...en Niklas "logeert" hier ook. (v/h dwarsbongel.web-log.nl en niklas.web-log.nl)

woensdag 4 november 2020

201103 - De bovenkamer luchten in de Bovenlanden

Er zijn van die plekken in Nederland met een bepaalde aantrekkingskracht. Daar ga je naartoe als je bijvoorbeeld even de zinnen wilt verzetten of uitwaaien.
Gisteren was het uitstekend weer om uit te waaien: wisselend bewolkt maar droog en een aangename temperatuur, ondanks de stevige wind.
We zijn bezig onze zolder leeg te maken, omdat we volgens planning van de wooncorporatie binnenkort ons dak compleet wordt vervangen. Aangezien we, alweer 16 jaar geleden, twee huishoudens gecombineerd hebben, zijn er spullen die te dierbaar zijn om weg te doen, en dingen die nog niet zijn uitgezocht. Weken werk dus, om dat ordelijk te doen verlopen, en behoefte om er af en toe even tussenuit te gaan. In corona-tijd wordt dat dan een rondritje.
Bijna vanzelf komen we dan op een route naar het noorden, langs route's die ons nooit vervelen.
Zo kwamen we gisteren door de Laudermarke, en stopten voor een picknick in de auto in de buurt van Bourtange.


Verderop kwamen we uit bij het natuur- en waterbergingsgebied Bovenlanden, ergens tussen Bellingwolde en Klein Ulsda. Daar hebben we een poosje rondgescharreld, en genoten van de omgeving en de omstandigheden.


We klimmen naar het uitzichtpunt op de dijk. Aan de westkant het uitgestrekte landbouwgebied, dat bij een van onze vorige bezoeken een gele zee was van bloeiende koolzaadvelden, met veel bijenkasten.


Je komt de Bovenlanden binnen via een coupure in de dijk, die gesloten kan worden bij hoogwater. Je ziet hier de helft van het reservoir.


Naast het pad naar het uitzichtpunt staan overeenkomstig het jaargetijde een aantal paddestoelen.


Het is een aantrekkelijk gebied voor watervogels, maar daarbij is vanaf dit punt een verrekijker wel handig.


Als je een eindje het gebied in loopt, heb je een mooi doorkijkje naar deze plas. Het waaide toen wij er waren.


Verderop houdt de asfaltlaag op, en gaat het verder als min of meer verhard pad met twee sporen. In de verte zie je de buurtschap Booneschans, genoemd naar een verdedigingswerk uit de Tachtigjarige oorlog. Het ligt direct tegen de Duitse grens.


Terug naar het begin lopen we tegen de wind in. Het voelt wel lekker, omdat de temperatuur goed is. De luchten waren fraai. Het leek af en toe dreigend, maar we hebben geen drup regen gehad.


Het riet fungeert als indicator hoe hard het waait; de wind leek toe te nemen.


Terug bij het uitzichtpunt word ik nog even verwend met een paar prachtige jakobsladders, die velden in de verte een lichtgroene lentekleur geven.


We zijn lekker uitgewaaid en gaan met een bocht huiswaarts, zoveel mogelijk langs binnenwegen, en zijn net voor donker thuis.

dinsdag 3 november 2020

201103 - Waarheen een foto van een dikke dame je gedachten kan leiden

Ik vond een artikel dat me wel interesseerde. Dat ging ik lezen, en trof daarbij foto's aan van een van de genoemde personen. Nee, ik ga niet de spot drijven met haar omvang, maar er kwam spontaan uit de krochten van mijn herinnering het beeld op van mijn neef.
Hij was lang en dik en niet altijd even subtiel. Hij hield van grappen.
Als jonge vent had hij in een winkel gestaan, en vertelde graag hoe hij zich afreageerde over vervelende klanten zonder ze te beledigen. "Ja mevrouw, alstublieft mevrouw, dag mevrouw, prettige dag mevrouw!" en zodra de deur achter die mevrouw was dichtgevallen, hardop: "Stik, mevrouw!"
Later was hij kwaliteitsinspecteur voor een semi-overheidsdienst. Hij genoot zodanig van het goede des levens, dat zijn omvang indrukwekkende vormen had aangenomen. En daar ligt de link naar die foto. Hij maakte zelf de grap: "Nee, je kunt niet om mij heen zonder brood mee te nemen voor onderweg!".

De laatste keer dat ik mijn neef zag, was bij de begrafenis van zijn vader, die was overleden op de dag dat mijn moeder 90 zou zijn geworden. Hij hield een ontroerende toespraak, gevoeliger dan ik hem ooit meegemaakt had.
Zijn beginzin bestond uit vier woorden, die ik nooit zal vergeten: "Mijn vader is dood."

Een uur later stonden we bij het open graf, de helft van een dubbel graf waar zijn moeder al zes jaar lag. Op de plaats van dat open graf was 57 jaar daarvoor mijn vader begraven.
Mijn oom, die daar nu begraven werd, had mij gevraagd om dat dubbele graf, dat voor mijn ouders bestemd was geweest, te mogen gebruiken nu dat weer toegestaan was.

Deze dag was ook de eerste dag dat Marijke en ik begonnen aan een leven samen, na een periode met lastige verwikkelingen, en stonden we samen bij dat open graf.

Toen mijn neef die woorden spraak: "Mijn vader is dood.", wist hij dat hij zelf ook ziek was. Nog geen jaar later was hij dood, en herhaalde zijn oudste zoon zijn woorden.