...en Niklas "logeert" hier ook. (v/h dwarsbongel.web-log.nl en niklas.web-log.nl)

06 mei 2025

250506 - Passanten die virtueel blijven passeren

Ik werd vanmorgen wakker met een heldere herinnering aan iets dat nooit iets geworden is en eigenlijk ook nooit begonnen is.
Het was ′in Stad′ (Groningen), vroege jaren ′60. De bus naar huis was net vertrokken, de volgende zou pas over een uur gaan. Ik had een weekendtas bij me met twee weken vuile was, die nog aan de zorg van mijn moeder mocht worden toevertrouwd. Ik was bezig mijn puberteit achter me te laten en had mijn eerste baan, voldoende ver van huis om niet voortdurend in conflict te zijn met de nieuwe echtgenoot van mijn moeder.

Ook haar bus was was weg. Zij had een grote portfoliomap bij zich op pakweg A2 formaat, met zo′n groen/zwart classic marmer dessin.
Hoe het precies ging weet ik niet meer, maar ook zij moest en uur wachten op haar volgende bus, en haar bestemming weet ik niet meer. Vaag denk ik: zij meer naar oost en ik naar het zuiden van Drenthe.
Het was overdag, maar was het koud? Regenachtig? Winderig? In elk geval niet zonnig en leek bijna een uur rondsjouwen met onze bagage niet zo′n goed idee.

Kwamen we al op het perron in gesprek? In elk geval gingen we tegelijkertijd de toenmalige wachtkamer binnen van het busstation op de kop van het perron, dichtbij het treinstation en met zicht op ′het peerd van Ome Loeks′. Het ′museum van Frans Haks′ (1994) was er nog niet, daar in het Verbindingskanaal. Je kon daar nog op je bus wachten zonder een consumptie te bestellen, want geld daarvoor hadden we niet: mijn bruto maandloon in die tijd was zo rond de fl. 130,00. Daar moest ik mijn kosthuis en alles van betalen.

Waarover we spraken? We wisselden wat uit over onze dagelijkse bezigheden. Ik was loopjongen bij de Universiteit. Leerling-bediende heette het officieel, maar ik installeerde proefopstellingen deed de projecties bij colleges Natuurkunde en stak zo toch wat op.
Zij studeerde op de Academie Minerva, kunstenares dus. Ik was eigenlijk best wel onder de indruk dat ik zomaar met een kunstenares zat te praten.
Mijn moeder heeft me vanaf mijn kleuterjaren aan cultuur laten snuffelen, musea met kunst en oudheden met me bezocht. En de nagelaten tekeningen van mijn vader, het vrije werk naast zijn bouwkundige tekeningen, vond ik zo knap omdat het me in de verste verte niet lukte om iets vergelijkbaars op papier te krijgen, ondanks mijn goede cijfers voor technisch schetsen. Dat ik ooit in een van zijn schetsboeken mijn kinderlijke fantasieën heb geknoeid ′bekijk ik nu heel anders′. Zo ben ik waarschijnlijk meer dan de gemiddelde techneut geïnteresseerd geraakt in kunst.
Door hoe ze vertelde over haar werk, werd ik nieuwsgierig naar wat ze maakte, en ze gunde me een blik in haar map. Ze gaf me haar visitekaartje, ze zou binnenkort meedoen aan een tentoonstelling. Ik kon haar geen kaartje aanbieden, en ik weet niet of ze mijn naam te weten is gekomen.
Wat was het verschil in leeftijd? Ik had het gevoel dat ze ouder was dan ik; ik moest waarschijnlijk nog 20 worden. Als ik de datum nog zou weten zou ik het kunnen narekenen.

Die tentoonstelling is me ontgaan; ik had geen kranten binnen handbereik dus geen aankondiging gezien. Internet werd pas een halve eeuw later gemeengoed. Televisie was er nog weinig, en radio was voor mij de leverancier van voornamelijk Engelstalige populaire muziek. Had de regionale radio al aankondigingen van dergelijke exposities? En was er lokale radio anders dan ′geheime zenders′ met "Hallo hallo, hier een plaatje voor de buurvrouw"?

In de Stad en op het busstation heb ik nog vaak naar haar uitgekeken, maar zou ik haar zonder haar map herkend hebben? Of zij mij, en zou ze geïnteresseerd geweest zijn in een vervolg op onze kennismaking?
Ook durfde ik niet op zoek te gaan naar het adres waar ze woonde, dat zal ongetwijfeld op haar kaartje hebben gestaan. Maar ik dacht waarschijnlijk: ze ziet me aankomen… Of was het te ver uit de koers?

Die ontmoeting is nu ongeveer zestig jaar geleden, was eenmalig, en toch zit het in mijn geheugen. Doordat die op haar kaartje, dat alleen nog in mijn herinnering bestaat, stond afgedrukt weet ik tot op de dag van vandaag haar naam: Joke Thoma.
Zoals dat gaat met oude herinneringen, zijn ze soms heel lang verborgen, maar komen door een ondefinieerbare impuls af en toe even aan de oppervlakte. Sinds internet toegankelijker wordt door steeds uitgebreider technische mogelijkheden, en meer en meer gevuld raakt met wetenswaardigheden en vooral vergeetwaardigheden, kun je nu zoeken op je laptop of vanuit je luie stoel op je smartphone naar wat je op een willekeurig moment te binnen schiet.
Ik vond haar naam op een boekje, ik bestelde het boekje online. In dat boekje vond ik wat meer informatie over haar. Ik ontdekte dat haar geboortejaar één jaar dichterbij is dan het mijne, maar ook dat het niet zinvol lijkt om te proberen haar te vinden en te vragen of zij zich nog iets van die ontmoeting herinnert: ze is al relatief jong ten prooi gevallen aan dementie.

Behalve haar tekeningen en schilderijen heeft Joke gedichten geschreven, en daar blijkt toch een overeenkomst: ook ik heb gedichten geschreven. Die van haar, geïllustreerd met enkele van haar schilderijen, zijn gepubliceerd in een boekje dat is samengesteld en uitgegeven door haar zus Giny, omdat ze er zelf niet meer toe in staat was.

HELP!! (...en zo wat heen…) | Giny Tulp-Thoma en Joke J. Thoma | ISBN 9 789402 110470

Toch maar geprobeerd iets meer te weten te komen: ik wou toestemming vragen om voor dit verhaal iets over te nemen uit het boekje. Dus zocht ik via het ISBN bij welke uitgever het boekje verschenen was. Dat bleek ′Brave New Books′te zijn, maar omdat uitgevers geen privé-gegevens mogen verstrekken, vroeg ik of ze mijn e-mail zouden willen doorsturen.
Zo kreeg ik een reactie van de echtgenoot van zus Giny, die het boekje had samengesteld. Helaas, Giny is overleden. Joke ook. Maar hij stuurde mijn vraag door naar de dochter van Joke, Ike Stubbe. Die reageerde enthousiast op de voorlopige versie van mijn verhaal over mijn ontmoeting met haar moeder en gaf toestemming.

Ook gedichten van mij zijn in boekvorm verschenen, waaronder ook gedichten die bij schilderijen geschreven zijn en met schilderijen die bij gedichten van mij geschilderd zijn.
Maar bij haar zijn zowel de schilderijen als de gedichten van haar eigen hand.


In het boekje vind ik nog een overeenkomst tussen Joke en mij: zij heeft in een cabaretgroep gespeeld, ik ook. Ik vanuit het circuit van gereformeerde jeugdverenigingen in Stad.
Zij, vermoed ik, vanuit haar tijd op de Academie, maar later ook met een vrouwencabaretgroep, Spek en Bonen. Toen ik me realiseerde dat ze overal in het land opgetreden hadden, en de term ′vrouwencafé′s′ genoemd werd, vroeg ik mijn Marijke of ze wel eens van de groep Spek en Bonen gehoord had: nou, inderdaad, zij zat destijds in het bestuur van het vrouwencafé alhier en herinnerde zich dat de groep ook hier had opgetreden! Zoiets als onvermoede losse eindjes die een verhaal rondmaken.

23 april 2025

250416 – Mobiel feest

Precies een week geleden was ik jarig. Behalve als het een lustrum is, vieren we dat niet in gezelschap maar met een uitstapje samen. Geïnspireerd door Buienradar trokken we noordwaarts, zoals we vaker doen, nu over de N366. Tot we het bord "Alteveer / Bourtange" zagen, en spontaan besloten om af te slaan, onder het zingen van een gemodificeerde zin uit een kerstlied: "Gij kwaamt van alzo Hoge / van Alteveer".
We gingen in Bourtange lunchen, een van onze favoriete plekken. Ik nam uit nostalgische overwegingen geen koffie, maar chocolademelk – in mijn jonge jaren, als het weer goed was, fietsten we met een groepje vriendjes en neefjes en nichtjes naar Haantjebak in de Emmerdennen, en mijn moeder nam dan een grote kan chocolademelk en een grote pan oliebollen in de fietstassen mee.

Bij de Bovenlanden waren er eindelijk weer eens koolzaadvelden in bloei. Daar moest een verjaardagsfoto gemaakt. Maar gelukkig heeft Marijke ook een selfie gemaakt van ons samen.
Vanaf de Bovenlanden reden we, zoals alweer een tijd mogelijk is, over de vernieuwde Boneschanskerbrug naar Nieuweschans, waarna we langs Oudezijl komen, waar de moeder van mijn moeder geboren is. Ik ben nog steeds nieuwsgierig in welk huis, en of dat er nog is.
Via Drieborg komen we langs de dijkdoorgang tussen de Stadspolder en de Reiderwolderpolder, met het huisje bovenop de dijk waarin materiaal is opgeslagen om bij extreem hoogwater de doorgang af te sluiten.
Zo komen we bij Nieuw Statenzijl, het sluizencomplex waar de Westerwoldse Aa, die de grens met Duitslan vormt, uitmondt in de Dollard. Hier vlakbij heeft Ede Staal een tijd gewoond en daaraan danken we zijn prachtige lied Nij Stoatenziel.
We maken een foto in het (teruggeplaatste) frame en scharrelen wat rond, bekijken de sluisdeuren en kijken over de Dollard in de richting van Emden, maar het is daar heiig. Je kunt hier ook zo Duitsland in fietsen.
Dat je hier aan de grens bent blijkt ook uit de Dijksteen. We lopen naar beneden, dezelfde route als de vistrap – er wordt hier veel onderzoek gedaan naar vismigratie. Beneden is er een smal houten pad naar de Kiekkaaste, vogelkijkhut. Terwijl we bij het begin stonden ging luidruchtig een grote vlucht brandganzen op de vleugels. Marijke maakte een foto terwijl ik dat filmde.
Wat je misschien niet verwacht op de klei in de Carel Coenraadpolder, zo langs de Dollard en de Wadden, zijn bloeiende bollenverden. Wij kwamen er langs op de Dallingweersterweg, net als af en toe een paar prachtig ontluikende abeelen.
De kerk van Termunten is van de Stichting Oude Groninger Kerken. We konden deze keer naar binnen en hebben die kans niet onbenut gelaten. Staande bij de kerk zie je tussen de huisjes, die naast de kerk zo klein lijken, de Dollarddijk.
Het interieur lijkt helder verlicht door de combinatie van witte muren en de hoge ramen. Nu ik de foto′s nog eens bekijk geeft de sfeer me zelfs een associatie met de kerken op Malta, met name de Carmelietenkerk in Valetta, die we bezocht hebben tijdens onze huwelijksreis.
Het orgel is een vervangend exemplaar, het oorsprokelijke is verloren gegaan naar ik meen door oorlogs- en natuurgeweld. De kerk heeft een lange geschiedenis van verkleining.
Marijke bleef in de kerkzaal, ik ging naar de toren, die je blijkens een bord bij de ingang mocht bezichtigen. Ik was onder de indruk van de klok, die je de hele toren door duidelijk maakte dat hij de tijd gestadig wegtikte. Toch hoorde ik zachtjes muziek van beneden, en later vertelde Marijke dat zij op de piano in de kerkzaal gespeeld had. Ik ben niet al te hoog geklommen, ik ben gestopt toen ik bij een trap kwam waar bovenaan tweemaal met grote letters stond: PAS OP!
Op weg naar beneden jeukten mijn handen om eens stevig aan dat touw te gaan hangen, dat uit de top van de toren tot op de eerste verdieping hing, maar het mededogen met de omwonenden, voor wie het een noodsignaal zou kunnen zijn, liet mijn verstand zegevieren.
Weer buiten gekomen, op weg naar de auto, heb ik nog een foto gemaakt van de zijkant van de kerk, waar een rij ronden vensters wordt afgesloten met een gleuf in een soortgelijk rond metselwerk. Elke keer vraag ik me af: wat zou het doel daarvan zijn?
Dan zijn we aan het eind van de middag gekomen en beginnen al een beetje trek te krijgen. Op een dag as deze past een iets uitbundiger maaltijd waar we zelf niet voor aan de slag hoeven. We waren het snel eens over onze eerstvolgende bestemming: Bussemaker in Exloo. Wederzijdse herkenning tussen ons en het personeel, en altijd smakelijk eten.
Een aangename afsluiting van een mooie dag, alvorens de laatste etappe naar huis te voltooien.

02 november 2024

241101 – Struikelstenen en huizen

Voor mijn geboortehuis ligt een Stolperstein. Ik was een foetus toen onze buurman en zijn vrouw door de Duitse bezetter uit hun huis gesleurd werden. Ze waren Joods en gevlucht uit Duitsland. Hij is twee maanden voor mijn geboorte gedeproteerd vanuit Westerbork en twee maanden na mijn geboorte vermoord in Blechhammer. Zijn vrouw is als overlevende teruggekomen, geestelijk gebroken en lichamelijk gehandicapt.
Ik heb deze geschiedenis pas ontdekt toen die Stolperstein was geplaatst. Mijn vader is te vroeg overleden om het te kunnen vertellen. Ik denk dat mijn moeder erg onder de indruk is geweest, me te jong vond en teveel eigen leed meedroeg.
Ik was 73 en las toevallig over het plaatsen van die Stolperstein, toen ik op internet naar iets over mijn geboorteplaats zocht. Toen ik er later eens ging kijken ontmoette ik al even toevallig een plaatselijke historicus, die me er iets over kon vertellen.

We leven nu in een heel andere tijd, waarin het schuurt tussen respect voor het leed dat door de nazi′s is aangericht onder de Joodse bevolking, en wat er momenteel gebeurt in Palestina, dat we vanuit het Christelijke gedachtengoed nog wel eens het Beloofde of Heilige Land noemen, maar nu zien dat de bevolking die daar tot en met de Tweede Wereldoorlog woonde, steeds verder uit het gebied waar ze leefden wordt verdreven nadat de staat Israël daar gevestigd werd.
De oorlog in Gaza versluiert dat de westelijke Jordaanoever ook een oorlogsgebied geworden is, waar kolonisten de Palestijnse bewoners met geweld verdrijven tegen alle internationale verdragen in, en de Israëlische regering dat lijkt te faciliteren.

Welke gruwelijkheden er ook zijn gepleegd door Palestijnse groeperingen, dat kan in een beschaafd land geen vrijbrief zijn om weerloze burgers, inclusief vrouwen, kinderen en bejaarden, voortdurend van de ene veilig genoemde vluchtplaats naar de volgende veilig genoemde vluchtplaats te jagen en ze ook daar weer te beschieten en bombarderen. In tentenkampen, scholen en ziekenhuizen. Ze voedsel, medische zorg en zelfs water te onthouden, omdat er terroristen tussen de vluchtelingen zouden schuilen.
Waarbij zelfs de laatste organisatie van de Verenigde Naties die nog humanitaire hulp biedt verboden wordt verklaard en aangevallen door het Israëlische leger.

Met de Stolperstein voor mijn geboortehuis in gedachten vraag ik me af of er in Gaza en op de Westbank ooit Stolpersteine gelegd zullen worden voor de huizen van de slachtoffers van dit niets ontziende geweld.
Maar dat is tegen beter weten in. Hier staan veel van die huizen nog. Daar staat geen enkel huis meer…

01 oktober 2024

241001 - Peuken voor de Staatskas

De geachte volksvertegenwoordigster mevrouw Caroline van der Plas (BBB) maakt zich zorgen over de inkomsten van de Staatskas doordat mensen minder tabaksproducten zouden kopen in eigen land door de accijnsverhoging, maar naar het buitenland zouden gaan voor hun rokertje.
Nu meen ik haar ooit te hebben horen beweren dat ze niet zo goed is in rekenen.
Zullen we eens "zelf wat onderzoek doen"?
Ik heb gevonden dat de opbrengst in Nederland van accijnzen op tabaksproducten nog geen €3 miljard euro per jaar is, op een totaal van €415 miljard overheidsinkomsten.

De kosten van aan roken gerelateerde gezondheidsproblemen bestaan uit verschillende factoren.
de directe kosten van gezondheidszorg voor ziekten als gevolg van roken zijn direct in cijfers uit te drukken. Dat is al moeilijker bij verloren productieve jaren door overlijden, en helemaal bij verloren productiviteit door uitval wegens chronische ziekten.
Daarbij worden natuurlijk vaak als eerste COPD en longkanker genoemd, maar toen ik zelf met een longontsteking in het ziekenhuis belande, zei mijn longarts dat hij veel vaker patiënten kreeg met longemfyseem als gevolg van roken (of meeroken).
Wat ik van hem ook leerde, is dat hij me op mijn actuele longfoto liet zien, 30 jaar nadat ik gestopt ben, hoeveel longweefsel ik heb kapotgerookt, en dat herstelt niet weer. Ik mag van geluk spreken dat ik nog normaal kan functioneren!
Roken heeft ook invloed op de hersenen, het vergroot de kans op een beroerte. Volgens onderzoek brengt roken schade toe aan de hersenen, neemt het concentratievermogen af en er kunnen aandachts- en impulsiviteitsstoornissen ontstaan. (!)

Er wordt ook nogal eens beweerd dat het voor de samenleving goedkoper is als mensen wel roken, omdat ze dan korter leven en dus als oudere geen beroep meer doen op het zorgsysteem, bijvoorbeeld omdat ze niet de tijd krijgen om dement te worden.
Daar staat tegenover dat een roker anderhalf (1½) keer zoveel kans loopt om dement te worden, en dus ook op jongere leeftijd.
Rokers verliezen kwaliteit van leven, hebben ook meer lichamelijke en psychische problemen, blijkt uit onderzoek. Dat komt het levensplezier niet ten goede, maar dit is al weer wat moeilijker in cijfers uit te drukken.

Knappe gezondheidseconomen (nee, zelfs econmie is niet "ook maar een mening" omdat je het zelf niet snapt) hebben becijferd dat de gezondheidskosten als gevolg van roken per jaar meer dan €30 miljard per jaar zijn.
En ga dan maar mopperen over de stijgende kosten van de zorgverzekering.

Terwijl de tabaksindustrie z′n pijlen op de jeugd richt (wie de jeugd verslaafd maakt, continueert z′n verdienmodel) is mw. Van der Plas over de rooie omdat Nederland probeert ze een lang gezond leven in te helpen (want accijnsverhoging blijkt wel degelijk het aantal - vooral jonge - rokers te verminderen), ten koste van een paar honderd miljoen die wel gekort zullen worden op haar strontoverschotsubsidiebeleid.
O ja, ook een tikkeltje eigenbelang, omdat ze niet meer naar Tsjechië of Hongarije hoeft om haar peukenverslaving te stillen ten koste van de Staatskas?
Of misschien toch maar stoppen met roken om te proberen wat er nog te redden is van het rekenvermogen?

17 september 2024

240917 - Oranjekanaal

Het was warm, maar het werd nodig tijd dat ik weer eens een flinke wandeling maakte. Ik heb zo mijn vaste rondje met een keuze tussen groot, gewoon of vlug even.
Het was tijd voor een grote ronde, dat is ongeveer 10 kilometer. Maar de standaardronde voerde me over lange stukken open veld, en ik had geen zin om me in te smeren, wat met deze strakke zonneschijn wel gewenst zou zijn als ik niet wou verbranden.
Een alternatief was om een stuk langs het nabijgelegen Oranjekanaal te gaan en daarna het bos in. Bij de brug van Westenesch zou ik kunnen afslaan en dan beslissen welk vervolg ik zou kiezen uit de verschillende mogelijkheden om met een grote boog weer naar huis te gaan.

Ver voordat ik op dat punt was gearriveerd belde Marijke in jubelstemming. Ze had een test gedaan en een goede uitslag gekregen. Ze had al drie jaar met een apneu-apparaat moeten slapen, en de nieuwe test had uitgewezen dat dat niet meer nodig was! Om gezond te blijven kun je zo′n ding nodig hebben omdat je anders in je slaap een zuurstoftekort kunt oplopen, maar het is wel irritant.
Ik heb contact met mijn mobiel via mijn Bluetooth-oortje, en een wandelend echtpaar keek wat vreemd naar me. Ik heb ze uitgelegd dat ik niet met mezelf liep te praten, maar een prettig telefonisch contact had met mijn vrouw middels de Bluetooth-techniek waarvan ik zelf de administratieve afhandeling van enige patenten heb verwerkt.

Verderop, net voorbij de afslag naar de manege in het bos, kom ik langs de zwaaikom, waar we met een koor en een groep dichters een manifestatie hebben gehad ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van het Oranjekanaal. We droegen en gedichten voor, geschreven ter ere van die gelegenheid.
Mijn gedicht was tegelijk een herinnering aan de tochtjes met mijn moeder, juist omstreeks dit jaargetijde. Mijn moeder plukte heel veel bramen langs de oevers van het Oranjekanaal waar ze potten vol heerlijke jam van maakte. Ik zie mijn moeder nog voor me in haar bruine manchester jasje en een broek die enigszins beschermde tegen de stekelige takken. Ik mocht helpen plukken, maar niet te dicht bij het water want ik was nog te jong voor zwemles.


Oogst
 
 
Daar waar mijn moeder oogstte
in bruine ribfluwelen jas en broek
tussen taaie, stekelige struiken
als de zomer afscheid nam
 
slaat men nu de steile oevers kaal
om het oude jaagpad te herstellen
waar geen paard of schipper nog
een schip zal langs doen gaan
 
Met gesloten ogen zie ik oude foto´s
werkvolk schept de grond in krooien
langs smal plankier zwoegt het omhoog
broeken hangen aan bretels om ´t vege lijf
 
Kanaal met naam ter ere van de koning
kwetsuur in ´t eeuwenoude Drentse land
scheepvaart voor de kachels in de steden
in plaggenhutten schuilt het werkvolk met gezin
 
Rechtsomkeert gaan schepen in de zwaaikom
 
Sluizen die geen schip meer schutten
bruggen niet meer afgedraaid
kanaal dat doodloopt op een duiker
mijn moeder plukt geen bramen meer.  
 
© Gauke Zijlstra, 2006


Aangekomen bij Westenesch werd het nog een andere keuze. Ik besloot rechtdoor te gaan, verder langs het Oranjekanaal. Die keus hield ook in, dat ik pas bij de Sluisvierweg over de brug naar de andere kant kon, maar dat dwong me ook om lekker door te lopen als ik niet over hetzelfde voetspoor terug wilde lopen.
Hier stond het aan beide kanten ook vol braamstruiken, ook op de oever van het kanaal, dat vele meters lager ligt dan het pad.
Ik speurde langs de struiken, liep er naartoe als ik bramen zag, maar wat er hing was niet rijp of al verdord.

Ik wou dat ik nog even met mijn moeder kon praten, al was het maar per telefoon. Tijdens haar tweede huwelijk plukte ze hier nooit meer bramen. En we hebben zoveel "quality-time" gemist, omdat het al gauw fout ging tussen die stiefvader en mij.
Als wij later een serieus gesprek hadden en die man was in de buurt, bemoeide hij zich er altijd mee en maakte ruzie. Ik kan me niet voorstellen dat dat huwelijk haar gebracht heeft wat ze ervan verwacht had. Maar ja, "wat God heeft samengebracht, zal de mens niet scheiden" was haar overtuiging.
Nou wil het verhaal dat het meer de gereformeerde dorpsdominee is geweest die ze heeft samengebracht, door een prachtige brief te schrijven voor de man – gezien een later ingezien epistel van hem kon hij geen goed geformuleerde brief produceren.
En per telefoon? Nu iedereen met een mobieltje rondloopt, en handsfree kunt bellen via je oortje, kun je je niet meer voorstellen dat die dingen toen nog lang niet bestonden en dat zelfs het aantal mensen met een vaste telefoon beperkt was.
Die stiefvader had telefoon in huis omdat hij voorganger was bij de begrafenisvereniging in het dorp en dus "altijd bereikbaar" moest zijn. Een nummer met drie cijfers, een nummer dat ik later in de digitale techniek beroepshalve herkende als een meervoud van twee. Een telefoonnummer uit zo′n periode blijft hangen.

Aldus filosoferend naderde ik weer de brug bij Westenesch.
Dat lange stuk langs die vele braamstruiken leverde niets op, ik had maar twee eetbare bramen gevonden en die ook meteen in mijn mond gestopt toen ik ze vond. Net of alle bramen al voor mijn neus weggeplukt waren.
Ik passeerde de plek waar ik de laatste keer voordat hij overleed mijn meest nabije stiefbroer onverwacht onderweg ontmoette. Zoals alle stiefbroers en -zussen was hij erg op mijn moeder gesteld. Ze was met hen omgegaan alsof het haar eigen kinderen waren.

Ik had nog zo ongeveer 100 meter te gaan tot de brug toen ik iemand zag die een fiets pakte die bij de brug tegen een paaltje stond, een emmertje aan het stuur hing en opstapte.
Een kleine vrouw in een bruin corduroy jasje fietste weg richting Emmen...

26 augustus 2024

240826 Bij de kapper

Zit ik in de kappersstoel en een volgende klant komt binnen. Die moet wachten tot mijn kuif de juiste vorm heeft. Er zat heel wat op deze keer, omdat we even andere dingen aan ons hoofd hadden die eerst weg moesten. Intussen kwam Marijke binnen, die klaar was met boodschappen doen.
De volgende klant, die Richard bleek te heten, liet zich verbinden met de wifi van de kapper en zat te surfen op zijn telefoon.
Plotseling schoot Richard uit zijn slof. Hij vond dat de hele boel weer eens belazerd was en dat er nergens iets van deugde. Het hele repertoire kwam voorbij: covid, van Dissel, Koopmans, Bill Gates, en die Fauci moesten ze de kop van zijn romp trekken en vierendelen. En de regering had alles fout gedaan, en iedereen die braaf de vaccinaties gehaald had was gek. Om over de oversterfte nog maar te zwijgen, dat gaat maar door en wordt onder de pet gehouden.
We kijken op de kalender en zien toch echt het jaartal 2024 staan. Het zit dus wel erg diep.
Marijke vraagt hem waar die agressie van hem toch allemaal vandaan komt.
Mijn kuif is inmiddels klaar, ik reken af en klop de haarresten van mijn kleding. Omdat ik ook in gesprek geraakt ben met Richard, begint de kapper aan de volgende klant, die intussen binnengekomen is.
Richard doceert: virussen komen niet voor bij dieren, alleen bij mensen. Bij dieren zijn het zoönosen, geen virussen.
En 5G is ook levensgevaarlijk: "De wereld wordt één grote magnetron!", briest Richard, terwijl hij zich met Bluetooth heeft laten inloggen via de 5G telefoon van de kapper.
Richard weet niet of hij zelf een telefoon heeft met 3G, 4G of 5G. Nee, daar heeft hij geen verstand van.
Ik vraag hem of hij weet dat een van die zogenaamde bewijzen dat 5G zo gevaarlijk is, afkomstig is uit een document over de kracht die een straaljagerpiloot ondervindt, waar 5G betekent dat het 5 maal de zwaartekracht is, en dat dus niets met telefonie te maken heeft? Nee, dat weet hij niet, vindt hij ook niet interessant. Maar 5G heeft te maken met frequenties van radiostraling!
En Richard gaat verder over zijn virussen. Of ik "dit" wel had gezien op Telegram. Wat de bron van dat artikel was? Hoezo bron? Daar had hij geen idee van, het stond immers op Telegram, dus dat was voldoende. En dat andere artikel, en de hele reeks andere artikelen op internet, dat was toch allemaal bewijs genoeg?
Discussie? Nee, hij had gelijk en wat ik zei was allemaal onwetendheid.

Ik vroeg wat zijn beroep was en welke opleiding hij daarvoor had genoten. Hij was elektriciën en had een opleiding van drie jaar gehad en zo′n 10 jaar ervaring als elektriciën in de bouw.
Zou iemand met een opleiding tot chefkok zomaar zijn werk kunnen doen? Nee, en daarrbij keek hij me verbaasd aan. Hij kon wel koken, maar niet zoals de kok van een duur restaurant.
Of hij begreep hoe zijn telefoon werkt, want dat is toch ook elektrotechniek? Nee, dat ging hem boven de pet. Om zulke ingewikkelde dingen te leren bedenken moest je naar de Technische Universiteit.
Hoe hij dan meer wist over virussen dan Fauci, van Dissel en Koopmans, die daar drie keer zo lang voor opgeleid zijn dan hij voor zijn beroep, en tientallen jaren ervaring hebben in hun vak?
Hij begon weer onstuitbaar te citeren uit zijn artikelen op Telegram en wat dies meer zij…
Marijke zei: "We moeten weg, anders komen we te laat. Geef elkaar maar een hand en ga mee." Richard keek verbouwereerd van de een naar de ander. Ik stak mijn hand uit en we schudden elkaar de hand en wensten elkaar nog een mooie dag.
"Goed zo jongens, tot ziens! Mooie dag!", zei de kapper.

24 februari 2024

240224 - ZOZ - Alice en het konijn

Wie mee wil doen met (of luisteren/kijken/lezen bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, vindt de links bij Natasja.

Sinds mijn bijdrage over de Green Tambourine heb ik door een onduidelijke oorzaak steeds muziek in mijn hoofd van Jefferson Airplane (NL).

Ik kocht ooit de LP Thirty Seconds Over Winterland. Toen mijn platenboer me de koptelefoon liet opzetten en deze LP startte met het nummer Jefferson Airplane - Have You Seen The Saucers?, en vanuit het publieksrumoer na wat getokkel op gitaren de viool van Papa John Creach los ging, was ik verkocht. Nou ja, de LP dus. Soms liepen de melodielijnen van de viool en de gitaren zó vloeiend samen, dat het onderscheid moeilijk te vinden was. Een viool in de Psychadelische Rock, dat geloofde je toch niet? Maar John Henry Creach was van alle markten thuis: klassiek, jazz, blues; hij had gespeeld bij diverse grootheden. Hij was ruim 20 jaar ouder dan de andere bandleden.
Het hele repertoire van die LP kwam weer rondzingen in mijn hoofd.

Toch ga ik het hebben over een nummer dat daar niet op staat, maar waarschijnlijk het bekendste nummer is van Jefferson Airplane: White Rabbit (NL). Het is geschreven door zangeres Grace Slick (NL) toen ze nog zong in The Great Society, maar werd pas een iconisch succes met Jefferson Airplane, toen ze daar de vertrekkende zangeres opvolgde.
De song is gebaseerd op de boeken van Lewis Caroll (NL): Alice's Adventures in Wonderland (Alice in Wonderland) en het vervolg Through the Looking-Glass (Alice in Spiegelland).
Ik kies voor een lopname uit een TV-show vanwege de bewegende beelden.

Jefferson Airplane -White Rabbit



Het grappige is, dat ik me nooit gerealiseerd had dat dit een song is die veel musici verleid heeft om zich er ook aan te wagen, maar dat ontdekte ik bij het zoeken naar een clip die ik zou kunnen plaatsen.

Daarbij kwam ik veel versies tegen, en ik vond er een die er echt uit sprong: die van Elephant Revival, een folk music group in 2006 gevormd in Nederland, Colorado (NL). Alle bandleden zijn multi-instrumentalist en dragen bij aan zang en songwriting.
Deze video is live opgenomen in het Red Rocks Amphitheatre (NL), een openlucht amfitheater in de buurt van Denver.
Elepr>hant Revival - "White Rabbit" At Red Rocks Amphitheatre