar keer geweest. De eerste keer hebben we foto's gemaakt van dat "hutje op de hei" als inspiratie voor de groep. Het was toen stralend zonnig weer, maar er stond een ijzige oostenwind. De twee kilometer lopen vanaf de parkeerplaats naar de keuterij hebben we overleefd dankzij adequate kleding en doorzettingsvermogen, daarbij geholpen door die fantastische, indrukwekkende omgeving.
Dat huisje zelf bleef echter een volkomen afgesloten kadastraal object. Het hout van de schuur was groen aangeslagen. Alle deuren dicht, luiken voor de ramen. Zelfs de hartvormige opening in een van de blinden was dichtgemaakt. Een vervallen vogelnest onder de dakrand naast de voordeur.
Ook de presentatie van onze gedichten, bij de opening van de Anne de Vries-tentoonstelling op 31 maart 2006, was in het bezoekerscentrum. Er waren kinderen van Anne de Vries aanwezig bij die opening. We hadden het onderwerp van onze gedichten nog nooit van binnen gezien.
Marijke met haar gedicht en met Anne de Vries Jr.
Op de site van de kunstenares stond een krantenartikel, waarin werd vermeld dat er op open dagen gedichten buiten hangen. Daarmee was mijn nieuwsgierigheid gewekt en kon ik donderdag de neiging om op de bonnefooi daarheen te fietsen, moeilijk onderdrukken. En Marijke vond het wel een mooi idee.
Om kort te gaan, ik heb een mooie fietstocht gehad. Ik kwam langs ASTRON, waar tenminste drie vroegere collega's van me werken, en langs de gerestaureerde radiotelescoop (B), waar ik ooit vanuit mijn eerste baan op excursie ben geweest.
Vandaar was ik snel bij het keuterijtje op de Benderse Berg (C), maar dat zat potdicht als altijd. Sneu. Marijke arriveerde ook al snel bij het bezoekerscentrum.
Een romantische draai aan dat verhaal vonden we in het bezoekerscentrum Dwingelderveld (D), waar men ons wist te vertellen dat de kunstenares inmiddels al enige tijd haar verliefde leven deelt met de herder van de schaapskudde op het Dwingelderveld.
Nee, de buitenhangende gedichten waren niet die van ons, maar het "boek" met onze gelamineerde gedichten in een houten (!) ringband lag wel op de Benderse Berg! En nu resideerde er in de weekends soms een beeldhouwer, die ook wel "open huis" houdt, hoorden we.
Onderweg naar huis, met de fiets gedemonteerd achterin, fantaseerden we al over het weekend: zouden we de gok wagen?
's Avonds vond ik inderdaad iets over de nieuwe bewoner.
Het werd zondag en het weer leek niet al te slecht te worden. We besloten de (gewone) fietsen mee te nemen in plaats van te lopen vanaf het bezoekerscentrum. De parkeerplaats was behoorlijk vol. Logisch, het weer was net zo zonnig als die eerste keer, maar met een aanmerkelijk aangenamer temperatuur, en nou ja, af en toe een wolk.
Bijna bij het boerderijtje, zagen we daar mensen buiten staan praten. Het voelde toch wel een beetje brutaal, maar we mengden ons bij het gezelschap, dat bleek te bestaan uit de tijdelijke bewoner en een geïnteresseerd paar uit de omgeving. Ze aarzelden bij de uitnodiging om binnen te kijken, maar bleken net zo geïnteresseerd als wij. Er is het een en ander opgeknapt, zoals een nieuw rieten dak, maar het is nog steeds zonder modern comfort. Het paar vertrok daarna.
Marijke overhandigde onze gedichten uit het project, die we 's morgens nog even uitgeprint hadden. Daarna hebben we foto's gemaakt van "onze" klapper met gedichten.
De klapper! Let ook op de reflectie van het Dwingelderveld in de glazen schuifpui.
Oorspronkelijk was de afspraak dat wij, als dichtersgroep, die zouden krijgen na afloop van het project, maar Marijke en ik hebben nu besloten dat de klapper daar blijft, omdat de dichtersgroep vrijwel uiteengevallen is en de dichters hun gedicht zelf nog wel op papier hebben.
Bewoner Hans bood ons koffie aan en, uit zijn beperkte assortiment traktaties, elk een halve oliebol van de plaatselijke bakker. Oliebollen schijnen ter plaatse traditioneel te horen bij het voltooien van de aardappeloogst.
Vervolgens hebben we voor mijn gevoel nog uren zitten praten over van alles en nog wat "op het terras" met dat overweldigend weidse, rustgevende uitzicht over dat immense natuurgebied Dwingelderveld.
De gedichten van Marijke en mij:
Tijdelijk Thuis
De gesloten ramen
van het stille huis
gaven ons geen inzicht
de verbeelding verborgen
voor schrijvers van nu
op de Benderse Berg
wel weids uitzicht
van heide bomen en water
muzen van de schrijver van toen
hier in deze broedplaats
heeft hij gedacht
gezwegen en geschreven
dichtbij het vlammend vuur
het huis is met zijn omgeving
als een eeuwig verbond
één geworden door de tijd
onder de nok tegen de gevel
ontdekken we bij nader inzien
een verlaten zwaluwnest
© Marijke van der Scheer, 2006
Benderse Berg
De koude harde tegenwind
laat de weidsheid onverlet
van de grote stille heide
onder betoverende winterlucht
lopen naar de keuterij - op zoek
naar de man die in de jachthut schreef
Jaren eerder struinde daar een ander
die de natuur verhaalde en beschreef
'de oase' noemde hij waar ik nu sta
in het zonneblonde landschap
zie ik uit een waas van bosrand
herten naar de verre vennen gaan
ik hoor hoe de eerste leeuwerik
al zingt alsof het zomer is
© Gauke Zijlstra, 2006
De gesloten ramen
van het stille huis
gaven ons geen inzicht
de verbeelding verborgen
voor schrijvers van nu
op de Benderse Berg
wel weids uitzicht
van heide bomen en water
muzen van de schrijver van toen
hier in deze broedplaats
heeft hij gedacht
gezwegen en geschreven
dichtbij het vlammend vuur
het huis is met zijn omgeving
als een eeuwig verbond
één geworden door de tijd
onder de nok tegen de gevel
ontdekken we bij nader inzien
een verlaten zwaluwnest
© Marijke van der Scheer, 2006
Benderse Berg
De koude harde tegenwind
laat de weidsheid onverlet
van de grote stille heide
onder betoverende winterlucht
lopen naar de keuterij - op zoek
naar de man die in de jachthut schreef
Jaren eerder struinde daar een ander
die de natuur verhaalde en beschreef
'de oase' noemde hij waar ik nu sta
in het zonneblonde landschap
zie ik uit een waas van bosrand
herten naar de verre vennen gaan
ik hoor hoe de eerste leeuwerik
al zingt alsof het zomer is
© Gauke Zijlstra, 2006
Meer info Dwingelderveld:
Encyclopedie Drenthe
Paul Straatsma: interessant wandelverhaal
Nieuwsbrief [PDF] met o.a. project Benderse Berg (pag.4).
13 oktober 2013
Lief en leed en detective spelen met sociale media
Naarmate je ouder wordt, is de kans groter dat mensen, waarmee je herinneringen deelt, komen te overlijden. Zo kregen we bericht dat een volle neef op 77-jarige leeftijd was overleden, nadat relatief kort geleden ongeneeslijke kanker bij hem was geconstateerd.
Een paar dagen later lag er wéér een rouwkaart op de mat. Deze keer betrof het een wildvreemde jonge man.
We hebben al eens iets vergelijkbaars meegemaakt, met een uitnodiging voor een huwelijk. Dat was snel opgelost: één cijfer verkeerd in het huisnummer, niet onze postcode.
Nu klopte ons adres exact, maar de geadresseerde was ons volstrekt onbekend en onvindbaar in de telefoongids en op internet. Een vorige bewoner kon het niet zijn. Navraag in de buurt leverde ook geen enkel aanknopingspunt. Alsnog even bezorgen was er dus niet bij.
We kregen de kaart donderdagmiddag en de uitvaart was op maandag: te kort om per post te reageren. Het kan erg naar zijn om een uitvaart te missen - het is een emotionele, onvervangbare aangelegenheid, dat laatste afscheid.
Zoeken dus, met als uitgangspunt de gegevens op de rouwkaart. De overledene was geboren in een dorp in deze regio, maar woonde nu met zijn partner in Groningen. Wel een correspondentie-adres, geen telefoonnummer. Geen vermelding in een telefoongids van hun namen of het correspondentie-adres.
Beide hadden ze een Facebook-pagina, maar geen open contactmogelijkheid.
Na een lange speurtocht vond ik vrijdagmorgen uiteindelijk eenduidig een zwager van de jongeman, en het telefoonnummer van diens werkgever. Zo hebben we toch nog vóór het weekend de melding "dichtbij" kunnen brengen.
Tijdens mijn zoektocht bleek, dat de jongeman op 28-jarige leeftijd was overleden aan kanker. Mijn vader overleed een week voor zijn 28e verjaardag aan kanker, kort na mijn eerste verjaardag.
Die vrijdagmiddag was de uitvaart van mijn neef. Hij was een natuurliefhebber en is in stijl begraven op een natuurbegraafplaats, in een bos. Hij laat een vrouw achter en een zoon die in een ver land werkt.
Zoals vaak was er, naast het verdriet, ook het troostende van het weerzien met veel familie.
Een paar dagen later lag er wéér een rouwkaart op de mat. Deze keer betrof het een wildvreemde jonge man.
We hebben al eens iets vergelijkbaars meegemaakt, met een uitnodiging voor een huwelijk. Dat was snel opgelost: één cijfer verkeerd in het huisnummer, niet onze postcode.
Nu klopte ons adres exact, maar de geadresseerde was ons volstrekt onbekend en onvindbaar in de telefoongids en op internet. Een vorige bewoner kon het niet zijn. Navraag in de buurt leverde ook geen enkel aanknopingspunt. Alsnog even bezorgen was er dus niet bij.
We kregen de kaart donderdagmiddag en de uitvaart was op maandag: te kort om per post te reageren. Het kan erg naar zijn om een uitvaart te missen - het is een emotionele, onvervangbare aangelegenheid, dat laatste afscheid.
Zoeken dus, met als uitgangspunt de gegevens op de rouwkaart. De overledene was geboren in een dorp in deze regio, maar woonde nu met zijn partner in Groningen. Wel een correspondentie-adres, geen telefoonnummer. Geen vermelding in een telefoongids van hun namen of het correspondentie-adres.
Beide hadden ze een Facebook-pagina, maar geen open contactmogelijkheid.
Na een lange speurtocht vond ik vrijdagmorgen uiteindelijk eenduidig een zwager van de jongeman, en het telefoonnummer van diens werkgever. Zo hebben we toch nog vóór het weekend de melding "dichtbij" kunnen brengen.
Tijdens mijn zoektocht bleek, dat de jongeman op 28-jarige leeftijd was overleden aan kanker. Mijn vader overleed een week voor zijn 28e verjaardag aan kanker, kort na mijn eerste verjaardag.
Die vrijdagmiddag was de uitvaart van mijn neef. Hij was een natuurliefhebber en is in stijl begraven op een natuurbegraafplaats, in een bos. Hij laat een vrouw achter en een zoon die in een ver land werkt.
Zoals vaak was er, naast het verdriet, ook het troostende van het weerzien met veel familie.
09 oktober 2013
De wonderlijke wereld van Patenten en Octrooien
Omstreeks 1989 kwam onze toenmalige directeur met een oproep aan de ontwikkelaars. We moesten zoveel mogelijk ideeën vastleggen en laten onderzoeken of die patenteerbaar waren.
Niet alleen om onze producten te beschermen, maar ook om uitruil van licenties met andere bedrijven mogelijk te maken.
Ik heb ca. 20 ideeën ingediend, de meeste alleen, sommige met collega's. Bij het opschonen van mijn administratie kwam ik de desbetreffende mappen weer tegen, 12 jaar na mijn "afvloeiing".
In de hele wereld wordt de term Patenten gebruikt, in Nederland noemt men het Octrooien.
Patenten kunnen worden aangevraagd en verleend per land, en de geldigheidsduur kan verschillen. Tegenwoordig wordt meestal een Europees patent aangevraagd, niet meer voor de afzonderlijke landen, en eventueel ook een Amerikaans patent.
Van mijn ideeën zijn er vier gepatenteerd in Europa, en daarvan twee ook in Amerika.
Het is toch wel een bijzondere ervaring als je, na ruim 20 jaar steeds creatieve oplossingen te hebben uitgedacht, een bericht krijgt van het European Patent Office dat je officiëel bent aangemerkt als "Inventor", uitvinder dus...
Toen ik het eerste concept kreeg van de patentaanvraag van een van mijn ideeën, herkende ik er echt helemaal niets in. En dat was dan zelfs nog in het Nederlands...! Na vele malen herlezen begon ik het te snappen. Technisch-juridisch jargon, dat langzaam doordrong, en dat nog flink wat correcties behoefde om te zeggen wat de clou was.
Nadat de directeur die dat initiatief genomen had weer was vertrokken, werd een commissie ingesteld: de "Stuurgroep Nieuwe Producten". Die moest een eerste oordeel geven of zo'n ingediend idee iets toevoegde aan ons productenpakket, en of het patenteerbaar was.
Alle ingeleverde ideeën waren direct gerelateerd aan ons dagelijkse werk: het ontwikkelen van nieuwe producten. We verwerkten ze al in onze ontwerpen en bedachten verbeteringen voor een volgende generatie. Wel moest een patentaanvraag ingediend zijn, voordat het product op de markt kwam.
De laatste 5 jaren van mijn carrière was ik "Medewerker Octrooien", en zat ik aan de andere kant van het "loket". Mijn taalvaardigheid had me daar gebracht. Het was een tweemansafdeling, waar mijn collega de contacten naar buiten onderhield. Ik hield bij welke nieuwe patenten er wekelijks wereldwijd uitkwamen op ons vakgebied. Dat kon toen inmiddels online.
Wat interessant leek kwam op ons intranet beschikbaar. Van het archief met patenten op papier heb ik de index op die site gezet. Mijn eerste praktijkervaring met het bouwen van een forse website, nog helemaal in puur HTML.
Gisteren kwam ik de afgewezen ideeën ook weer tegen. Eén daarvan was afgewezen omdat het idee al gevat zou zijn in een Brits patent, dat ik nu eens ben gaan opzoeken. Destijds was ik er van uit gegaan dat het grondig uitgezocht was door experts, maar ik zag nu mijn conclusie bevestigd, dat de Stuurgroep vaak niet voldoende besefte wat sommige ideeën inhielden, en wat er patenteerbaar aan was.
Vernieuwende aspecten zagen ze over het hoofd, en lieten het daarom dan niet uitzoeken door onze externe patentgemachtigde. Te duur, zullen ze gedacht hebben...
De Stuurgroep bestond uit managers, die belast waren met bedrijfskundige zaken: organisatie, marketing en logistiek. Ze waren niet dom, maar ook niet gedetailleerd ter zake kundig.
En daarmee is veel "IPR-kapitaal" verloren gegaan (IPR = Intellectual Property Rights).
Ik denk dat ik van de drie mappen er nu één zal overhouden, want alles wegmikken, nee...!
Ik heb ca. 20 ideeën ingediend, de meeste alleen, sommige met collega's. Bij het opschonen van mijn administratie kwam ik de desbetreffende mappen weer tegen, 12 jaar na mijn "afvloeiing".
In de hele wereld wordt de term Patenten gebruikt, in Nederland noemt men het Octrooien.
Patenten kunnen worden aangevraagd en verleend per land, en de geldigheidsduur kan verschillen. Tegenwoordig wordt meestal een Europees patent aangevraagd, niet meer voor de afzonderlijke landen, en eventueel ook een Amerikaans patent.
Van mijn ideeën zijn er vier gepatenteerd in Europa, en daarvan twee ook in Amerika.
Het is toch wel een bijzondere ervaring als je, na ruim 20 jaar steeds creatieve oplossingen te hebben uitgedacht, een bericht krijgt van het European Patent Office dat je officiëel bent aangemerkt als "Inventor", uitvinder dus...
Toen ik het eerste concept kreeg van de patentaanvraag van een van mijn ideeën, herkende ik er echt helemaal niets in. En dat was dan zelfs nog in het Nederlands...! Na vele malen herlezen begon ik het te snappen. Technisch-juridisch jargon, dat langzaam doordrong, en dat nog flink wat correcties behoefde om te zeggen wat de clou was.
Nadat de directeur die dat initiatief genomen had weer was vertrokken, werd een commissie ingesteld: de "Stuurgroep Nieuwe Producten". Die moest een eerste oordeel geven of zo'n ingediend idee iets toevoegde aan ons productenpakket, en of het patenteerbaar was.
Alle ingeleverde ideeën waren direct gerelateerd aan ons dagelijkse werk: het ontwikkelen van nieuwe producten. We verwerkten ze al in onze ontwerpen en bedachten verbeteringen voor een volgende generatie. Wel moest een patentaanvraag ingediend zijn, voordat het product op de markt kwam.
De laatste 5 jaren van mijn carrière was ik "Medewerker Octrooien", en zat ik aan de andere kant van het "loket". Mijn taalvaardigheid had me daar gebracht. Het was een tweemansafdeling, waar mijn collega de contacten naar buiten onderhield. Ik hield bij welke nieuwe patenten er wekelijks wereldwijd uitkwamen op ons vakgebied. Dat kon toen inmiddels online.
Wat interessant leek kwam op ons intranet beschikbaar. Van het archief met patenten op papier heb ik de index op die site gezet. Mijn eerste praktijkervaring met het bouwen van een forse website, nog helemaal in puur HTML.
Gisteren kwam ik de afgewezen ideeën ook weer tegen. Eén daarvan was afgewezen omdat het idee al gevat zou zijn in een Brits patent, dat ik nu eens ben gaan opzoeken. Destijds was ik er van uit gegaan dat het grondig uitgezocht was door experts, maar ik zag nu mijn conclusie bevestigd, dat de Stuurgroep vaak niet voldoende besefte wat sommige ideeën inhielden, en wat er patenteerbaar aan was.
Vernieuwende aspecten zagen ze over het hoofd, en lieten het daarom dan niet uitzoeken door onze externe patentgemachtigde. Te duur, zullen ze gedacht hebben...
De Stuurgroep bestond uit managers, die belast waren met bedrijfskundige zaken: organisatie, marketing en logistiek. Ze waren niet dom, maar ook niet gedetailleerd ter zake kundig.
En daarmee is veel "IPR-kapitaal" verloren gegaan (IPR = Intellectual Property Rights).
Ik denk dat ik van de drie mappen er nu één zal overhouden, want alles wegmikken, nee...!
04 oktober 2013
Tablet en huisvlijt op een regenachtige dag
Bij onze overstap naar "Alles-in-één", kregen we de keuze voorgeschoteld tussen 3 lokkertjes, en wij kozen de tablet-computer. Die konden we online bestellen, ongeveer een week nadat we aangesloten waren, bij een verre computerwinkel, die in deze helft van het land geen vestigingen heeft, zo bleek toen.
Bij het invullen van de bestelling van de (voor ons gratis) tablet werden uiteraard allerlei snuisterijen getoond die we ook zouden kunnen bestellen. Zoals een hoesje voor ca. € 40,- . Hebben we niet gedaan, omdat ons budget daar niet hoera over riep, en we toch niet van plan zijn her en der met dat ding rond te sjouwen.
Marijke heeft een smartphone met hoes, die heeft alle functionaliteit, en we nemen ook geen tweede mobiele internetverbinding: de tablet werkt op wifi. En onze provider is bezig een netwerk van wifi-hotspots op te bouwen, waar abonnees gratis gebruik van kunnen maken.
Toch hadden we na een aantal dagen het idee dat het wel goed zou zijn om dan zelf maar voor een hoesje te zorgen, om de kans op beschadiging te verkleinen als de tablet op tafel ligt en er wordt per ongeluk iets hard bovenop geparkeerd.
Omdat het toch regende vanmorgen, heb ik eens gekeken of ik, uit een oude bevlieging, nog voldoende leer had overgehouden. En ja, inderdaad: er was voldoende voor een voor- en een achterkant. Weliswaar twee verschillende kleuren, maar kniesoor etc., mooi soepel leer en stevig genoeg.
Met een paar eenvoudige gereedschapjes kom je een heel eind: scherp mesje, stalen liniaal en gaatjestang.
De modelleur, waarmee je op leer kunt "tekenen", had ik niet nodig; dit leer was daarvoor niet geschikt. Ik heb nog wel een voorbeeld, een proefstuk voor het huwelijkscadeau voor een broer, een elektrische klok. Deze verwachtingsvolle afbeelding heeft echter mijn lieve schoonzusje overleefd:
Vroeger sneed ik zelf ook leren veters om werkstukken in elkaar te zetten, maar daar had ik nu geen zin in, want het zou puzzelen worden met het nog beschikbare materiaal. Voeg daarbij een momenteel wat obstinate rechterpols, en het klosje duurzaam touw is snel gevonden.
Meestal teken ik vooraf alles uit. Deze keer ontstond het ontwerp tijdens het handwerk. Eerst wou ik er drukknopen op zetten, maar concludeerde tijdens het aftekenen dat dat wel eens teveel druk op de touch-screen zou kunnen geven, dus werd het een gewoon flapje...
Toch even weer lekker bezig geweest, gezien dat ik er nog iets mee kan, en later scheen ook de zon weer volop.
Bij het invullen van de bestelling van de (voor ons gratis) tablet werden uiteraard allerlei snuisterijen getoond die we ook zouden kunnen bestellen. Zoals een hoesje voor ca. € 40,- . Hebben we niet gedaan, omdat ons budget daar niet hoera over riep, en we toch niet van plan zijn her en der met dat ding rond te sjouwen.
Marijke heeft een smartphone met hoes, die heeft alle functionaliteit, en we nemen ook geen tweede mobiele internetverbinding: de tablet werkt op wifi. En onze provider is bezig een netwerk van wifi-hotspots op te bouwen, waar abonnees gratis gebruik van kunnen maken.
Toch hadden we na een aantal dagen het idee dat het wel goed zou zijn om dan zelf maar voor een hoesje te zorgen, om de kans op beschadiging te verkleinen als de tablet op tafel ligt en er wordt per ongeluk iets hard bovenop geparkeerd.
Omdat het toch regende vanmorgen, heb ik eens gekeken of ik, uit een oude bevlieging, nog voldoende leer had overgehouden. En ja, inderdaad: er was voldoende voor een voor- en een achterkant. Weliswaar twee verschillende kleuren, maar kniesoor etc., mooi soepel leer en stevig genoeg.
Met een paar eenvoudige gereedschapjes kom je een heel eind: scherp mesje, stalen liniaal en gaatjestang.
De modelleur, waarmee je op leer kunt "tekenen", had ik niet nodig; dit leer was daarvoor niet geschikt. Ik heb nog wel een voorbeeld, een proefstuk voor het huwelijkscadeau voor een broer, een elektrische klok. Deze verwachtingsvolle afbeelding heeft echter mijn lieve schoonzusje overleefd:
Vroeger sneed ik zelf ook leren veters om werkstukken in elkaar te zetten, maar daar had ik nu geen zin in, want het zou puzzelen worden met het nog beschikbare materiaal. Voeg daarbij een momenteel wat obstinate rechterpols, en het klosje duurzaam touw is snel gevonden.
Meestal teken ik vooraf alles uit. Deze keer ontstond het ontwerp tijdens het handwerk. Eerst wou ik er drukknopen op zetten, maar concludeerde tijdens het aftekenen dat dat wel eens teveel druk op de touch-screen zou kunnen geven, dus werd het een gewoon flapje...
Toch even weer lekker bezig geweest, gezien dat ik er nog iets mee kan, en later scheen ook de zon weer volop.