...en Niklas "logeert" hier ook. (v/h dwarsbongel.web-log.nl en niklas.web-log.nl)

zaterdag 30 januari 2016

160130 – ZOZ – Van zwaar leven en generaties

Wie mee wil doen met (of luisteren bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, kan terecht bij Marja.

De vorige twee ZOZ's heb ik verstek moeten laten gaan door computermalheur. De laptop is inmiddels weer aanspreekbaar, dus ik doe maar weer een poging.
We hebben een "tablet", daar hield ik mijn Facebook-gedoe een beetje op bij, maar op blogs reageren en video's bekijken is een probleem. Het zij zo, ik hoef niet alles hebben.

Het herstellen van ons "machinepark" moet ik combineren met mijn functie als part-time huisman en klusjesman voor onszelf, of incidenteel voor vrienden die twee rechterhanden hebben terwijl ze linkshandig zijn, of omgekeerd. Dat laatste is tegelijk een uitdaging en een bevredigende status, maar het vreet tijd, want ik doe veel dat niet tot mijn opleiding behoort… ;)

Dat ontlokte Marijke een suggestie met een relativerende knipoog, van een van haar favorieten: Brigitte_Kaandorp.
Brigitte Kaandorp - Ik heb een heel zwaar leven:


Bij mij roept dat lied van Brigitte een associatie op met een minder bekend lied van Ede Staal (nl). Dit is een van de vele opnamen die hij thuis gemaakt heeft, en die o.a. uitgebracht zijn op de dubbel-CD "Hear my song / As t boeten störmt", die uitgebracht werd tien jaar na zijn overlijden aan longkanker, op 44-jarige leeftijd.
Er is toen een selectie gemaakt van bruikbare opnamen, die technisch misschien wat minder zijn, maar waarvan het eeuwig jammer zou zijn als ze ongehoord verloren zouden gaan.
Ede Staal - Zo is t leven (tekst hieronder, met mijn ruwe vertaling):


Zo is t leven / Ede Staal

Zo is het leven / Vertaling NL

Zo is t leven
Hai is tachteg joar, muid en allain.
en a-je goud kieken
kin je t an hom zain:
Toun e twaalf was, mos e noar de smid
moar hai had de tied nait mit.
Toun e t eerste weekgeld brocht
toun het ol heer
n swientje veur hom kocht.

Zo is het leven
Hij is tachtig jaar, moe en alleen.
en als je goed kijkt
kun je het aan hem zien:
Toen hij 12 was, moest hij naar de smid
maar hij had de tijd niet mee.
Toen hij 't eerste weekloon kreeg
toen heeft zijn vader
'n varkentje voor hem gekocht.

Ze is negenteg joar, muid en allain.
en a-je goud kieken
kin je t an heur zain.
Toun ze vattien was, ging ze noar n boer
en doar har ze t vrezelek stoer:
smörns om vief uur
aal under de kou
en om zeuven uur
de orders van mevrouw.

Ze is negentig jaar, moe en alleen.
en als je goed kijkt
kun je het aan haar zien.
Toen ze 14 was, ging ze naar 'n boer
en daar had ze 't vreselijk zwaar:
's morgens om vijf uur
al onder de koe
en om zeven uur
de orders van de boerin.

Hai is zestien joar, en slim allain
en a-je goud kieken, kin je t an hom zain:
Hai het nog nooit aarmou kend
want hai is an ales aal zo gewend.
Ja din is der toch aargens wat mis.
is t nou neudeg dat n mens es maarkt
wat aarmou is?

Hij is zestien jaar, en erg alleen
en als je goed kijkt, kun je 't aan hem zien:
Hij heeft nog nooit armoede gekend
want hij is aan alles al zo gewend.
Ja dan is er toch ergens iets mis.
is 't nou nodig dat 'n mens eens merkt
wat armoede is?

Hai is zestien joar, n beetje allain.
en a-je goud kieken, kin je t an hom zain.

Hij is zestien jaar, 'n beetje alleen.
en als je goed kijkt, kun je 't aan hem zien.

Zo is t leven

Zo is t leven


Het was niet altijd licht en aangename temperatuur,
's morgens om vijf uur...

Dan over naar een actualiteit. De laatste tijd is er weer een aantal bekende muzikanten overleden. Vandaag (vrijdag) las ik dat Paul Kantner gisteren is overleden.
Bij het grote publiek zal zijn naam geen belletje doen rinkelen, maar wel de groep waarvan hij medeoprichter en "het brein" was: Jefferson Airplane (nl), met all-time hits als Somebody to Love en White Rabbit, waarin vooral de formidabele stem van zangeres Grace Slick (nl) je bijblijft. En als je beter luistert, hoor je dat zij zo kan gloriëren door de band als geheel.
Paul Kantner heeft een relatie gehad met Grace Slick, en ze hebben samen een dochter.

Ik kende uiteraard de hits van Jefferson Airplane, maar ik heb pas laat een album van ze gekocht, Thirty Seconds Over Winterland. Ik weet nog helder hoe het ging. In de platenwinkel ging ik zitten aan de "bar", de verkoper, die mij inmiddels wel een beetje kende, zei: "Moet je hier eens naar luisteren", zonder dat hij het liet zien. Ik de koptelefoon op, en hij zette de plaat op.
Eerst hoorde ik geroezemoes van publiek, dan een beetje stemmen van een gitaar, en toen kwam de muziek los op een zó overweldigende manier, dat de rillingen van verrassing over mijn rug liepen! Die LP was voor mij, ongeacht wat er verder op stond!
De klanken van de elektrische viool van Papa John Creach vervlechten zich met de sologitaar van Jorma Kaukonen, ook de andere instrumenten en verderop de stemmen van Grace Slick en mannelijke bandleden.
Het is een nummer dat geschreven is door Paul Kantner, die geïnteresseerd was in Science Fiction, waarvan ik bepaalde boeken ook erg waardeer.

Jefferson Airplane - When The Earth Moves Again (volumeknop open!):


Eerlijk waar, die rilling is er nog steeds. Dank je Paul voor je muziek, die mijn generatie kleur gaf!

maandag 11 januari 2016

160111 - WE300 - Gezondheid...

PlatoOnline's WE-300 schrijfuitdaging: schrijf een verhaal van exact 300 woorden, waarin het thema-woord niet voorkomt! Themawoord voor januari 2016 = Gezondheid

Gezien Plato's toelichting over zijn blogmatige afwezigheid, verbaast zijn themakeuze niemand. De omschrijving van de WHO:
Een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk | welzijn, en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.

Wie heeft nooit interrupties van zijn welzijn meegemaakt? Ik zou kunnen vertellen over mijn verwijderde tumor (1955), klaplong (1980), of zware longontsteking (2010), drie keer goed voor een ziekenhuisbed. Maar ik kan nog steeds een rondje toerfietsen.

Vandaag was Het Nieuws de sterfelijkheid van een popster. Met alle respect, maar dat scheen belangrijker nieuws dan het eerste hulpkonvooi in maanden voor een belegerde stad met zo'n 40.000 inwoners, waarvan er al velen de hongerdood gestorven zijn. Ze aten gras en katten...
Belegerd door de eigen regering, omdat er rebellen zitten. Die belegeren regeringsgezinde dorpen, netzo barbaars!

Ik lees:
Uithongering is een beproefde methode in de oorlog in Syrië. Strijders moeten kiezen tussen overgave of hun aanhangers laten sterven van de honger.
Volgens Artsen zonder Grenzen is het een openluchtgevangenis omringd door landmijnen. Wie probeert te ontsnappen, wordt doodgeschoten.

Het zesuurjournaal begon uitgebreid over David Bowie. Als zesde item een "nieuwsflits" uit Madaya: uitgemergelde lichamen van volwassenen en kinderen, en eindelijk dat konvooi, voor velen te laat...

Meer Syrische plaatsen zijn geïsoleerd. Zo'n 400.000 mensen wonen achter de frontlinie, zonder toegang tot eten en verzorging.

Insiders: "Assad speelt de politieke en humanitaire VN-takken sluw tegenelkaar uit.
Belachelijk dat de VN dankbaar moet zijn voor toelaten van het hulpkonvooi, want hij zou de belegeringen moeten stoppen. Nu kunnen ze de mensen in Madaya helpen, anderzijds kan Assad daardoor nieuwe eisen stellen.
Maar de VN kampt met meer problemen in Syrië. Vatenbommen, nieuwe geruchten over zenuwgas, vele ontheemden."


Ofschoon ik twijfel aan het "geestelijk welzijn" van Assad en andere betrokkenen, zullen zij dat zelf waarschijnlijk niet doen...

N.B.: het Bowie-item duurde 6:22 minuten, Madaya 1:30...

zaterdag 9 januari 2016

ZOZ - Van klassiek, jazz en poëzie

Wie mee wil doen met (of luisteren bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, kan terecht bij Marja.

Op 3 januari zaten we, bijkomend van de paniek rond het zoekgeraakte hoortoestel, na het eten te kijken naar Podium Witteman, het muziekprogramma van Paul Witteman, waarin hij "de wereld van de klassieke muziek omarmt, maar ook de grenzen opzoekt met andere genres zoals pop, wereldmuziek, of jazz. Met ruimte voor bijzondere verhalen, jong talent en optredens van topmusici."
Hoofdgast was deze keer Herman van Veen, naar aanleiding van zijn bijzondere muzikale carière.
Het hele programma hier op Uitzending Gemist bij de NPO>

De krent die Marijke en ik vooral uit de pap pikten was Reinbert de Leeuw die op verzoek van Herman een stuk van Erik Satie (nl) speelde. Het interessante, inleidende gesprek begint op ongeveer minuut 33, het pianospel op 39, tot 42. Mogelijk was deze fantastische muziek, internationaal erkend als de beste interpretatie van Satie's muziek, nooit op geluidsdragers verschenen, zonder Herman van Veen's toedoen.

Dit zei Marijke over haar band met deze muziek: Muziek is voor mij erg belangrijk. Muziek markeert en begeleidt de tijd en gemoedstoestand waarin ik mij op dat moment bevind. In het begin van de jaren zeventig luisterde ik graag naar Franse chansons, Cat Stevens, Creedence Clearwater Revival, The Beatles, maar ook veel naar klassieke muziek. Brahms, Schubert, Mahler en middeleeuwse muziek. Muziek die mij als zichzelf in de oren klonk. Vertrouwd ...
In die tijd werden er vele 'feesten' gegeven, gewoon omdat dat ook bij de tijdgeest hoorde. Leve het leven, vrijheid blijheid. De muziek die er werd gedraaid was heerlijk, opwekkend, vrolijk, en heel erg bekend.
Tot er aan het einde van de avond, nacht, op één van die feesten een stilte viel. Er zou nog één plaat worden gedraaid, als afsluiter van het feest. De eerste klanken kwamen van ver, maar vervulden meteen mijn geest... zo heel anders dan wat ik tot dan toe had gehoord...
Pianomuziek met een onwaarschijnlijk mooie melodie in een zeer traag ritme. Het was alsof de klanken rechtstreeks vanuit de hemel kwamen, in mijn beleving. Als betoverd bleef ik luisteren.
Die betovering ervaar ik nog steeds als ik luister naar de muziek van Erik Satie. Zeker als die wordt gespeeld door Reinbert de Leeuw. Voor mij de enige echte vertolker van de geniale componist Erik Satie.


Ik ben niet zo goed ingevoerd in de klassieke muziek, maar ik heb er wel meteen een associatie bij naar "mijn" muziek, daarover straks meer.
Satie boeit me wel, en ik ga luisteren op Youtube, een beetje "bijgelicht" door Marijke. Zij raakte destijds direct geboeid door Gnossienne No.1, Reinbert speelde nu Gnossienne No. 3. Het woord Gnossienne is door Satie zelf bedacht, en ik heb de reeks van No.1 tot No.6, allemaal uitgevoerd door Reinbert de Leeuw, gevonden bij een liefhebber op Youtube.
Ik begin het steeds mooier te vinden. Ik heb ook een paar andere pianisten beluisterd, maar die doen het volgens mij niet goed. Bij Reinbert klinkt het "alsof het moet en niet anders"...
Reinbert De Leeuw - Erik Satie: Gnossienne nº 1:


Voor wie er verder in wil duiken, ik kan zelf niet kiezen welke ik het mooist vind:
Mijn associatie bij Reinbert / Satie was uiteraard niet direct in de sfeer van Rock'n Roll. Wel piano, en relatief rustig. Erroll Garner (nl) wordt ingedeeld bij de Jazz.
Hij heeft nooit geleerd om notenschrift te lezen, maar heeft wel héél bekende composities op zijn naam staan, die we in veel versies nog steeds kunnen horen.
Van hem wordt verteld, dat hij, toen hij 3 jaar was, hele stukken naspeelde die de pianolerares aan zijn oudere broers en zussen probeerde bij te brengen.
En hij had een fenomenaal muzikaal geheugen. Zo kon hij, na een concert van een beroemde klassieke Russische pianist, na afloop een heel groot deel zó uit zijn hoofd naspelen.
Dat hij ook naar klassieke muziek luisterde, vind je hier terug: Erroll Garner - Chopin Impressions.

Een eigenaardigheid van Errol was, dat hij vaak zat mee te zingen (hummen) bij zijn piano, tot wanhoop van de opnametechnici. Ik vind dat een charme, een betrokkenheid en speelplezier uitstralen die ik beslist kan waarderen.
Een andere bijzonderheid was, dat hij slechts 157,5 cm groot was. Daarom zat hij op een stapel telefoonboeken bovenop de pianokruk.
Eén van zijn verdiensten was, dat hij de kloof voor jazz-musici tussen nachtclubs en concertzalen hielp dichten.

Door mijn "beleid" om platen te kopen van zoveel mogelijk verschillende artiesten, had ik in mijn vroegere vinyl-collectie een 33 toeren EP van het Errol Garner Trio. De singles en EP's moest ik, door ruimtegebrek, wegdoen toen ik bij Marijke introk, maar ik vond het lijstje terug, het waren deze nummers, en ze staan allemaal op Youtube:
Waarschijnlijk zijn bekendste compositie is de "Jazz Standard" Misty (nl). Pas later is er een tekst bij gemaakt.
Een enthousiasteling plaatste een vroege versie op Youtube met de aankondiging: The World Stops Spinning as Erroll Garner Plays Misty from "The Original Misty":


Hij speelde het nooit twee keer precies gelijk, inherent aan geïmproviseerde muziek denk ik; hier is een latere, frivolere versie:
Erroll Garner trio plays Misty in the old BRT studio in Brussels, Belgium.


Met deze melodie heb ik overigens een persoonlijke band. Ooit maakte ik een gedicht bij een schilderij van Bernet Keuenhoff, een kunstenares die schilderijen en beelden maakt die me raken. We waren toen beiden lid van de Sociëteit Drentse Kunstenaars, en we deden een "kruisbestuivingsproject": verschillende disciplines lieten zich inspireren door elkaars werk. Naar aanleiding van dit schilderij van Bernet, EARTH getiteld, schreef ik het gedicht Ruimteschip Aarde.

Later deed ik met drie andere kunstenaars een project "Zoektocht", dat veel intensieve, fijne ervaringen heeft opgeleverd, maar geen maatschappelijke (laat staan commerciële) successen. Binnen dat kader zijn veel combinaties ontstaan tussen tekst, muziek en beeldende kunst, en beeldende kunst onderling.
Zo heb ik een aantal keren dat gedicht Ruimteschip Aarde voorgedragen, voortreffelijk begeleid door Jan de Wilde die "Misty" speelde op saxofoon! Helaas heb ik daar geen opnamen van kunnen terugvinden...

dinsdag 5 januari 2016

160105 - Opa vertelt over ijzel toen opa nog geen opa was

Het noorden van Nederland ligt vandaag helemaal plat vanwege ijzel, en daarmee gepaard gaande spiegelgladde wegen. Scholen en de meeste instellingen zijn gesloten, sommige winkels ook of beperkt open. Openbaar vervoer rijdt niet, behalve een enkele trein.
Het is nog niet zo erg als bij de zware IJzel van 2 maart 1987, maar het brengt mij terug bij een ijzelverhaal uit de tijd van mijn eerste baan, bij het Natuurkundig Laboratorium van de Rijksuniversiteit Groningen als Leerling-bediende (loopjongen). Dat was nog voordat de vijfdaagse werkweek, oftewel de vrije zaterdag werd ingevoerd.
Op zaterdag werkten we tot 13:00 uur, dan pas begon het weekend.

Ik was "in de kost" bij mijn grootouders, en om het andere weekend ging ik "naar huis", zo was het regime. Dan kon mijn moeder me zien en, vooral, de was voor me doen. Niet dat mijn stiefvader stond te juichen als ik er was: dat ik op mijn zeventiende uit huis gegaan was, was voornamelijk vanwege de "spanningen" tussen hem en mij.

Het was vrijdag, een weekend dat ik niet verondersteld werd naar huis te gaan. Maar er was een bijzondere omstandigheid, en de hoogleraar-directeur riep het personeel bijeen. Hij mocht, binnen de regels, ijsvrij verlenen: een universiteit is immers ook een onderwijsinstelling?
En er lag ijs. Natuurijs, dat op de meeste ijsbanen sterk genoeg was. Kanalen waren onbetrouwbaar. En er was dooi voorspeld, terwijl het ijs er nog niet zo lang lag. De hoogleraar-directeur deelde mee, dat wie dat wou, de volgende dag, zaterdag, ijsvrij mocht nemen.
Met een serieus gezicht proclameerde hij de voorwaarde, dat je dan natuurlijk wel moest gaan schaatsen! Ik meende daarna zijn wang even te zien opbollen, ik kende hem langer dan die dag...

Ik dacht aan mijn vriendin, die ik op de ijsbaan in ons dorp had gevonden. Of zij mij eigenlijk, want ik had een gentlemen's agreement met een vriend die ook een oogje op haar had, en "oudere rechten". Op de ijsbaan sprak ik even met haar en haar vriendin - de zus van die vriend. Toen ze bijna viel greep ze mijn hand en liet niet weer los. Zodoende.

Reden genoeg om "dus" te gaan schaatsen, en mezelf daarmee een vervroegd extra weekend thuis in te loodsen. Ik haalde mijn spullen uit mijn kosthuis, om daarna de bus te nemen naar het ouderlijk huis. Dat fietstochtje was voor mij nog redelijk te doen, maar het begon te ijzelen.

De normale reis was met de bus, eerst van Groningen naar Assen, dan van Assen naar Zweeloo.
De chauffeur van de bus naar Assen besloot niet te rijden. Oke, van Groningen naar Assen rijdt ook een trein.
In Assen was ik halverwege, maar daar was het inmiddels ook gaan ijzelen. De chauffeur die voor lijn 22 was ingeroosterd, zag het niet zitten.
Uiteindelijk was er een chauffeur, die graag naar huis wou en zou proberen hoever hij kon komen. Er waren nog enkele passagiers die ook mee wilden, het avontuur tegemoet.

Het bleek inmiddels erg glad geworden op de weg, en dat is bepaald niet overdreven geformuleerd. De snelheid zakte naar omstreeks stapvoets, maar we zaten nog steeds warm in de bus. Er was een stuk klinkerweg dat enigszins bol was, en de bus gleed onherroepelijk naar de zijkant van de weg. Langs de kant waren plaggen weggestoken uit de berm, als vorm van onderhoud. De bus glibberde langs die afgestoken rand, maar in de berm stonden ook bomen. Een paar keer moesten wij als passagiers, proberen de bus verder de weg op te duwen, teneinde beschadiging te voorkomen. Er waren een paar sterke kerels bij, en zo lukte ook dat.

In Beilen vond de chauffeur het welletjes. Hij vond verderrijden absoluut onverantwoord. Daar stond ik, om elf uur 's avonds. De meeste inzittenden waren toen bijna thuis, ik moest nog zo'n 20 kilometer.
Ach, ik had nog met de trein terug gekund naar Groningen, maar welke toestand zou ik daar aantreffen? Vanaf het station was het toch ook nog een flink eind naar mijn kamer.

Het woord "mietje" was niet zo in zwang als nu, maar ik wou me niet laten kennen: ik besloot te gaan lopen, vastbesloten als ik was om de volgende dag op de ijsbaan van ons dorp te schaatsen, en zo het spel van de prof te winnen.

Op straat in Beilen was een aantal mensen aan het schaatsen bij het licht van de straatlantaarns. In de berm was het wel wat zwaarder lopen, maar ik hield mijn benen tenminste onder me, wat op straat onmogelijk was.
Mijn weekendtas hing ik aan de ceintuur van mijn jas om mijn handen vrij te hebben en niet voortdurend het gewicht aan mijn armen. Een beetje schikken en schuiven, zo het was redelijk lopen.
Het was niet al te koud, er was weinig wind, en het ijzelen was opgehouden, op een paar spettertjes na.

De nacht was gelukkig niet pikdonker buiten de dorpen. Ik kon redelijk mijn weg vinden en obstakels vermijden. Mijn kleding was berekend op dit weer, en door in beweging te blijven bleef ik warm genoeg. Alleen een beetje koude voeten. Ik kende de weg, al had ik die nog nooit gelopen, en zeker niet onder deze omstandigheden. Het voelde prettig avontuurlijk, al had ik best nog iets willen eten en iets warms drinken. Ik had niets bij me.

Het was in het holst van de winternacht, omstreeks vier uur 's morgens, toen ik het ouderlijk huis bereikte. Hoe nu verder? Ik had geen sleutel; het zou een vermogen gekost hebben om alle gezinsleden een sleutel te geven. Bovendien kwam ik onaangekondigd. Na een uitgaansavond was de deur gewoonlijk nog niet op slot, en sliep mijn moeder pas als ze de laatste had horen thuiskomen. Maar vrijdagavond was destijds nog geen uitgaansavond, en het was ook niet de tegenwoordige tijd: nu gaat men pas echt stappen op een tijdstip dat wij in onze tijd alweer thuis kwamen.

Ook toen hadden we al een trukendoos. Steentjes tegen het slaapkamerraam van de broers en zussen. Dat vereiste wel enige vaardigheid: die ramen waren boven en de steentjes mochten niet te groot zijn.
Onze ouders sliepen beneden, en zeker de oude heer wenste ik niet wakker te maken.

De trukendoos werkte niet. Ik hoorde vele malen steentjes hun doel bereiken, maar er kwam geen enkele reactie. Ik kreeg het op deze manier ook niet warmer, en besloot tot de laatste truuk: het WC-raampje.

Om daar door te kunnen, moest wel mijn jas uit en mijn tas aan de kant. Een opstapje georganiseerd om rustig het raampje te kunnen verwijderen en dan moest ik er precies door kunnen.
De WC was nog van het model "ton met een plank erboven". Ik hing halverwege naar binnen en tastte naar een landingsplaats. Hé, hier moet toch ongeveer de plank zijn waar je op moet zitten? Oeps, voorzichtig, de deksel ligt niet op de opening…
Maar ik ontsnapte aan die geurige vernedering, en kwam heelhuids binnen, en rechtop.

Op het moment dat ik de WC-deur opende om mijn tas en jas naar binnen te halen via de achterdeur, ging het licht in het achterhuis aan en de deur van de keuken open.
Mijn moeder stond me verbouwereerd aan te kijken. Ze was wakker geworden van mijn gescharrel, maar dacht eerst dat ze gedroomd had, en nu had ze nog een zweem van inbrekersalarm in haar ogen: "Hoe kom jij hier nou?"
Ze heeft nog een lekkere dubbele boterham voor me gemaakt en een beker warme melk.

Maar ik heb die zaterdagmorgen (niet heel vroeg) wel geschaatst: er stond zo’n 2 centimeter water op het ijs, maar ik heb geschaatst tijdens dat ijsvrij!

Vriendinnetje was er overigens niet bij, telefoons waren nog dun gezaaid, thuis mocht ik er niet aankomen, want "die was van de begrafenisvereniging". Mobieltjes kwamen nog niet eens voor in Science Fiction verhalen, daar moesten ze zich behelpen met telepathie...

De precieze datum kan ik niet terugvinden. De vrije zaterdag werd ingesteld op 23 december 1960. Of kwam voor ambtenaren de vrije zaterdag later? Half september 1960 begon mijn baan in Groningen en in mei 1961 waren mijn moeder en stiefvader verhuisd. De nauwkeurigste tijdsbepaling is: de winter 1960/1961. In de meteorologische gegevens kon ik deze vorstperiode niet eenduidig terugvinden.
Cognitief psycholoog Joost heeft me ooit uitgelegd, dat herinneringen niet chronologisch worden opgeslagen, maar naar emotionele impact. Daar houden we het dan maar op.

In die tijd, in minder winterse omstandigheden:
ik bij dezelfde achterdeur, en met vriendinnetje.

zondag 3 januari 2016

Blij weerzien, auf wiederhören...

Vandaag hebben we een groot deel van de dag in staat van paniek doorgebracht. Nadat we een prettig bericht hadden ontvangen, sloeg Murphy genadeloos toe: Marijke was haar hoortoestel kwijt. Dat heeft ze niet om beter te horen, maar om haar oorsuizen ofwel tinnitus draaglijker te maken.
Tegenwoordig is zo'n ding niet meer zo gemakkelijk terug te vinden als vroeger:


Nee, het is nu een pietepeuterig dingetje, dat bijvoorbeeld in een onbewaakt ogenblik gemakkelijk in de stofzuiger kan verdwijnen.
Marijke gaat erg secuur om met dat ding, omdat het haar leven aangenamer maakt, en een niet onaanzienlijke waarde vertegenwoordigt. Eigen bijdrage € 200 is een flinke hap, maar de totale aanschafwaarde is vele malen hoger, zo'n € 1100, en dat zouden we in dit geval zelf moeten betalen!

Zoeken op alle voor de hand liggende plaatsen, op logische en minder logische plaatsen, en op volkomen onlogische plaatsen leverde niets op.
Eerst de stofzuigerzak maar eens aan een aftastend onderzoek onderworpen, dat leverde de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid op, dat 'ie daar niet was. Om de zekerheid volledig te maken, de stofzuigerzak opengeknipt en plukje voor plukje alles nagevlooid. De zekerheid was er: geen hoortoestel.

Alle denkwerk en systematisch onze gangen nagaan bracht ook geen nieuwe inzichten. Tja, het waren voor ons doen tamelijk turbulente dagen geweest, logees en feest met kerst, daarna nog wat mantelzorg en aanverwant, de laatste dag van de dierentuin vóór de volledige verpretparkisering, oudjaarsavond bij vrienden, waarvoor Marijke, in onze vernieuwde keuken, onder enige tijdsdruk lekkere hapjes had gemaakt.

Ze legde het hoortoestel, als ze het uit deed, altijd in het daarvoor bestemde doosje, of misschien even op een vaste plaats in de boekenkast. Maar ze was het ook al een keer bijna kwijt geweest, waarschijnlijk doordat ze haar haar goed deed was het los gaan hangen...
We hadden de hoop al opgegeven: waarschijnlijk op een onbewaakt moment ergens buitenshuis gevallen, en niet herkend als kostbaar apparaat, of anders niet voorzien van naam en adres.

Als laatste, onwaarschijnlijke zoekplaats bedachten we de kliko, een ingeworpen vuilniszak uit de pedaalemmer in de keuken. Een stuk plastic uitgespreid op de keukenvloer, en alle items één voor één uit de vuilniszak, na zorgvuldige controle, naar een andere plastic zak. Een paar keer pauze om mijn rug te laten bijkomen.

Ik was vergevorderd om alle volle, gebruikte koffiefilters nr.4, alle proppen keukenpapier en servetjes en zakdoekjes stuk voor stuk te inspecteren, alle restjes vis, uitgebrande waxinelichtjes en wat dies meer zij, en had de moed opgegeven.
Maar ik dacht: als ik die zak niet tot het laatste restje vullis onderzocht heb, mag ik wortel schieten op een vuilnisbelt als dat ding er nog in zit! Dan maar verder met de volgende zak, en gelukkig zijn de containers nog niet geleegd!


Wat is dat tussen de troep? Een deksel van een potje? Of toch... Tot ik het uitgegraven en op mijn hand had liggen geloofde ik het eigenlijk nog niet, maar ik denk dat ik het volume van de kreet van Archimedes verbeterd heb: "Ik heb hem!" Nou ja, ik ben niet in mijn nakie de straat opgerend, ik had alleen mijn frisse overhemd uitgedaan voor het graaien in die vuilniszak.


Zorgvuldig schoongemaakt, en hij deed het ook nog!
De rest was vandaag: afbouwen van de spanning...

zaterdag 2 januari 2016

160102 - ZOZ - Van koorknaap tot Rock'n Roll icoon

Wie mee wil doen met (of luisteren bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, kan terecht bij Marja.

Op oudjaarsdag was ik wat administratie aan het opruimen, en kwam daarbij mijn "logboeken" uit de begin 60-er jaren weer tegen. Aan het eind van de eerste bladzij die ik opsloeg, zag ik:
Little Richard - I'll never let you go / Tijd voor Teenagers, 17-6-1961, 13:50
"Ah, Litlle Richard, mooi wat muzikaal vuurwerk om het nieuwe jaar mee in te luiden", dacht ik!


Waar blijft de tijd - Tijd voor Teenagers, uitgezonden door de VARA-radio van 1959 tot 1969, bedacht door Co de Kloet. Eerst korte tijd gepresenteerd door hoorspelacteur Dick van 't Sant alias Dick Duster, later door Herman Stok.

Het programma deed destijds best wel enig stof opwaaien, het eerste "tienerprogramma" met "tienermuziek"!
En artiesten als Little Richard (nl), dat was toch helemaal "ongepaste negermuziek" (of moet ik nu, naar aanleiding van de Oudejaarsconference van Herman Finkers, nu zeggen: Tukkermuziek? We hebben genoten!), zoals dat toen nog gewoon gezegd werd...

Het gros van de confessionele zedenmeesters zal geen enkel besef gehad hebben dat deze jongeman al op jonge leeftijd zanger was geworden in de kerk waar zijn ouders vooraanstaande functies hadden. Hij genoot van de charismatische erediensten en de "live"-muziek.

Later vertelde hij, dat in zijn omgeving tijdens de rassenscheiding veel gospels werden gezongen, om het leven in de ondraaglijke armoede iets draaglijker te maken. Tja, in mijn kinderjaren werd mij nog verteld dat "negers" zwart waren als straf, omdat ze de afstammelingen waren van Noach's zoon Cham, die zijn vader bespot had toen die dronken was... (Genesis 9:18-29)

Het in genade aannemen van deze artiest, in onze Calvinistische contreien, waar nog veelvuldig de psalmen werden gezongen zonder hele en halve noten, zal ook niet bevorderd zijn door zijn intense manier van zingen, die veeleer betiteld werd als "gekrijs", laat staan zijn turbulente podiumpresentatie, waarvan we de kwalificaties wel kunnen raden...

Richard Wayne Penniman, zoals hij bij zijn geboorte (5-12-1932) genoemd werd, was de derde van 12 kinderen. Hij was klein en tenger van postuur (zo kwam hij aan zijn bijnaam, die later zijn artiestennaam werd), en had een lichte handicap: zijn ene been was iets langer dan het andere. Bij latere beelden van optredens is me dat niet opgevallen.

Hij heeft vele onderscheidingen mogen ontvangen voor zijn werk, en wordt beschouwd als "de architect van Rock 'n Roll", en hij heeft een belangrijke rol gespeeld in het slechten van de barrière tussen de blanke en zwarte hitlijsten.
Wikipedia meldt: "Years active: 1947 - present", maar ik vraag me af of hij, 83 jaar jong, nog steeds geboekt kan worden voor optredens via zijn agency. In zijn latere jaren heeft hij ook te kampen gehad met gezondheidsproblemen.

Ik begin met een 78-toerenplaat van de song uit mijn "logboek":
Little Richard - I'll never let you go (Boo Hoo Hoo):


Dit is, denk ik, niet zijn bekendste en "ruigste" song, en Little Richard vind ik één keer eerder in de ZOZ-statistiek: met een stevige song: Long Tall Sally: Vlasje, ZOZ 28, 25-5-2013. Best weinig voor zo'n kanjer, want hij heeft een indrukwekkende discografie!

Een veel bekender nummer is Whole Lotta Shakin' Goin' On, dat overigens veel bekender is door Jerry Lee Lewis, maar ook graag gespeeld wordt door jongere generaties, zoals in 1989 de "Guitar Gods" Leslie West, Alvin Lee, Ted Turner, Randy California and Steve Hunter, en in 2005 Paul McCartney.

De song Tutti Frutti uit 1955 was Little Richards eerste belangrijke hit. Die wordt beschouwd als het begin van de Rock 'n Roll, en is als zodanig opgenomen in de National Recording Registry van de Library of Congress.

Little Richard - Tutti Frutti (1956):


Overigens heeft Jimi Hendrix ( nl) gespeeld in de touring band van Little Richard, zoals verteld door Jimi's broer, en is dat te horen op Little Richard - I Don't Know What You've Got, But It's Got Me.

Van een andere bekende song vond ik een geinige video, het lijkt wel Britse humor,
Little Richard - Good Golly Miss Molly:


Ook een klapper: Little Richard - Lucille (Live 1973):


Ik besluit met een clip, waarvan ik vermoed dat het een van Little Richard's laatste publieke optredens is geweest (Las Vegas 2013), omdat ik een clip heb gezien uit 2012 waarin hij in zijn (deze zelfde) stoel naar de piano werd gebracht, en hij, na een lange intro, een sprankelende versie van Blueberry Hill speelde.

Het is zijn eerste hit uit 1955, na 58 jaar nog steeds gespeeld!
Little Richard - Tutti Frutti (Last Perfomance!):