Ik las dat Sir Clive Sinclair een paar dagen geleden op 81-jarige leeftijd is overleden.
Hij was voor mij al lang uit beeld, maar dit bericht raakt me toch. Het was een uitvinder die, zoals wel wordt beweerd, zijn tijd te ver vooruit was. En dat is een reden waarom ik zijn naam nog niet vergeten was, en onmiddellijk een paar van zijn bijdragen aan de mensheid in beeld had. Het eerste dat ik zag van zijn tot product uitgewerkte uitvindingen, was zijn reeks kleine computers voor persoonlijk gebruik. Eerst de ZX80, opgevolgd door de ZX81 en de ZX Spectrum, telkens een stapje verder in de techniek. Menigeen maakte daarmee voor het eerst kennis met een computer.
De eerste twee zijn veelvuldig als bouwpakket door enthousiaste, nieuwsgierige hobbyisten aangeschaft en opgebouwd. De ZX80 werd uitgebracht in 1980, en de gebruikte microprocessor was de Z80, die ik beroepshalve ook toegepast heb in ontwerpen voor
communicatie-apparatuur. Dat was mijn kennismaking met het toepassen van microprocessors, begin jaren '80.
Er zijn ook een paar patenten waar mijn naam op staat vermeld als uitvinder, maar dat valt in het niet bij de activiteiten van Sir Clive: hij beperkte zich niet tot één vakgebied, en hij had ook een eigen bedrijf om zijn uitvindingen aan de man te brengen.
Een ontwerp waarmee hij echt zijn tijd te ver vooruit was, was zijn elektrische driewielige fiets, de C5. Dat werd commercieel een flop, maar het beeld dat hij dat ranke karretje demonstreerde is me bijgebleven.
Later bedacht hij de kleinste vouwfiets, naar de letter die het lijkt uit te beelden, A-Bike genoemd, met meer succes. Daarvan is inmiddels ook een elektrisch exemplaar op de markt.
1 opmerking:
Bedankt voor het leuke stukje. Clive Sinclair roept bij mij gemengde gevoelens op. Uiteindelijk meer positief, dan negatief, maar toch… De meest positieve gevoelens roept hij bij me op omdat hij – zeker in het Verenigd Koninkrijk – computers voor massagebruik wist te introduceren. Negatieve gevoelens roept hij bij me op omdat alles op een koopje moest. Dat gold al voor digitale horloges en calculators, die hij verkocht, maar zeker ook voor de computers. De ZX80 en ZX81 hadden een folie toetsenbord, waarop niet normaal te werken was. De ZX Spectrum had een rubberachtig toetsenbord dat ook al niet heel plezierig functioneerde. Heel veel zaken waren ook innovatief: in de ZX81 wist hij de prestaties van de ZX80 sterk te verbeteren en bovendien het aantal chips van rond de 18 stuks tot 4 stuks te verminderen. Dat scheelde natuurlijk ook sterk in de fabricagekosten. Zijn uitvindingen betroffen ook het opslagmedium voor de computers. Floppy’s vond hij te duur, dus kwam hij uit met de microdrive, waarin een magneetbandje eindeloos ronddraaide. De printer voor de ZX81, ook al zoiets bijzonders. Het afdrukpapier was gemetalliseerd, met een rondlopende naald werden de tekens lijn voor lijn op dit papier ingebrand, wat een aparte lucht gaf en het nodige lawaai. Maar waarmee hij weg kon komen in een markt die nog niet ontwikkeld was, die van de personal computer, lukte hem niet in andere markten, zoals die van het vervoer. Daar kon je geen gedrochten meer afleveren, want die markten waren veel rijper. Dus zijn fietskarretje mislukte deerlijk: accutechniek, motortechniek en gebruik van goedkope onderdelen nekten hem. Het ding presteerde niet als “auto” en ook niet als fiets. Soms zijn ideeën goed, maar is de techniek er nog niet aan toe. De eerste tabletcomputers en personal digital assistants namen geen hoge vlucht: ook de eerste tablet van Apple, de Newton, flopte. Een paar jaar later zie je dat de techniek meer ontwikkeld is, onderdelen goedkoper zijn en de Ipads zijn niet aan te slepen. Je moet je uitvindingen ook op het juiste moment in de markt weten te zetten en dat is soms meer geluk dan wijsheid.
Een reactie posten