...en Niklas "logeert" hier ook. (v/h dwarsbongel.web-log.nl en niklas.web-log.nl)

vrijdag 28 april 2023

230428 – Vijfenvijftig jaar geleden

Op deze datum, in een eerdere fase van mijn leven leven, werd ik voor het eerst vader.
Omdat er niet tijdig een kraamverzorgster aanwezig kon zijn, rustte op mij de spannende, onwennige taak de vroedvrouw te helpen.
Direct na de bevalling werden we per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd. Eerst brachten de chauffeur en ik moeders op de brancard naar beneden. Daarna zette ik me naast de chauffeur met mijn dochter in mijn armen; verder was er geen begeleiding.
In het ziekenhuis werd moeders direct naar de behandelkamer gereden. Mijn dochter werd door een verpleegster van me overgenomen. Ik kreeg haar nog even te zien achter glas - de verpleegster was een goede bekende van ons.
Weer thuis hielp mijn moeder me de boel op te ruimen: zij had voor het eerst een bloedeigen kleindochter. Ze was al oma via mijn stiefbroers en stiefzussen.
Deze foto van de trotse vader en zijn welgeschapen dochter is gemaakt op de dag dat moeder en dochter terug waren uit het ziekenhuis.

vrijdag 7 april 2023

230407 - Passie

Ik was neergestreken in een café omdat ik op mijn lange wandeling toe was aan een kop warme chocolademelk met slagroom en een stuk appelgebak. Aan een tafeltje naast me zaten een man en een vrouw, uit het gesprek op te maken hun eerste date.

Het gesprek ging over op de afgelopen TV-avond, het spektakel "The Passion".
"Dat verhaal van de Kruisiging en Wederopstanding van Jezus wordt zó mooi inzichtelijk en invoelbaar gemaakt,"zei zij, "daar kunnen geen honderd preken tegenop! Het brengt me zoveel dichter bij het gevoel dat je vergeving voor je fouten kunt krijgen door je geloof!
"Ach," zei hij, "Ik kan daar niet zoveel mee. Ik moet zelf in het reine komen met mijn eigen fouten. Er wordt ′gevierd′ dat iemand die uit de pas loopt bij zijn volk en inmiddels een groep volgelingen heeft, op barbaarse wijze wordt vermoord. Het volk is opgehitst door hun geestelijke leiders, die zich bedreigd voelen in hun status quo, en de man heeft zich in hun ogen misdragen door de handel van hun familie en vrienden op het Tempelplein te versjteren.
Het land is bezet en de plaatselijke bevelhebber is bang dat de massahysterie zich tegen het regime zal keren, en beveelt een afschrikwekkende executie.
De volgelingen beweren later dat de geëxecuteerde uit de dood is opgestaan en ′ten hemel gevaren′ is. Tja, dat kon in die tijd nog, zonder raketten en met beperkte kennis van de natuurwetten…"
"Hè bah, waarom doe je toch zo verschrikkelijk rationeel? Geloof je dan helemaal niks?"
"Als ik niet zo rationeel was, kon ik mijn werk niet doen. Maar daardoor realiseer ik me ook dat mensen nu vaak denken dat de mensen toen net zo dachten als we nu denken met de kennis en mogelijkheden van nu.
Het leven van toen is lang niet zo omvattend en reproduceerbaar vastgelegd als we nu doen.
Ze willen nu zelfs alle Nederlandse Tweets archiveren omdat ze bang zijn dat Elon Musk Twitter om zeep helpt! In Duitsland zijn ze er al mee bezig. Hadden Jezus en zijn discipelen destijds iets als sociale media gehad en waren de servers nadien niet gecrashed, dan had de wereld er heel anders uitgezien!"
Ze stond op, pakte haar tasje en sloeg hem met de vlakke hand in zijn gezicht.
"Jij hebt ook helemaal nergens respect voor!" zei ze terwijl ze naar de uitgang liep.

"Ach", zei de man tegen mij, "die symboliek heb ik haar niet meer kunnen vertellen, maar dat zou toch verkeerd gevallen zijn: ik ben de zoon van een timmerman, het is Goede Vrijdag, en ik ben vandaag 33 geworden…"

dinsdag 28 maart 2023

230325 – van Buis via Tor tot Chip

Dezer dagen een bericht dat mij een verrassend inzicht gaf: Gordon Moore is overleden op 94-jarige leeftijd. Weinig mensen kennen zijn naam, maar onbewust heeft vrijwel iedereen te maken met de resultaten van zijn werk. Hij had grote invloed op de ontwikkeling van de moderne elektronica, en grotendeels liep mijn loopbaan daaraan parallel.

De Amerikaan stond aan de wieg van de computerchip en de microprocessor en was daarmee een van de drijvende krachten achter de digitale revolutie in de tweede helft van de vorige eeuw.
"Ik ben begonnen toen we nog niet eens een enkele silicium transistor konden maken en was erbij toen we er 1,7 miljard op één chip kregen", vatte Moore zijn carrière eens samen. "Het was een fantastische reis."


De transistor deed zijn intrede in de gewone wereld kort voordat ik in 1960 van de LTS kwam. Intussen was ik naast de LTS al begonnen aan een schriftelijke cursus Radiotechniek bij PBNA; dat leek me interessant want ik luisterde graag naar muziek. Ik had een oude radio gekregen van een oom. Dat was een toen gangbaar model met radiobuizen. Ook de cursus was nog geheel gebaseerd op radiobuizen.
Voor elektronica was toen nog geen aparte cursus, en ook de computer van de RUG, mijn eerste werkgever, was nog opgebouwd met radiobuizen. Die was ter grootte van een huiskamer en had de functionaliteit van een telraam.

Die eerste transistorradio′s waren veel kleiner dan die met buizen. Hoe meer transistoren er in zaten, hoe indrukwekkender. Er waren modellen ter grootte van een dik pocketboek met wel 10 transistoren.
Mijn eerste transistorradio van het formaat zeepdoos met 6 transistoren, kreeg ik van de meneer van een radio-onderdelenzaak, als dank voor het helpen sjouwen met een zware filmprojector, o.a. naar de officiële ingebruikname van de laatste geautomatiseerde telefooncentrale in Nederland, in Warffum, om de film van Louis van Gasteren te vertonen.
Naast mijn werk als "leerling-bediende" werkte ik enkele uren per week in de elektronicawerkplaats van het NatLab. Later kwam ik bij een vaste werkgroep, waar ik de schema′s van mijn chefs omzette in apparatuur. In feite was elk apparaat uniek, zoals een magneetveldmeter voor ons cyclotron.
In de radiootjes zaten germaniumtranistoren ("torren" zeiden we), maar wij werkten daar met de nieuwste halfgeleiders van dat moment: siliciumtransistoren en bijvoorbeeld ook tunneldiodes.

Na 6 jaar vertrok ik naar een bedrijf dat oproepsystemen maakte voor zorginstellingen. Daar werd al wel gebruik gemaakt van transistoren. De "piepertjes" (pagers) waarmee het personeel naar patiënten werd gedirigeerd, waren natuurlijk opgebouwd met transistoren. Het systeem waarmee dat alles werd bestuurd bevatte nog steeds hoofdzakelijk germanium-"torren" waarmee relais aangestuurd werden, omdat er nog geen transistoren waren die de grote signaallampen konden aansturen.
In de loop der jaren nam de vraag naar complexere systemen toe, en door de ontwikkelingen die door Gordon Moore en zijn conculega′s in gang waren gezet, werden ook de beschikbare componenten kleiner en krachtiger. Na de transistoren kwamen er Integrated Circuits (IC's), een samenvoeging van meerdere tarnsistoren op één basis, en volgens de "wet van Moore" nam de complexiteit van de bouwstenen steeds sneller toe.
Van transistoren via "IC" tot "chip", de chip is 5x5mm, de afdruk is 80x70cm.

Zo begon ik mijn loopbaan met losse transistoren met andere onderdelen op een printplaat te solderen, en vond je het al heel wat als er 12 transitoren op één unit van 12x18 cm zaten.
Een van mijn laatste projecten was het ontwerpen van een schakeling met pakweg 70.000 transistoren die op een schijfje silicium van 5x5 mm "gebakken" werd bij Philips, dat later de halfgeleideractiviteiten afsplitste naar NXP en ASML. Die chip, een Application Specific Integrated Circuit (ASIC), kwam in een portable voor bewakers die er alarm mee konden slaan en waar op een centrale te zien was waar op het terrein het alarm gemaakt was.
Dat is nog lang niet het aantal transistoren dat nu op bijvoorbeeld een processorchip zit.
De portable met mijn chip en nog een andere.

Na dat ontwerp heb ik nog een aantal apparaten gemaakt met microprocessoren, die ik ook programmeerde.
Mooie route als je met een diploma LTS-Elektro van start gaat, eindigt als Hoofdontwerper, en al doende voor je baas ook nog een paar patenten in de wacht sleept, al zeg ik het zelf 😁

Het bericht bij de NOS: Gordon Moore overleden

maandag 20 maart 2023

230320 – Het behouderlijk huis

Na mijn vader′s overlijden woonden mijn moeder en ik bij opa en oma, haar ouders. Opa was al gepensioneerd en ze woonden in de helft van een een mooie dubbele woning. Een rustige straat die je nou niet direct een volksbuurt zou noemen. Voor die tijd ook al tamelijk comfortabel.
Als ik nu in het begin van de zomer langs dat huis rijd, bloeit de door opa geplante blauwe regen nog altijd rijkelijk aan de voorgevel.
Toen ik met mijn moeder bij opa en oma kwam wonen, was het toilet geen tonnetje dat elke week geleegd moest worden, zoals in heel veel huizen toen nog, maar een geglazuurde keramische toiletpot, die werd doorgespoeld met een witte, geëmailleerde lampetkan. Eens in de zoveel tijd kwam er een tankauto voorrijden, slangen werden uitgelegd, de septictank werd opengemaakt en leeggezogen.

Het huis was omgeven door bos en had een ruime tuin: vóór een siertuin en achter een flinke moestuin. Er waren perken met allerlei groenten en aardbeien. Rondom bessenstruiken: rode, witte, zwarte en kruisbessen. Het bos begon achter in de tuin op de heuvel die deels nog bij de tuin hoorde. Een zitje halverwege de heuvel, en een paadje naar het bos. In de tuin stond een dikke beuk die twee volwassen mannen net samen konden omspannen met hun armen.

Het dagelijks ritme was strak. Tussen de middag hadden we warm eten, dat was gedurende opa′s loopbaan altijd zo geweest. Een concessie was dat we pas begonnen als mijn moeder thuis was uit de fabriek. Een confectiefabriek, waar ze bandleidster was.
De keuken was niet groot. Rond de tafel, een uitschuifbare die mijn vader nog had gemaakt, konden we net allemaal een plaats vinden.

Opa en oma zaten langs de muur, die in twee kleuren blauw geverfd was, met een donkerblauwe streep van een duim breed op heuphoogte. Dat blauw werd geacht vliegen af te schrikken. Oma zat achteraan bij de kookkachel. Zo′n kachel met ringen die je er uit kon tillen om de vlammen direct tegen de pan te laten komen of om er een ketel in te laten zakken. Er werd hout in gestookt, of eierkolen of briketten.
De kachel stond in een schouw met een rookkanaal naar dezelfde schoorsteen op het dak waar het rookkanaal van de woonkamer uitkwam. De schoorsteen waarvan ik toen nog net wel of net niet meer geloofde dat Sinterklaas er cadeautjes doorheen afleverde.
Tante Mien woonde ook nog thuis en deed een groot deel van het huishouden, samen met oma. Daarom zat zij aan de kopse kant van de tafel, bij de kachel. Ze moest wel een beetje oppassen als ze ging staan, anders stootte ze tegen de koffiemolen die aan de wand tussen de schouw en het ingebouwde servieskastje met glazen deurtjes was bevestigd. Zij zat het verst van de deur waar je de keuken binnenkwam. De deur kwam net niet tegen de tafel, dus aan die kopse kant kon niemand zitten.

Mijn moeder zat het dichtst bij de deur omdat zij het eerst weer weg moest. Ze had maar een korte pauze en moest dan snel weer op de fiets naar de fabriek. Ik zat naast haar, wij zaten met de rug bijna tegen het aanrecht.
Boven dat aanrecht zat de koperen pomp, rood en geel koper, die het water oppompte uit de regenput, die vlakbij was, buiten.
Ook ′s avonds bij de broodmaaltijd zaten we in dezelfde opstelling aan tafel.

Bij het brood eten was er één vaste soort beleg. Of eigenlijk twee: pas als ik twee ″boterhammen met tevredenheid″ had gegeten, mocht ik op de volgende beleg.
Die andere soort was bruine basterdsuiker. Dat zat in een lage, glazen suikerpot op een zilveren schotel en met een zilveren deksel. Die suikerpot werd beheerd door opa.
Daar zit een familieverhaal aan vast. Een jonger neefje was te logeren geweest en blijkbaar onder de indruk van opa′s suikerpot. Zijn moeder vroeg hem om een pak bruine suiker te gaan halen bij de kruidenier om de hoek. Hij kwam onverrichter zake terug, met de mededeling dat die domme kruidenier niet eens wist wat ″opasuiker″ was.

Er was ook altijd wel een wisselend ander beleg om uit te kiezen: kaas, een plakje vlees, of jam. Het was feest als ik het laatste restje jam uit een ″lege″ pot mocht halen met een korstje brood aan een vork.

Vast ritueel bij elke maaltijd was het bidden vooraf, en Bijbellezen en bidden er na. Opa had veel ervaring opgedaan met voorgaan in gebed, als hoofd van een School met den Bijbel, en was, daaruit voortvloeiend, ook een der notabelen van het dorp.

Voor mij als jongetje waren die gebeden aan tafel om God te danken weliswaar gewoonte, maar nog weleens te hoog gegrepen en te langdradig om de spanningsboog van de eerbied vast te houden.
Zo zat ik een keer door de kiertjes van mijn ogen om me heen te kijken of iedereen wel braaf met de ogen dicht aandachtig luisterde naar opa′s keurig articulerende stem, waarin ik toch inmiddels ook een aantal cliché′s begon te herkennen.

Plotseling schrok iedereen zich wezenloos: een dreun op de tafel en rinkelend serviesgoed als bij een aardbeving! Opa keek met een streng, woedend gezicht naar mij, berispte mij en sprak met stemverheffing een ernstige waarschuwing uit over mijn open ogen, mijn ongehoorzaamheid en gebrek aan eerbied, en dat het slecht met me zou aflopen.
Na wat opa net uit de Bijbel gelezen had, over een toornige God, en ′s morgens ook al over een ″naijverig God″, wist ik ineens zeker: God lijkt op opa als die boos is!

zaterdag 11 februari 2023

230211 – Over opruiing met het woord pedofilie als trigger

Vandaag hebben 2000 schrijvers hun naam verbonden aan een paginagrote advertentie als protest tegen de domme hetze tegen schrijver Pim Lammers, waarbij doodsbedreigingen de norm lijken te zijn geworden voor alles wat iemand niet zint.
De hetze is gestart op een obscure website, door een lafaard die zijn echte naam niet durft te noemen, en is overgenomen door een even obscure oerconservatieve katholieke groepering, en opruiers als FvD en van Haga.

Omdat Lammers in een verhaal een situatie beschreef zoals dat in het echte leven zou kunnen gebeuren of in dit geval mogelijk gebeurd is. Veel reacties doen vermoeden dat men het verhaal niet eens gelezen heeft, maar reageert op wat tegenwoordig 'hondenfluitjes' wordt genoemd. Het woord pedofilie is een sterke trigger, waarbij de context achter een bloeddoorlopen waas verdwijnt.

Laat me raden: alle namen in de advertentie worden toegevoegd aan de lijst met 'pedofilieactivisten' van de hetzevoerders; we weten inmiddels vrij goed in welke kringen die zich manifesteren. Die hetzevoerders staan wat mij betreft op hetzelfde mentale peil als volwassenen die misbruik maken van de naïviteit van kinderen.

Mijn naam staat niet in de advertentie, maar ik vermoed dat ik tot pedofilieactivist bestempeld zal worden als ik beken dat ik op dit blog dit verhaal geschreven heb.

vrijdag 20 januari 2023

230120 – De universele uitleg die ons uit de droom helpt

Ik kon niet slapen vannacht, ging naar beneden en nestelde me op de bank met een beker warme melk met honing, plaid over m'n benen.
Een lichte windvlaag, en er begon iemand naast me zacht en melodieus te praten.
"Schrik niet, ik ben de engel Joppie."
Gek genoeg, ik was helemaal niet geschrokken: "Och, ik was denk ik te ver weg met mijn gedachten om te schrikken. Joppie, die naam heb ik nog nooit gehoord voor een engel!"
"Dat klopt, ik ben geen gewone engel, maar een aardsengel. Met een D, want het is mijn roeping om me met aardse zaken, en dus vooral met mensen bezig te houden. Zoals nu met jou. Waar waren die verre gedachten van jou?"
"Er is zó veel wat onrust veroorzaakt onder de mensen, omdat ze het niet begrijpen. Ik ook niet. Zoals: als alles begon met de oerknal, wat was er dan vóór de oerknal?
En het leven op aarde, de evolutie, hoe is daaruit nou uitgerekend de mens voortgekomen, met al z'n kwetsbaarheid voor virussen? En waarom muteren virussen steeds tot nieuwe vormen?
Zal de mensheid ooit contact krijgen met andere beschavingen in het heelal? En helpt dat bij de problemen waar we nu in verzeild zijn geraakt?"
"O," zei Joppie, "dat is wel meteen een heel pakket vragen, maar de antwoorden sluiten wel op elkaar aan.
Alle leven op deze aarde is ontstaan uit oercellen, en die zijn steeds op allerlei manieren en tot allerlei vormen gemuteerd. Zo zal er altijd competitie blijven tussen verschillende levensvormen, en zelfs binnen elke soort.
Dat wordt ook wel genoemd: de Wet op Behoud van Ellende.
Die oercellen zijn, samen met de eerste virussen, achtergebleven na een bezoek van een andere beschaving. Die andere beschaving was hun planeet net zo aan het verklooien als de mensheid nu met de aarde doet, alleen waren zij nog een paar stappen verder.
Dat bezoek van die andere beschaving vond plaats vóór de oerknal, en die beschaving bestaat niet meer. Want de oerknal was eigenlijk niets anders dan wat nu een wormgat genoemd wordt (of door politici een geitenpaadje) van de ene dimensie naar een andere via een zwart gat, waarin bijna alles vernietigd wordt."
"Nou, dat klinkt allemaal wel logisch, al blijft het knap ingewikkeld. Maar ik blijf toch nieuwsgierig hoe jij aan je naam komt."
"Tja, ik kreeg die naam omdat mijn moederengel uit Glanerbrug kwam. Wat dat met elkaar te maken heeft? Is dat niet een mooie opgave om je gedachten af te leiden van al die moeilijke vraagstukken?
Nou, ik moet weer gaan, er zijn veel tobbers vannacht!"
En weg was de engel Joppie...

donderdag 12 januari 2023

230112 Alles in de wind

Onze overbuurvrouw is overleden. Cathy werd 89 jaar en is maandag in kleine kring aan haar laatste reis begonnen.
Ze overleefde haar man; toen ik hier kwam wonen heb ik hem nog wel gezien maar niet ontmoet.
Ook hun beide zonen overleefde ze. Over hen, Erik en Willem, heb ik geschreven in mijn blogs over muziek; het vaakst over Willem, de jongste.
Willem overleed in november 2017, bijna 58 jaar oud. Het beeld hoe Cathy met een paar schoenen van Willem in haar hand keek hoe hij de laatste keer vertrok per ambulance, zal voor altijd op mijn netvlies staan.
Erik, 19 maanden ouder, overleed 9 dagen nadat zijn uitzichtloze diagnose was gesteld in augustus 2018, op de dag af 9 maanden na Willem.
Cathy bleef achter als enige van haar gezin. Maar niet eenzaam en verloren: vrienden en vriendinnen van haar jongens bleven komen, zich om haar bekommeren en haar zaken behartigen. Twee in het bijzonder, tot en met de afhandeling na haar overlijden. Heel bijzonder om te zien hoe twee zulke tegengestelde persoonlijkheden zo liefdevol hebben samengewerkt. Ze konden weliswaar niet continu bij haar zijn, en de thuiszorg vulde de laatste tijd ook veel in.
Ondanks haar verdriet bleef Cathy het leven laconiek benaderen. Ze maakte grappen en zong allerlei liedjes die ze zich herinnerde. Maar de laatste tijd zakte ze langzaam weg in de schemering van dementie en een versleten lichaam.
Ze praatte graag over haar jeugd: ze was een schippersdochter. Toen ik hoorde dat ze was overleden, kwamen een paar regels uit een oud liedje tevoorschijn:
″Alles in de wind, alles in de wind / daar woont een aardig schipperskind″.


Alweer een hele tijd terug heb ik het daar met haar wel eens over gehad. Het schip van haar ouders was de ″Risico″. Als je er vanuit zou gaan dat ze tot pakweg haar twintigste aan boord gewoond heeft, dan is dat zo′n 70 jaar geleden, dus tot omstreeks 1950. Ik kreeg de indruk dat het geen erg groot schip was. Cathy vertelde dat ze van alles vervoerden wat er aan vracht aangeboden werd, zoals bouwmaterialen en landbouwproducten.
Dat bracht mijn gedachten terug naar die tijd, naar Hoogkerk, waar ik toen vaak vakanties doorbracht bij mijn opa en oma. Er lagen daar bijna altijd schepen voor het huis in het Aduarderdiep. De aanvoer van suikerbieten tijdens de campagne naar de suikerfabriek vlakbij vond vrijwel geheel plaats per schip, en restproducten, pulp, afgevoerd per schip.
Voor de N.V. Betonbouw, waar opa werkte, werd zand en grind per schip aangevoerd en de betonnen producten per schip naar hun bestemming gebracht.
Het huis van opa en oma had een buitenkraan. Sommige schippers hadden toestemming om water te halen bij die kraan.
Het leek Cathy heel goed mogelijk, dat ook zij wel in die buurt aangemeerd hadden gelegen om te wachten op het lossen of laden, en dat zij dan water hadden gehaald bij mijn opa en oma. En misschien hebben we elkaar toen al wel eens gezien. Misschien vond ze me toen wel een aardig klein jongetje, maar zekerheid krijgen we daarover niet. We konden het nu in elk geval wel goed vinden met elkaar.

Dat bijzondere gezin is nu weer compleet in een hiernamaals, dat in elk geval gevormd wordt door onze gedachten en herinneringen. De fotocollage die ik maakte na het overlijden van Erik heb ik daarom aangevuld.


Mijn eerdere blogs over (de muziek van) de broers: 180811, 171111, 150328 en 140521.
N.B.: De links zijn gerepareerd...