Op de grote stille heide / dwaalt de herder eenzaam rond. Een klassiek lied over de Drentse heide.
Wij wouden wandelen en zoekend naar een goede omgeving kwamen we bij het Schapenpark Odoorn terecht.
Dit gebied kende ik vanwege het fietspad dat er door loopt, maar dat volgden we nu niet.
Zandpaden, eerst een stuk langs de bosrand, dan stonden we in het open veld en genoten van het weidse uitzicht.
Het schapenpark is ontstaan op de plek waar de novemberstorm van 1972 een groot deel van het bos heeft platgeslagen. Daarvan zijn nog restanten zichtbaar.
In het schapenpark heb ik deze keer geen schaap gezien, wel wandelaars. Dat zou met elkaar te maken kunnen hebben, want er zijn voorvallen gerapporteerd van wandelaars die zich agressief gedroegen als hun vrije doorgang even werd belemmerd door schapen. Sommige kuddes worden daarom in het weekend op stal gelaten in plaats van natuuronderhoud te plegen in het daartoe aangewezen gebied.
In deze gekke tijd met maatregelen ter bestrijding van een pandemie wordt je al gauw voor schaap uitgemaakt als je niet gelooft in allerlei bizarre complottheorieën, maar ik denk dat de lui die dat zo gemakkelijk roepen, zelf schapen zijn die in een andere kudde lopen. Mijn advies aan hen: Volg je herder, blaat rustig verder.
Een bijzondere plek in het landschap trok mijn aandacht al van verre. Het bleek een kuil, met water onderin.
Was dit nou een bomkrater uit de Tweede Wereldoorlog, of zo'n legendarische pingoruïne? Of gewoon op natuurlijke wijze ontstaan?
Hoe diep het water was, was niet te zien: het leek niet bepaald troebel, maar langs de kanten leek het vrij snel donkere diepten te verbergen.
Van veilge afstand werd goed in de gaten gehouden of hier niet een geheimzinnig monster of een ander eng iets op zou duiken uit de diepte om me te verslinden, want ik had de autosleutel bij me.
Ik knielde aan de rand van het water, zoals ooit Narcissus had gedaan, en mijn muze, Marijke, overzag dit van een afstandje en maakte een foto, indachtig dat bijzondere verhaal.
Nu heeft iemand mij wel eens verweten narcistisch te zijn, maar een echte psychoterapeuteraar heeft mij beroepshalve verzekerd dat dat niet past in mijn karakteromschrijving, dus durf ik deze pose met een gerust hart laten zien.
Ik probeerde nog om een foto te maken die zou laten zien wat Narcissus gezien zou hebben in mijn plaats, maar de oever was te modderig om dat met onbevlekte kleren te kunnen doen.
Ook de diepe gronden van dit stille water kwamen niet in beeld, wel de weerspiegeling van het in de wolken zijn vanwege deze wandeling met mijn muze met dit fraaie weer.
Bij een laatste blik achterom leken er aan de horizon bergen te zijn verrezen, die mij deden denken aan een dienstreis, waarbij ik door de Rhonevallei vloog en dacht wolken te zien, terwijl ik naar bergen keek.
Daarna spoedde ik me naar Marijke, die alvast was doorgelopen, en vonden we moeiteloos de weg terug naar ons vertrekpunt, begeleid door het zingen van vele vogels.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten