...en Niklas "logeert" hier ook. (v/h dwarsbongel.web-log.nl en niklas.web-log.nl)

Posts tonen met het label Gedichten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Gedichten. Alle posts tonen

06 mei 2025

250506 - Passanten die virtueel blijven passeren

Ik werd vanmorgen wakker met een heldere herinnering aan iets dat nooit iets geworden is en eigenlijk ook nooit begonnen is.
Het was ′in Stad′ (Groningen), vroege jaren ′60. De bus naar huis was net vertrokken, de volgende zou pas over een uur gaan. Ik had een weekendtas bij me met twee weken vuile was, die nog aan de zorg van mijn moeder mocht worden toevertrouwd. Ik was bezig mijn puberteit achter me te laten en had mijn eerste baan, voldoende ver van huis om niet voortdurend in conflict te zijn met de nieuwe echtgenoot van mijn moeder.

Ook haar bus was was weg. Zij had een grote portfoliomap bij zich op pakweg A2 formaat, met zo′n groen/zwart classic marmer dessin.
Hoe het precies ging weet ik niet meer, maar ook zij moest en uur wachten op haar volgende bus, en haar bestemming weet ik niet meer. Vaag denk ik: zij meer naar oost en ik naar het zuiden van Drenthe.
Het was overdag, maar was het koud? Regenachtig? Winderig? In elk geval niet zonnig en leek bijna een uur rondsjouwen met onze bagage niet zo′n goed idee.

Kwamen we al op het perron in gesprek? In elk geval gingen we tegelijkertijd de toenmalige wachtkamer binnen van het busstation op de kop van het perron, dichtbij het treinstation en met zicht op ′het peerd van Ome Loeks′. Het ′museum van Frans Haks′ (1994) was er nog niet, daar in het Verbindingskanaal. Je kon daar nog op je bus wachten zonder een consumptie te bestellen, want geld daarvoor hadden we niet: mijn bruto maandloon in die tijd was zo rond de fl. 130,00. Daar moest ik mijn kosthuis en alles van betalen.

Waarover we spraken? We wisselden wat uit over onze dagelijkse bezigheden. Ik was loopjongen bij de Universiteit. Leerling-bediende heette het officieel, maar ik installeerde proefopstellingen deed de projecties bij colleges Natuurkunde en stak zo toch wat op.
Zij studeerde op de Academie Minerva, kunstenares dus. Ik was eigenlijk best wel onder de indruk dat ik zomaar met een kunstenares zat te praten.
Mijn moeder heeft me vanaf mijn kleuterjaren aan cultuur laten snuffelen, musea met kunst en oudheden met me bezocht. En de nagelaten tekeningen van mijn vader, het vrije werk naast zijn bouwkundige tekeningen, vond ik zo knap omdat het me in de verste verte niet lukte om iets vergelijkbaars op papier te krijgen, ondanks mijn goede cijfers voor technisch schetsen. Dat ik ooit in een van zijn schetsboeken mijn kinderlijke fantasieën heb geknoeid ′bekijk ik nu heel anders′. Zo ben ik waarschijnlijk meer dan de gemiddelde techneut geïnteresseerd geraakt in kunst.
Door hoe ze vertelde over haar werk, werd ik nieuwsgierig naar wat ze maakte, en ze gunde me een blik in haar map. Ze gaf me haar visitekaartje, ze zou binnenkort meedoen aan een tentoonstelling. Ik kon haar geen kaartje aanbieden, en ik weet niet of ze mijn naam te weten is gekomen.
Wat was het verschil in leeftijd? Ik had het gevoel dat ze ouder was dan ik; ik moest waarschijnlijk nog 20 worden. Als ik de datum nog zou weten zou ik het kunnen narekenen.

Die tentoonstelling is me ontgaan; ik had geen kranten binnen handbereik dus geen aankondiging gezien. Internet werd pas een halve eeuw later gemeengoed. Televisie was er nog weinig, en radio was voor mij de leverancier van voornamelijk Engelstalige populaire muziek. Had de regionale radio al aankondigingen van dergelijke exposities? En was er lokale radio anders dan ′geheime zenders′ met "Hallo hallo, hier een plaatje voor de buurvrouw"?

In de Stad en op het busstation heb ik nog vaak naar haar uitgekeken, maar zou ik haar zonder haar map herkend hebben? Of zij mij, en zou ze geïnteresseerd geweest zijn in een vervolg op onze kennismaking?
Ook durfde ik niet op zoek te gaan naar het adres waar ze woonde, dat zal ongetwijfeld op haar kaartje hebben gestaan. Maar ik dacht waarschijnlijk: ze ziet me aankomen… Of was het te ver uit de koers?

Die ontmoeting is nu ongeveer zestig jaar geleden, was eenmalig, en toch zit het in mijn geheugen. Doordat die op haar kaartje, dat alleen nog in mijn herinnering bestaat, stond afgedrukt weet ik tot op de dag van vandaag haar naam: Joke Thoma.
Zoals dat gaat met oude herinneringen, zijn ze soms heel lang verborgen, maar komen door een ondefinieerbare impuls af en toe even aan de oppervlakte. Sinds internet toegankelijker wordt door steeds uitgebreider technische mogelijkheden, en meer en meer gevuld raakt met wetenswaardigheden en vooral vergeetwaardigheden, kun je nu zoeken op je laptop of vanuit je luie stoel op je smartphone naar wat je op een willekeurig moment te binnen schiet.
Ik vond haar naam op een boekje, ik bestelde het boekje online. In dat boekje vond ik wat meer informatie over haar. Ik ontdekte dat haar geboortejaar één jaar dichterbij is dan het mijne, maar ook dat het niet zinvol lijkt om te proberen haar te vinden en te vragen of zij zich nog iets van die ontmoeting herinnert: ze is al relatief jong ten prooi gevallen aan dementie.

Behalve haar tekeningen en schilderijen heeft Joke gedichten geschreven, en daar blijkt toch een overeenkomst: ook ik heb gedichten geschreven. Die van haar, geïllustreerd met enkele van haar schilderijen, zijn gepubliceerd in een boekje dat is samengesteld en uitgegeven door haar zus Giny, omdat ze er zelf niet meer toe in staat was.

HELP!! (...en zo wat heen…) | Giny Tulp-Thoma en Joke J. Thoma | ISBN 9 789402 110470

Toch maar geprobeerd iets meer te weten te komen: ik wou toestemming vragen om voor dit verhaal iets over te nemen uit het boekje. Dus zocht ik via het ISBN bij welke uitgever het boekje verschenen was. Dat bleek ′Brave New Books′te zijn, maar omdat uitgevers geen privé-gegevens mogen verstrekken, vroeg ik of ze mijn e-mail zouden willen doorsturen.
Zo kreeg ik een reactie van de echtgenoot van zus Giny, die het boekje had samengesteld. Helaas, Giny is overleden. Joke ook. Maar hij stuurde mijn vraag door naar de dochter van Joke, Ike Stubbe. Die reageerde enthousiast op de voorlopige versie van mijn verhaal over mijn ontmoeting met haar moeder en gaf toestemming.

Ook gedichten van mij zijn in boekvorm verschenen, waaronder ook gedichten die bij schilderijen geschreven zijn en met schilderijen die bij gedichten van mij geschilderd zijn.
Maar bij haar zijn zowel de schilderijen als de gedichten van haar eigen hand.


In het boekje vind ik nog een overeenkomst tussen Joke en mij: zij heeft in een cabaretgroep gespeeld, ik ook. Ik vanuit het circuit van gereformeerde jeugdverenigingen in Stad.
Zij, vermoed ik, vanuit haar tijd op de Academie, maar later ook met een vrouwencabaretgroep, Spek en Bonen. Toen ik me realiseerde dat ze overal in het land opgetreden hadden, en de term ′vrouwencafé′s′ genoemd werd, vroeg ik mijn Marijke of ze wel eens van de groep Spek en Bonen gehoord had: nou, inderdaad, zij zat destijds in het bestuur van het vrouwencafé alhier en herinnerde zich dat de groep ook hier had opgetreden! Zoiets als onvermoede losse eindjes die een verhaal rondmaken.

17 september 2024

240917 - Oranjekanaal

Het was warm, maar het werd nodig tijd dat ik weer eens een flinke wandeling maakte. Ik heb zo mijn vaste rondje met een keuze tussen groot, gewoon of vlug even.
Het was tijd voor een grote ronde, dat is ongeveer 10 kilometer. Maar de standaardronde voerde me over lange stukken open veld, en ik had geen zin om me in te smeren, wat met deze strakke zonneschijn wel gewenst zou zijn als ik niet wou verbranden.
Een alternatief was om een stuk langs het nabijgelegen Oranjekanaal te gaan en daarna het bos in. Bij de brug van Westenesch zou ik kunnen afslaan en dan beslissen welk vervolg ik zou kiezen uit de verschillende mogelijkheden om met een grote boog weer naar huis te gaan.

Ver voordat ik op dat punt was gearriveerd belde Marijke in jubelstemming. Ze had een test gedaan en een goede uitslag gekregen. Ze had al drie jaar met een apneu-apparaat moeten slapen, en de nieuwe test had uitgewezen dat dat niet meer nodig was! Om gezond te blijven kun je zo′n ding nodig hebben omdat je anders in je slaap een zuurstoftekort kunt oplopen, maar het is wel irritant.
Ik heb contact met mijn mobiel via mijn Bluetooth-oortje, en een wandelend echtpaar keek wat vreemd naar me. Ik heb ze uitgelegd dat ik niet met mezelf liep te praten, maar een prettig telefonisch contact had met mijn vrouw middels de Bluetooth-techniek waarvan ik zelf de administratieve afhandeling van enige patenten heb verwerkt.

Verderop, net voorbij de afslag naar de manege in het bos, kom ik langs de zwaaikom, waar we met een koor en een groep dichters een manifestatie hebben gehad ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van het Oranjekanaal. We droegen en gedichten voor, geschreven ter ere van die gelegenheid.
Mijn gedicht was tegelijk een herinnering aan de tochtjes met mijn moeder, juist omstreeks dit jaargetijde. Mijn moeder plukte heel veel bramen langs de oevers van het Oranjekanaal waar ze potten vol heerlijke jam van maakte. Ik zie mijn moeder nog voor me in haar bruine manchester jasje en een broek die enigszins beschermde tegen de stekelige takken. Ik mocht helpen plukken, maar niet te dicht bij het water want ik was nog te jong voor zwemles.


Oogst
 
 
Daar waar mijn moeder oogstte
in bruine ribfluwelen jas en broek
tussen taaie, stekelige struiken
als de zomer afscheid nam
 
slaat men nu de steile oevers kaal
om het oude jaagpad te herstellen
waar geen paard of schipper nog
een schip zal langs doen gaan
 
Met gesloten ogen zie ik oude foto´s
werkvolk schept de grond in krooien
langs smal plankier zwoegt het omhoog
broeken hangen aan bretels om ´t vege lijf
 
Kanaal met naam ter ere van de koning
kwetsuur in ´t eeuwenoude Drentse land
scheepvaart voor de kachels in de steden
in plaggenhutten schuilt het werkvolk met gezin
 
Rechtsomkeert gaan schepen in de zwaaikom
 
Sluizen die geen schip meer schutten
bruggen niet meer afgedraaid
kanaal dat doodloopt op een duiker
mijn moeder plukt geen bramen meer.  
 
© Gauke Zijlstra, 2006


Aangekomen bij Westenesch werd het nog een andere keuze. Ik besloot rechtdoor te gaan, verder langs het Oranjekanaal. Die keus hield ook in, dat ik pas bij de Sluisvierweg over de brug naar de andere kant kon, maar dat dwong me ook om lekker door te lopen als ik niet over hetzelfde voetspoor terug wilde lopen.
Hier stond het aan beide kanten ook vol braamstruiken, ook op de oever van het kanaal, dat vele meters lager ligt dan het pad.
Ik speurde langs de struiken, liep er naartoe als ik bramen zag, maar wat er hing was niet rijp of al verdord.

Ik wou dat ik nog even met mijn moeder kon praten, al was het maar per telefoon. Tijdens haar tweede huwelijk plukte ze hier nooit meer bramen. En we hebben zoveel "quality-time" gemist, omdat het al gauw fout ging tussen die stiefvader en mij.
Als wij later een serieus gesprek hadden en die man was in de buurt, bemoeide hij zich er altijd mee en maakte ruzie. Ik kan me niet voorstellen dat dat huwelijk haar gebracht heeft wat ze ervan verwacht had. Maar ja, "wat God heeft samengebracht, zal de mens niet scheiden" was haar overtuiging.
Nou wil het verhaal dat het meer de gereformeerde dorpsdominee is geweest die ze heeft samengebracht, door een prachtige brief te schrijven voor de man – gezien een later ingezien epistel van hem kon hij geen goed geformuleerde brief produceren.
En per telefoon? Nu iedereen met een mobieltje rondloopt, en handsfree kunt bellen via je oortje, kun je je niet meer voorstellen dat die dingen toen nog lang niet bestonden en dat zelfs het aantal mensen met een vaste telefoon beperkt was.
Die stiefvader had telefoon in huis omdat hij voorganger was bij de begrafenisvereniging in het dorp en dus "altijd bereikbaar" moest zijn. Een nummer met drie cijfers, een nummer dat ik later in de digitale techniek beroepshalve herkende als een meervoud van twee. Een telefoonnummer uit zo′n periode blijft hangen.

Aldus filosoferend naderde ik weer de brug bij Westenesch.
Dat lange stuk langs die vele braamstruiken leverde niets op, ik had maar twee eetbare bramen gevonden en die ook meteen in mijn mond gestopt toen ik ze vond. Net of alle bramen al voor mijn neus weggeplukt waren.
Ik passeerde de plek waar ik de laatste keer voordat hij overleed mijn meest nabije stiefbroer onverwacht onderweg ontmoette. Zoals alle stiefbroers en -zussen was hij erg op mijn moeder gesteld. Ze was met hen omgegaan alsof het haar eigen kinderen waren.

Ik had nog zo ongeveer 100 meter te gaan tot de brug toen ik iemand zag die een fiets pakte die bij de brug tegen een paaltje stond, een emmertje aan het stuur hing en opstapte.
Een kleine vrouw in een bruin corduroy jasje fietste weg richting Emmen...

20 december 2023

231220 - Sleutels

   Nog bewaar ik sleutels van
   huizen waar ik niet meer welkom ben

   Waar nu andere mensen wonen
   en nieuwe sloten zijn geplaatst

   Van huizen die niet meer bestaan

   Ook de sleutel van een koffer
   die niet met mij is meegegaan

   Een schatkist die verdwenen is

   Omdat een sleutel meer is
   dan een stuk bewerkt metaal.


   ©Gauke Zijlstra 2023

26 november 2022

221126 Edith en lichtjaren langs de Melkweg

Er zijn mensen die op je pad komen doordat je bij dezelfde opleiding of werkgever terechtgekomen bent, en er zijn mensen waarmee je zelf een werkrelatie begint. In het eerste geval ben je tot elkaar veroordeeld, in het tweede geval is er een reden waarom je er aan begint.
Bij mij en Edith Stoel was het een ontmoeting bij een culturele manifestatie, en interesse voor elkaars werk. En, zoals dat heet, een klik.
In september 2000 organiseerde de Bibliotheek, zoals elk jaar, een ″leer- en hobbymarkt″, waar organisaties en clubs uit dit circuit zich presenteren. Edith was er met haar ″Atelier voor Beeldende Kunst″ en liet werk zien van haar cursisten. Ik was er met een paar anderen van onze dichtersgroep, ″Schrijverskamer de Clique″.
Ik liet Edith mijn bundel ″Hoeveel vormen kent vuur″ zien, waarin enkele gedichten die waren geïnspireerd op schilderijen. Daaruit ontsproot spontaan het idee voor een project waarbij haar cursisten zouden werken op basis van gedichten uit onze dichtersgroep en omgekeerd.
Dat project kwam voortvarend van de grond, waarbij Edith en ik intensief contact onderhielden. Ze vond de witlofsalade zoals ik die klaarmaakte, verrukkelijk. Ik herontdekte bij haar, in haar bijzondere huis aan de Melkweg, het strooibusje met Zwitserse kaas.
Dat project liep parallel met een ander, groter project: "Art in Stone" of "De reis van de steen″. De combinatie steen, gedichten en schilderijen, leidden tot de titel: "SteenLetterBeeld", en leidde tot een expositie en een bundel/catalogus. De expo is te zien is geweest in Emmen, Coevorden, Hardenberg en Smilde.

Edith vroeg me in 2001 om haar solotentoonstelling in het Bruggebouw in Emmen te openen met een gedicht. Datzelfde gedicht heb ik daarna voorgedragen bij de opening van een groepstentoonstelling in Burum. Daar ontdekte ik dat die galerie gevestigd was in een boerderij op de ansichtkaart die mijn vader naar zijn ouders had gestuurd toen hij als 14-jarige logeerde bij zijn grootouders in Burum.

Na SteenLetterBeeld hadden we een plan voor een volgend project. Daarvoor namen we contact op met iemand die wel vaker iets regelde met subsidies. Het werd een heel ander idee, en we gingen uiteindelijk verder met vier deelnemers: Jan de Wilde en Hetty Steijger kwamen er bij. Het werd een inspirerende periode waarin veel geëxperimenteerd werd en mooie dingen gemaakt. Helaas hebben we de afrondende fase niet gehaald, want onze regelaar zag de zakelijke kant anders dan wij.
De contacten bleven warm, maar werden zeldzamer.
Inmiddels overleed Jan de Wilde op 2 september, en op 19 oktober is ook Edith Stoel overleden.
Ik herdenk Edith graag met het gedicht dat ik destijds voor haar geschreven heb.

  Lichtjaren

  Een huis langs de Melkweg
  met honderd ramen die licht
  ontvangen en honderd ramen

  waarin een vrouw licht heeft
  gevangen dat gonst van verhalen
  over laaiend vuur in kille kastelen

  en een landschap vol dromen
  van dwalen tot over de horizon
  over groene flanken van heuvels

  langs een waterval tussen de rotsen
  met ritme van eeuwig geruis
  stenen die nat mooier van kleur zijn

  een cirkel van mistige schimmen
  versteend in een oeroude dans
  in de verte fladderen kraaien

  in verlaten kathedralen graast vee
  hun roep stijgt onbelemmerd ten hemel
  tussen resten van graven
  tussen zerken van geesten
  die weer heen zijn gegaan

  herinnering die beelden bewaart en
  teruggeeft in kleuren en zinnen
  getekend door een eigen dimensie

  zoals je niet luistert naar de muziek
  maar je gedachten laat zweven
  je ziel de buitenkant loslaat

  en je binnenkant nieuw voelt
  alsof je verliefd was op alle
  lagen van stilte in de vertelling
  verbonden met oertijd en toekomst

© Gauke Zijlstra, 2001
T.g.v. opening van de tentoonstelling van Edith Stoel in het Centrum Beeldende Kunst te Emmen 29 maart 2001, en in Galerie De Blauwe Roos te Burum op 22 november 2002

07 september 2022

220902 Jan de Wilde, 1948 - 2022

Het kwam hard aan.
Ik had ooit gezegd dat ik nog eens op fiets naar de Poffertjessalon in Zuidlaren zou gaan, waar we wel vaker komen.
Dat deed ik vrijdag 2 september; Marijke ging met de auto, en ik zou eventueel mee terug kunnen rijden. Ik besloot terug ook te fietsen, maar dan zonder omwegen: ik zou voor het eerst sinds lange tijd op ca. 100km uitkomen.
Die route voerde langs het huis van onze vrienden Jan en Hetty.
Hoogstens tijd voor even een kort praatje als ze buiten waren, dacht ik. Hun oprit stond vol auto′s: een verjaardag? Of een voorstelling? Boven hun zij-ingang staat: ″Theater″, ik heb er wel eens opgetreden met Jan. Samenklank van de saxofoon of dwarsfluit van Jan met mijn gedichten.
De volgende dag belde Hetty. Geen feestje ofzo, ′s morgens was Jan plotseling overleden, zijn hart. En of een tekst, die ik geschreven had voor een project van Jan, Hetty, Edith en mij, die op een schilderij gezet was, op de rouwkaart mocht…
Even slikken is een fors understatement. We hebben mooie dingen gedaan samen.
Foto′s heb ik eigenlijk alleen van de opening van Kunstkwartier Waanderveld in 2009, waarvoor Marijke en ik beide voor elk van de deelnemende ateliers een gedicht maakten, en Jan met zijn trio de feestelijke stoet langs de ateliers voorging, en we ook iets samen deden met Jan.
Nooit meer improvisaties op Autumn Leaves of andere mooie melodieën gemengd met mijn teksten. Nooit meer Jan′s persoonlijke visie en aanmoedigingen.
Dank je Jan, dat je er was en voor wat je samen met me hebt willen doen.

07 april 2020

200406 - Van fietsen en picknick

In deze gekke tijd zijn er nog best leuke dingen te beleven, terwijl je je toch houdt aan de richtlijnen tegen overspringende ziektekiemen.
Zo maakten Marijke en ik een afspraakje, zoals we in gewone tijden ook wel doen. Dan fiets ik naar een ontmoetingspunt, waar zij per auto naartoe gaat. Naar believen ga ik dan in de auto mee terug, of ik fiets terug. Nu spraken we af dat ik mee terug zou rijden.

Mijn eerste stop was een audiëntie bij de Prinses van Zweeloo, want ik eet regelmatig onderweg. Vroeger deed ik dat tijdens het fietsen, maar tegenwoordig stop ik dan om adem te sparen.
Ik at wat, maakte een paar foto's en stapte weer op, om tot de ontdekking te komen dat de Prinses me waarschijnlijk nog wat langer wou laten blijven: lekke band.
Rustig de binnenband vervangen door een reserveband, en even zoeken naar de oorzaak. Het bleek een venijnig, piepklein metalen splintertje.


Na nog enkele tientallen kilometers pauzeerde ik bij een kanaal. Ik ben daar al heel vaak langsgekomen, maar nog nooit gestopt.


Tijdens het fietsen maak ik uiteraard geen foto's. De eerstvolgende maakte ik toen ik vanuit het bos een eerste blik kreeg op de vlakte, maar hoezo: grote stille heide?


Nog een paar honderd meter verder zag ik de eerste schapen. Als ze konden zwemmen, hadden ze gauw bij me kunnen zijn, maar ze schonken me geen aandacht.


Bij het Dwingelderveld zijn twee schaapskudde's: de een in een schapenkooi dicht bij het bezoekerscentrum, de kudde van Ruinen, en de andere locatie heet "Achter 't Zaand", bij het plaatsje Lhee. Die laatste lag direct langs mijn route, en ik hoorde dat er nieuw leven in overvloed was. Beide schaapskooien zijn momenteel niet toegankelijk voor publiek.


Vervolgens kwam ik bij oude, onlangs gerenoveerde radiotelescoop. Zo'n 55 jaar geleden ben ik daar voor het eerst geweest, met een excursie voor elektronici werkzaam bij de Rijksuniversiteit Groningen. In recentere jaren ben ik er vaak op fiets langsgekomen. Daar begint ook het fietspad over het Dwingelderveld, dat uitkomt bij het Bezoekerscentrum.


Dat pad voert langs de plek waar een huisje stond, waar Marijke en ik iets mee hebben. Helaas is het op 9 april 2018 's avonds afgebrand.
We hebben er in 2006 gedichten over gemaakt, voor een project ter herinnering aan Anne de Vries, die daar zijn inspiratie heeft opgedaan voor zijn boeken. Ook voorloper in de natuurbescherming Jac. P. Thijsse heeft daar een tijdelijk thuis gehad.
Ik heb er meerdere blogs over geschreven, het meest recent 180902 - Van brand en herinneringen. Daarin staan foto's van het huis en z'n omgeving, en links naar oudere verhalen van onze band met het Dwingelderveld en het keuterijtje op de Benderse Berg.

Ik maakte er nu weer een paar foto's. Ook de klapper met onze gedichten is in rook opgegaan. Zelfs de cementen vloer is nu weggehaald, het lijkt er dus niet op dat ze het gaan herbouwen.
Naar mijn idee is het goed te begrijpen dat hier veel inspiratie te halen was: de rust, de ruimte, het uitzicht!


En dan het laatste stukje naar onze ontmoetingsplek, de parkeerplaats bij het Bezoekerscentrum. Marijke was er al, ze had me kunnen volgen op haar smartphone. Dat is ook onze verbinding als ik onderweg pech zou krijgen die ik niet zelf verhelpen kan. Ze kan dan de navigatie instellen op mijn locatie, en als ik op een plek ben zonder naamsaanduidingen, kan ze me toch vinden.
Nu was ze ook een soort van redding, ik was (op een prettige manier) moe, want het was pas mijn tweede "revalidatietochtje" na de winter…
Lekkere krentenbolletjes, cake, en koffie. Want geen koffie of chocolademelk of koeken in het Bezoekerscentrum, ook dat is gesloten wegens de Covid-19 maatregelen.
Er kwam een kevertje gezellig naast me zitten. Mijn fiets rust ook uit, en op de achtergrond staat onze auto.


We zaten er een tijd heerlijk in de zon, Marijke liep nog even rond het bezoekerscentrum. Aangemoedigd door een paar struiken met beginnende krentebloesem, besloten we nog even naar Dwingelo te rijden. De pracht en praal van een soort kathedraal van krentenbloesem die ik daar ooit vond, is er niet meer: dat gedeelte is al een aantal jaren weggesnoeid. We vonden toch een paar mooie plekjes.


Zo hadden we ondanks de crisis toch een mooie dag, zonder op enig moment te dicht bij andere mensen te zijn. Genoten van het mooie weer, mijn fietstocht, de natuur, en het gezellige samenzijn op een voor ons "historische" plek!

26 februari 2020

Van Poëzie, Bomen en Sterfelijkheid

  Na een poëzie-evenement liepen we met een groepje naar huis. Marijke liep alvast door, ik liep met Joke, de nestrix van de dichtersgroep, nog even napratend door een doolhof van hoge coniferen. Eigenlijk was het geen doolhof want je kon er bij elke rij aan beide kanten uit. Ik verbaasde me dat Joke hier was, want ze was een hele tijd geleden overleden, en ook de dichtersgroep was al een aantal jaren geleden ter ziele gegaan.
  Zo verbaasde het me ook, toen ze me bij het afscheid op de mond kuste: zoiets intiems had ze nog nooit gedaan. Ik vroeg haar om Freek, haar man, te groeten. Freek kwam juist naar buiten, en liep dwars over het braakliggende, oneffen terrein recht naar me toe, met de duidelijke bedoeling met me te praten. Even vreesde ik dat hij verhaal kwam halen over die zoen, die toch niet mijn initiatief was geweest, maar Freek was zijn hele leven een vreedzaam mens geweest, waarmee ik op goede voet stond.
  Hij vroeg me even mee te lopen naar een bouwput vlakbij, tussen de bomen. Hij maakte zich zorgen en vroeg me of ik dacht dat het plateau dat daar was aangelegd, stevig genoeg zou zijn. Het leek op een kruising tussen een uitzichtpunt en een losplaats, met een provisorische balustrade langs het enkele meters diepe gat. Ik zei dat hij, om zeker te zijn, dat het beste kon vragen aan de opzichter, maar de aanpalende directiekeet was nu verlaten. We liepen er omheen en konden daar half de kuil in. Daar zagen we dat het platform goed gestut was.
  De enorme machine, die daar aan het werk was, begon zich te verplaatsen en wij liepen er achteraan. Langs de smalle straat met ter weerszijden rijen hoge beuken, reed de machine naar een ander perceel en ging daar aan het werk. Blijkbaar kon de machine geheel zelfstandig werken, zonder dat iemand hem hoefde bedienen. Terwijl we stonden te kijken verrees het casco van een gebouw van twee verdiepingen vanuit het niets.
  Er kwam iemand aanlopen, die in een soort trechter aan de voorkant van de machine opdrachten gaf. Hij zei tegen de machine dat die nu woorden moest gaan sorteren; er was geen twijfel mogelijk dat wij dat goed hadden verstaan.
  De machine vertrok en wij liepen naar het gebouw. We kwamen langs een rond gat in de grond van ongeveer een meter in diameter en een halve meter diep. Onder in die kuil zag ik drie koperen bladveren in bijna een gelijkzijdige driehoek. "Ja", zei de opzichter, "dat is van de 380 Volt aansluiting waarmee de machine is opgeladen. Het is nu uitgeschakeld, maar raak het toch maar niet aan.
  We liepen het gebouw in, keken rond en gingen over de kale betonnen trap naar boven. Ik vond de ramen daar nogal klein, je zou met grotere ramen een mooi uitzicht op de bosrijke omgeving kunnen hebben.
  Op de weg waarlangs we gekomen waren klonk het geluid van zwaar verkeer. Het koste nogal wat moeite om door die kleine, en eigenlijk te hoog geplaatste ramen te zien wat dat was. Het bleken twee vrachtwagens, volgeladen met lange boomstammen. "Verdorie", riep de opzichter woedend, "ik heb gezegd dat hij woorden moest sorteren, geen bomen! Waar komen die bomen nou weer vandaan?"   Blijkbaar had hij een digitale assistent ingeschakeld op zijn smartphone, want die beantwoordde prompt zijn vraag: "Die komen van het plaatselijke kerkhof, de Wolfsbergen. De fijnsparren daar waren allemaal aangetast door een kever die Letterzetter wordt genoemd. Omdat het niet meer veilig was voor bezoekers, zijn de bomen gekapt."

23 november 2019

191123 - ZOZ - Van seizoenen en grensoverschrijdende muziek

Terwijl ik net muziek voor vandaag had uitgezocht, kregen we een telefoontje dat onze vriend en generatiegenoot Aart is overleden. Met het weinige dat we weten, onder nogal trieste omstandigheden, hij woonde alleen. Aart hield van muziek en heeft lange tijd in een band gespeeld. We hadden niet zo veel contact, ook niet online, al weet ik dat hij wel eens op dit blog keek. Ik zag wel regelmatig zijn FB-profielfoto even voorbijkomen. Die zocht ik even op. Toen we we contact maakten op Facebook, na kennismaking in de echte wereld, schreef ik er onder: "Wat zal díe hard kunnen zingen...!", waarop onmiddellijk een duimpje volgde van Aart. Ik zag en hoorde zijn lach er bij, ondanks de afstand. Rust zacht, Aart...


Omdat ik het met Aart heb gehad over verschillende genres muziek, en hij niet eenkennig bleek te zijn, ga ik gewoon verder met wat ik al uitgezocht had.

Ik vond weer een mooi voorbeeld van "grensoverschrijdende" muziek: klassiek en rock verweven tot een nieuwe uitdrukkingsvorm. De beide musici van 2Cellos (nl) zijn klassiek geschoold, maar scheppen er blijkbaar plezier in om ook pittige rocknummers live te spelen voor publiek. Ik plaatste al eens een andere crossover van ze in mijn ZOZ 141018.
Nu spelen ze een samenvoeging van werk van Beethoven (nl) en Led Zeppelin (nl), en wel Symfonie nr. 5 van Beethoven (nl) en Whole Lotta Love (nl).

2Cellos - Whole Lotta Love vs. Beethoven 5th Symphony:


Wikipedia: Deze symfonie wordt weleens de "noodlotsymfonie" genoemd. De (overbekende) opening bestaat uit vier noten, waarover de legende zegt dat Beethoven hierover ooit zei: "Het noodlot klopt aan de deur". Zo bekeken sluit deze keuze dan wel aan bij overlijden van Aart...

Muziek dan die past bij dit seizoen, de herfst. Met klassiek repertoire kom je dan al gauw uit bij The Four Seasons (nl) van Antonio Vivaldi (nl).
Een orkest dat zich noemt: Sinfonity, dat klinkt klassiek, maar het instrumentarium is het niet: allemaal elektrische gitaren. Het repertoire is wèl klassiek. Ook van hen heb ik al eens iets geplaatst, en wel Vivaldi's Voorjaar, in mijn ZOZ 180526.

Sinfonity - Vivaldi`s Four Seasons: Autumn I (Allegro):


Ik vind die herfstkleuren prachtig, maar ze zijn er maar zo kort. Daar kun je zo weemoedig van worden. Ik maakte er 20 jaar geleden een gedichtje over, misschien ook al eerder geplaatst:

Vijftig Plus

Als sneeuw voor de zon
of bladeren
voor de herfstwind

o zaten die bladeren vaster
en mochten die kleuren
voor eeuwig zijn.

En als we dan toch bij Vivaldi's jaargetijden zijn: toen we trouwden lieten we in het Gemeentehuis de Lente ten gehore brengen, gespeeld door Nigel Kennedy (nl). Nee, die doe ik niet, wel weer iemand waarvan ik eerder iets geplaatst heb in mijn ZOZ 161224, de Zuid-Koreaanse gitarist Lim Jeong-hyun, online bekend als Funtwo. Ook toen een klassiek stuk anders gespeeld. Ik vond en vind hem zoveel speelplezier uitstralen, dat ik vergeet om op zijn virtuositeit te letten.

Funtwo - The Four Seasons: Spring (Vivaldi):




Wie mee wil doen met (of luisteren/kijken/lezen bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, vindt de links bij Melody.
Afleveringen t/m ZOZ347 vind je bij Trees, en de afleveringen t/m ZOZ260 vind je bij de oorspronkelijke initiatiefneemster Marja.


25 oktober 2019

191024 - Van trappen en afstappen

Ik heb gisteren mijn ehpr-bike (exclusively human powered racing bike) weer eens even uit de schuur gehaald, want het was geen onaangenaam weer en het mocht wel weer eens even, luilak die ik ben. Even uitwaaien noemt men zo'n uitspatting soms. Was ook nodig.
Ik maak gebruik van twee manieren om mijn verrichtingen bij te houden.
  • Ten eerste mijn oude fietscomputertje, waarop ik tijdens het rijden gemakkelijk mijn snelheid en afgelegde afstand kan zien,
  • Ten tweede mijn smartphone, die als eerste functie heeft, dat ik naar huis kan bellen bij averij die ik niet zelf onderweg kan verhelpen, zodat Marijke mij kan ophalen met de auto. Die smartphone kan haar dan ook de weg wijzen, want ze kan mijn locatie volgen op haar eigen telefoon. Ook op die smartphone heb ik een "app" geïnstalleerd, Strava, die mijn route en prestaties noteert om achteraf te bekijken.
Door deze twee te vergelijken zie ik hoeveel tijd ik onderweg verlummeld heb, want de tijd op dat computertje loopt gewoon door als ik stilsta, terwijl Strava automatisch pauzeert. De meting van afgelegde kilometers komt goed overeen.


Gisteren legde ik 66 kilometer af in 4 uur, maar mijn "beweegtijd" was slechts 3 uur en 18 minuten.
Dat klopt wel, want om te eten stop ik, ik maak soms foto's, en gisteren nam ik ook de tijd om wat gedachten te noteren, ook op mijn telefoon dus. Wat is zo'n ding toch multifunctioneel!

Dijmwrang? Wijmdrang? Rijmdwang?

Ik doe een krachttoer op mijn fiets
om spoken te vervangen door wat niets
want ik verjoeg al menig hersenspinsel
met dit moderne oerbeginsel

Hoor ik nu een buizerdroep
temidden van mijn denkseltroep
Ik kijk omhoog, opzij
is hij daar nu zó dichtbij

of verwar ik door dat breingerommel
die vogel met een bij of hommel

De laatste tijd heb ik veel foto's gezien van luchten met van die schapenwolkjes gekleurd door de ondergaande zon. Ik zag ze nu terwijl de zon op het punt stond om er doorheeen te breken.


Onderweg kun je monumenten tegenkomen die herinneren aan slachtoffers van "de oorlog", waarvan we dezer dagen herdenken dat die 75 jaar geleden is beëindigd. Dit gebeurde op 3 april 1945: een man uit hetzelfde geboortejaar als mijn vader werd bij de Haandrik getroffen door een verdwaalde kogel. Een Engelse Spitfire vuurde één salvo af op een Duitse hospitaaltrein die stilstond op de brug over de Vecht.


Dat weggetje was ik één keer eerder ingeslagen, maar de route die ik nu koos bracht me op een andere manier naar hetzelfde punt waar ik Duitsland binnenreed. Dat zie je dan, behalve aan teksten, b.v. "REH", aan andere manieren om dingen te doen, terwijl er ook dingen hetzelfde zijn. Soms merk je niet eens in welk land je bent.


Grasmaaien, als veevoer, doen ze daar ook. Ik kan zo'n akker niet zien zonder te denken aan een regel uit een gedicht, dat ooit in onze toenmalige dichtersgroep werd besproken: "...en de geur van versgemaaid hooi…", waarop meteen commentaar kwam: "Als het versgemaaid is, is het geen hooi, en als het hooi is, is het niet versgemaaid..."


Voorzover ik er verstand van heb zal dit wel geen hooi worden, maar persvoer.
Verderop fietste ik een eind langs de Vechte, en trof daar de grootste paddestoelen aan die ik ooit gezien heb - ter vergelijking heb ik er een bidon naast gezet. Er schijnen momenteel her en der nog grotere te zijn! Dringen, behalve wolven, ook reuzenkabouters ons land binnen?


Emlichheim is voor mij een redelijk bekende plaats, het ligt vaak op mijn route als ik wat verder naar het zuiden ga. Nu kwam ik door een omleiding langs een andere straat dan anders. Het wegdek viel mij op: toch afgekeken van "onze" M.C. Escher?


Het laatste stuk, terug in Nederland, in Schoonebeek, was net zo iets als in Emlichheim: een omleiding. Maar in Duitsland staat ook de gewone bewegwijzering op gele borden, hier niet.

29 juni 2019

190629 ZOZ Van afspraakjes en fietsen met muziek in je hoofd

Het is vrijdagavond. We hebben vandaag een "date" gehad, Marijke en ik, in de vesting Bourtange: ik op fiets en zij met de auto. Dat zijn afspraakjes die we vaker hebben, dan zijn we er allebei even gezellig uit en ik heb m'n conditietraining.


De gemeente Westerwolde is een groot, prachtig gebied om te vertoeven, en met name de dunbevolkte streek langs de Duitse grens, de Laudermarke werkt als een magneet op ons. Het is ook een mooie route naar Bourtange.
De dichter Kees Stip, ook heel bekend als Trijntje Fop, woonde er geruime tijd. Er is een prijs voor Light Verse naar hem genoemd.


Mijn terugweg leidde door Duitsland, waardoor mijn gefietste afstand een record was voor dit jaar: 100,81 km. Uitingen van het Rooms-Katholicisme zijn daar volop langs de weg geplaatst door particulieren, van bescheiden tot pontificaal. Eén zo'n metershoog (voor)beeld ontlokte me een associatie, toen ik vanavond probeerde op te staan na het eten: "Ik ben zo stijf als een betonnen Jezus aan een betonnen kruis"… Nou ja, het was wel sierbeton.

En al die tijd dat ik zo lekker aan het fietsen was klonk die meeslepende melodie in mijn hoofd, met die zin: "Flying, flying, to be free again…" Bij nadere bestudering van de hele tekst ligt een dramatischer interpretatie voor de hand, maar ik vind die muziek zó... ja, zeg maar: bijna hemels...
Het komt uit de song "Flying" van The Strawbs (nl), van de LP (inderdaad, vinyl, 1973!) Bursting at the Seams (nl).
De titel van die LP refereert aan de zoveelste bezettingswisseling, maar nu was medeoprichter Tony Hooper (nl) vertrokken. De vele bezettingswisselingen worden vooral toegeschreven aan de persoonlijkheid van oprichter en enige constante factor Dave Cousins (nl). Toch heeft de groep door de jaren heen heel veel mooie muziek gemaakt!

Strawbs - Flying (1973):




Wie mee wil doen met (of luisteren/kijken/lezen bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, vindt de links bij Trees.
Afleveringen t/m ZOZ260 vind je bij Marja.


22 december 2018

181222 - ZOZ - Van liefde en beestjesfeest

De hele week al spookt een song rond in mijn hoofd, die al twee keer voorkomt in het Zwijmeloverzicht, bij Marja in ZOZ 011 in januari 2013 en bij Melody in ZOZ 229 in april 2017.
Ik heb het over Love Is All (nl), dat bekend werd als project van Roger Glover (nl) & Friends. Roger Glover was bekend als bassist van Deep Purple (nl).


De zang werd gedaan door Ronnie James Dio (nl), die echter vond dat hij te weinig credits kreeg voor die belangrijke rol.
Iedereen kent de prachtige animatiefilm bij de clip: Roger Glover & Guests - Love Is All (1974), dus de tekst is een beetje in het gedrang geraakt. Daarom plaats ik een video met de tekst in beeld.

Roger Glover & Friends - Love is all:


Om de zanger recht te doen kun je hem hier live dit nummer zien zingen: Ronnie James Dio & Deep Purple With The London Symphony Orchestra - Love Is All

Love Is All is onderdeel van het concept-album The Butterfly Ball and the Grasshopper's Feast, dat gebaseerd is op een gedicht met bijna dezelfde titel: The Butterfly's Ball, and the Grasshopper's Feast, in 1802 geschreven door William Roscoe. Het was een gedicht bedoeld voor kinderen, en beschrijft een feest voor insecten en andere kleine dieren. Roscoe was tevens een voorvechter van het afschaffen van de slavernij.
Met deze twee gegevens zou hij goed passen in de discussies van onze tijd: het slavernijverleden en het in rap tempo verdwijnen van veel insectensoorten...

Ik vond een link naar het hele concept-album: Roger Glover (Feat. Ronnie James Dio) - Love Is All (The Butterfly Ball) (1974)

Tenslotte een mooie versie van dit lied (vind ik), gezongen door kinderen van over de hele wereld. Het komt voort uit het project Playing For Change, dat is opgezet om door middel van muziek, die universele taal, mensen dichter bij elkaar te brengen. Mooie gedachte, zo rond Kerst, toch?

Playing For Change | Song Around The World - Love Is All:


Meer over deze versie en de opname-locaties op de eigen site van het project Playing For Change / Love Is All.


Wie mee wil doen met (of luisteren/kijken/lezen bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, vindt de links bij Trees.
Afleveringen t/m ZOZ260 vind je bij Marja.


13 oktober 2018

181013 - ZOZ - Van kadaverdiscipline en poëzie

We raken langzamerhand omringd door herfstkleuren, al lijkt het alsof de zomer nog graag een poosje zou willen blijven. Vanmorgen keken we uit het raam, de tuin in, en genoten.


Nou staat die prachtige song Autumn Leaves, in 1945 oorspronkelijk verschenen als Les Feuilles mortes (nl), al vijfmaal in het Zwijmeloverzicht (4x Engels, 1x Frans). Zelf heb ik, begeleid door mijn vriend Jan de Wilde op saxofoon met deze melodie, gedichten voorgedragen, maar daar zijn geen opnamen van.

Een goed alternatief vind ik "Summer's Almost Gone" van The Doors (nl). Ik ben hoe dan ook liefhebber van de muziek van The Doors en de stem en poëzie van Jim Morrison.

The Doors - Summer's Almost Gone:


Sommige mensen zien Jim Morrison (nl) slechts als een "losbandig type", dat uiteindelijk te gronde ging aan alcohol en drugs, en verachten hem daarom. Hij overleed in Parijs, op 27-jarige leeftijd, net als een aantal andere artiesten. Die zijn samengebracht op een lijst, die de 27-club (nl) wordt genoemd, met o.a. ook Brian Jones, Janis Joplin, Jimi Hendrix, Kurt Cobain en Amy Winehouse. Deze inmiddels lange lijst vermeldt doodsoorzaken variërend van verkeersongelukken, diabetes en hartfalen tot overdoses.

Jim Morrison's vader was "Rear Admiral" (vgl. Schout bij Nacht) bij de US Navy, en daardoor verhuisde het gezin vaak en wisselden de kinderen vaak van school. De ouders deden niet aan lijfstraffen, zoals slaan, maar brachten volgens militaire traditie hun kinderen discipline bij door tegen ze te schreeuwen en tieren tot ze huilden en hun tekortkomingen toegaven.
Toch interesseerde Jim Morrison zich al vroeg voor filosofie, literatuur en poëzie.
Toen hij zijn studie had afgerond, verbrak hij het contact met zijn familie, en vertelde dat hij enig kind was en dat zijn ouders waren overleden. Zijn vader beweerde na Jim's dood, dat Jim dat gedaan had om zijn familie te beschermen tegen indringende publiciteit.

Die publicitaire aandacht trok Jim Morrison inderdaad wel, door zijn turbulente leven, maar ik denk er het mijne van. Die "militairistische opvoedkunde" zal zijn sporen hebben nagelaten, en als ik dat lees, gaan mijn nekharen steil overeind staan!
Mensen die hem kenden zeiden, dat Jim twee kanten had: ontwikkeld, vriendelijk, meegaand, maar als hij ontremd raakte, leken alle verzamelde frustraties er uit te komen.
Overigens werd 39 jaar na Jim's dood een veroordeling wegens "indecent exposure" tijdens een optreden, herroepen...

Ook in zijn relaties schijnt Jim Morrison nogal een wildebras geweest te zijn. Er waren vluchtige maar ook langere relaties, ook tegelijkertijd.
Pamela Courson en Jim Morrison leerden elkaar op jongere leeftijd kennen. Zij is een steeds terugkerende factor in zijn leven geweest, ze stimuleerde hem om te schrijven, maar ook bij hen kon het tumultueus toegaan.
Na zijn "vlucht" naar Parijs woonde hij met haar in een appartement. Zij was het die hem vond, in een badkuip. Autopsie was niet verplicht, en als doodsoorzaak is hartfalen genoteerd.
In onderstaande video, met die subtiele, bij het najaar passende song, zien we foto's van Pamela en Jim. (De song is al een keer geplaatst, andere video.)

The Doors - Indian Summer:


Jim Morrison had in zijn testament Pamela Courson aangewezen als zijn enige erfgenaam. Het kostte een aantal jaren met rechtszaken voordat ze daarvan de vruchten kon plukken. Niet eens zo lang daarna overleed ze zelf aan een overdosis. Haar as werd bijgezet in een columbarium, en haar ouders lieten op de plaquette zetten: Pamela Susan Morrison. Hoewel ze nooit formeel getrouwd waren geweest, werd hun relatie bestempeld als Common-law marriage. Haar ouders waren daarmee haar erfgenamen, maar na een aantal juridische veldslagen deelden ze de erfenis met Jim Morrisons ouders.

Nadat Jim Morrison was overleden, probeerden toetsenist Ray Manzarek (nl), gitarist Robby Krieger (nl), en drummer John Densmore (nl) verder te gaan met The Doors, maar hoe goed ze ook waren, het succes was voorbij.


Wie mee wil doen met (of luisteren/kijken/lezen bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, vindt de links bij Trees.
Afleveringen t/m ZOZ260 vind je bij Marja.


22 september 2018

180922 - ZOZ - Van september en eikels

Wie mee wil doen met (of luisteren/kijken/lezen bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, vindt de links bij Trees.
Afleveringen t/m ZOZ260 vind je bij Marja.


Het is september, de eikels vallen weer, en in 2008 schreef ik een gedicht over dit jaargetijde, met een knipoog naar Prinsjesdag. Deze week, dinsdag, was het weer zo ver.
Terwijl ik dit schrijf zijn de Algemene Beschouwingen naar aanleiding van de rijksbedroting in alle heftigheid bezig, en lopen de oppositiepartijen zich stuk op de metersdikke teflonlaag van Mark Rutte omtrent de alom verguisde afschaffing van de Dividendbelasting.

September

Lage zon verdrijft de eerste kou
met zachte schreden nadert herfst
hard groen kiest warme kleuren

ik snoep kastanjes in het bos
rolschaats op gevallen eikels
Prinsjesdag, ik tel de zwammen

overvallen door een eerste hagelbui
mijn regenjas vergeten in de kast
forse stormen zijn voorspeld

maar nu nog Indian Summer
ik steek veren in mijn haar
doe toch nog een anti-regendans

© Gauke Zijlstra, 2008
(Gepubliceerd in Drents Letterkundig Tiedschrift Roet, Winter 2008-2009,
en op onze website; zie ook Septembris van Marijke)

Toen ik op YouTube September intikte als zoekterm, kwam als eerste Earth, Wind & Fire - September tevoorschijn, maar daar had ik geen zin in.
Daarna zag ik tot mijn verrassing staan: Opening Ericsson Emmen - 8 september 1990! De nieuwbouw van het bedrijf waar ik vanaf 1966 in totaal 34 jaar gewerkt heb.
Ter gelegenheid van die opening had mijn naaste collega een fietstocht georganiseerd langs alle toenmalige Ericsson-vestigingen in Nederland. Met een groep van ruim 40 man reden we 500 km in twee dagen. Ik schreef er al eens over in mijn blog van september 2012.

Start fietstocht op 6-9-1990 om 06:00 uur; ik sta links voor, witte helm.

De volgende video die Youtube aanbood, was "September Rain", iets met Japanse "letters" er bij. Hé, best aangenaam om naar te luisteren, vond ik. Het komt van een solo-album van Makoto Matsushita, die meer bekend is van de Japanse band AB'S Dat album heet First Light, maar dat is een veelgebruikte titel voor van alles en nog wat.

Makoto Matsushita - September Rain:


Maar de titel waar ik het eerst aan dacht bij het woord "september" was uiteraard It Might as Well Rain Until September. Deze song is oorspronkelijk geschreven voor Bobby Vee (nl) door de succesvolste songschrijfster van de 20ste eeuw, Carole King (nl), samen met haar toenmalige echtgenoot Gerry Goffin (nl). De song is heel veel gecovered, maar ik koos deze versie, die in mijn jonge jaren soms mijn liefdesverdriet min of meer bevestigde en daarmee draaglijk maakte.
Daarbij speelde mee, dat ik de stem van Helen Shapiro (nl) graag hoorde.

Helen Shapiro - It might as well rain until september:


Maar Helen wist me ook wel weer op te vrolijken: Marja had deze song in 2013 al eens geplaatst, maar hier is 'ie nog een keer.

Helen Shapiro - Walking Back To Happiness:


En nu maar hopen dat de politici wat van al die mooie beloften waarmaken, en nu eindelijk ons een beetje pecuniaire happiness gunnen, in plaats van buitenlandse aandeelhouders...

15 september 2018

180915 - ZOZ - Van een Hole in One

Wie mee wil doen met (of luisteren/kijken/lezen bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, vindt de links bij Trees.
Afleveringen t/m ZOZ260 vind je bij Marja.


Nee, ik had geen successlag met golfen, ik speel geen golf. Trump wel, die was niet welkom bij de uitvaart van John McCain, en ging toen maar golfen op een van zijn ressorts. Doet hij blijkbaar vaker in plaats van belangrijke zaken.
Ik wil het hier hebben over meer alledaagse dingen van gewone mensen.

Over de gewoonste onderwerpen kun je een liedje maken, of een gedicht. En bij dat laatste denk ik meteen aan de poëtische spil van onze toenmalige dichtersgroep, die met een knipoog dit gedicht schreef:

ALLEDAAGS

Over alledaagse dingen
verzen maken
hoe je met je voet
op de vaatdoek
de keukenvloer dweilt

het is toch knap
als je dat kan.

©Joke Rhebergen (*1933 †2012)

Ik heb het vandaag over mijn instappers, een paar prettige, gemakkelijke schoenen, vooral voor 's zomers, die ik al zó lang heb, dat ik niet meer precies weet hoe ik er aan gekomen ben. Waar ik ze gekocht heb, of dat ik ze van iemand gekregen heb die er minder tevreden over was dan ik. In één ervan zit een gat. En daardoor zit er al de hele week een liedje in mijn hoofd.


Hole in my shoe

I looked to the sky
Where an elephant's eye
Was looking at me
From a bubblegum tree
And all that I knew was
The hole in my shoe
Was letting in water (letting in water)

I walked through a field
That just wasn't real
Where one-hundred tin soldiers
Would shoot at my shoulder
And all that I knew was
The hole in my shoe
Was letting in water (letting in water)

I climbed on the back of a giant albatross
Which flew through a crack in the cloud
To a place where happiness reigned all year round
Where music played ever so loudly


I started to fall
And suddenly woke
And the dew on the grass
It stuck to my coat
And all that I knew was
The hole in my shoe
Was letting in water (letting in water)

Traffic - Hole in my Shoe (1967):


De groep Traffic (nl) werd opgericht door vier rasmuzikanten, die al behoorlijk actief waren geweest in andere bands: Steve Winwood (nl), Jim Capaldi (nl), Chris Wood (nl) en Dave Mason (nl).

Het geluid van de Sitar (nl) van Dave Mason is prominent aanwezig. Dat was destijds een populair instrument, door de interesse voor Oosterse cultuur. The Beatles waren b.v. een tijdlang intensief bezig met de Transcendente Meditatie van Maharishi Mahesh Yogi (nl).

Deze song was niet, zoals ik dacht, geschreven en gezongen door Steve Winwood, maar door Dave Mason. Het zou eerst bedoeld zijn geweest als een "nursery rhyme", een kinderliedje of sprookje.
De tekst in het midden werd gesproken door de toen zesjarige Francine Heimann, stiefdochter van platenbaas Chris Blackwell, oprichter van Island Records (nl).
Dave Mason gaf er de voorkeur aan om in z'n eentje songs te schrijven, en de andere groepsleden te vertellen hoe hij het hebben wou, in tegenstelling tot de anderen die veel samen schreven. Dat leidde er toe dat Mason een paar keer uit de groep stapte, en vervangen werd door invallers. De overige drie waren de vaste kern van de groep.

Steve Winwood is degene die het stevigst in mijn geheugen verankerd is. Dat begon met mijn kennismaking met de Spencer Davis Group (nl), waar hij als 14 of 15-jarige begon op keyboards en zang. Daarvoor speelde hij al vanaf zijn achtste met zijn vader en zijn oudere broer in een band, waarbij de piano zó geplaatst werd, dat niet zou opvallen dat er een te jong knulletje zat te spelen.

Steve Winwood's manier van zingen is wel eens vergeleken met Ray Charles (nl), oordeel zelf bij deze video, waar Steve Winwood als 15-jarige de blues-standard Nobody knows you when you're down and out zingt. Het is geschreven in 1923 door Jimmy Cox en werd vooral bekend door Bessie Smith (nl).

Steve Winwood - Nobody knows you when you're down and out: