Helaas vond ik dit artikel alleen in de papieren editie en niet online.
Meermalen is mijn aandacht gevestigd op die school, met name in de periode 1948 t/m 1956. Nu blijkt het gebouw een Gemeentelijk monument. Terecht, vind ik. want het is een karakteristiek gebouw. Het is gebouwd in 1938, in de stijl van die tijd. Ik ben niet geschoold in het benoemen van bouwstijlen, dus dat zal ik niet proberen, maar ik vind het een mooi gebouw.
Beelden van Google Maps:
Grotere kaart weergeven
Grotere kaart weergeven
Er blijkt tot in 2009 les gegeven te zijn in die school. De huidige eigenaresse, de Praktijkschool Emmen, heeft nieuwbouw gepleegd om alles van drie locaties samen te brengen op één locatie. Tot zover logisch en prima. Maar de stichting wou het gebouw verkopen aan een aannemer, om gesloopt te worden en er huizen voor in de plaats te zetten. Jammer!
Nu blijkt echter de Stichting Drents Monument ingeschakeld te zijn door B&W om een oplossing te zoeken. Er wordt nu onderzocht of de kunstenaarsvereniging AKE er kan worden gehuisvest.
Ik heb me suf gezocht op internet, maar ik vond weinig over de Dennenschool. Wat ik vond was een item over een bejaard stel, dat lang geleden hun eerste zoen uitwisselde op het muurtje van de Dennenschool, maar na een paar weken elk huns weegs ging, elkaar na 60 jaar terugvond en weer verliefd werd. (Nee, dit is niet het stel van mijn recente 6 woorden-verhaal, maar het gebeurt vaker dan je denkt!
De Dennenschool was oorspronkelijk een protestants-christelijke BLO-school. Ik ben er niet zeker van of de afkorting in dit geval stond voor Bijzonder- of voor Buitengewoon Lager Onderwijs. Tegenwoordig worden daar andere benamingen voor gebruikt, maar het was dus een school voor kinderen met leermoeilijkheden, een verstandelijke beperking of een gedragsstoornis.
We woonden destijds bij mijn grootouders aan de Molenkamp in Emmen, en Opa was een ervaren onderwijs-man. Hoofd der "School met den Bijbel" in Nieuw-Amsterdam, vanaf de oprichting in 1907 tot zijn pensionering in 1940.
Naast enkele andere stoelen en een divan, stonden in de woonkamer twee zware stoelen. Die waren bekleed met een kortharige stof, met een grijs en bruin blokken-, vlakjes- en streepjespatroon. Zoals dat gaat na zoveel tijd: ik zie het voor me, het voelt vertrouwd, ik zou het nauwkeuriger willen beschrijven, maar dat lukt niet. Die twee stoelen werden soms aangeduid als fauteuil, soms als crapaud.
Opa zat altijd op zijn vaste plek, behalve als hij calligrafeerde: trouwbijbels of teksten als stichtende wanddecoratie. Dan zat hij bij de tafel op een gewone stoel, en zijn dubbelgeslepen bril (tegenwoordig variofocus) ging dan af.
In Opa's hoek van de kamer stond de luidspreker van de draadomroep. Aan de muur hing een grote gebatikte wajangpop. In de hoek stond een kastje met een gordijntje, waarin Opa de boeken opborg waarin hij bezig was, en pijpen en andere spullen.
Oma had een andere stoel, een veel lichtere constructie. Opa en Oma's stoelen stonden tegenover elkaar met de nootjes-4-haard aan de ene kant tussen hen in, en aan de andere kant de tafel.
Ik herinner me hoe Opa regelmatig bezoek kreeg van de heer M., hoofd van de Dennenschool. Een man in net niet te donkergrijs kostuum met meestal een aktetas, zo herinner ik me hem. Een dungerande bril, net als Opa, maar iets rechthoekiger. Zijn haar was een beetje springerig. Opa heb ik niet anders gekend dan kaal, terwijl ook hij krullerig, donker haar heeft gehad in zijn jonge jaren.
Geen idee of Opa nog de een of andere bestuursfunctie vervulde, maar er waren dan Grote Gesprekken, waarbij ik liever ergens anders moest spelen. Vooral naarmate mijn leeftijd toenam, en mij meer begripsvermogen werd toegedicht.
Daar kwam nog bij, dat meneer M. een dochter had, die bij mij in de klas zat. Hetty. Ze was het mooiste meisje van de klas, en niet alleen in mijn visie. Misschien een beetje aan de dunne kant, misschien een beetje bleekjes. Maar prachtig lang, donker haar met pijpenkrullen. En humor.
Hoewel nog lang geen pubers, bleek er toch wel een begin te zijn van aantrekkingskracht tussen jongens en meisjes en omgekeerd. Hoe je die dan ook moet duiden. Ik had het gevoel dat ik hooguit aan de rand van Hetty's aandachtsveld vertoefde, ondanks de band tussen haar vader en mijn Opa...
De weg naar school was vanaf onze straat zo'n anderhalve kilometer. Dat liepen wij elke dag twee keer heen en twee keer terug. De routeplanner voor voetgangers zegt, dat dat in een kwartier te lopen is. Ik weet zeker dat wij er meestal langer over deden. Soms gebeurde er iets spannends bij het slachthuis, soms was er een goederentrein aan het rangeren en was de overweg lang gesloten.
Soms kruiste een groep van een andere school ons pad. Je hoorde elkaar toentertijd dan uit te schelden: wij waren de "kokse donders" en je had de "openbaren, stinksigaren". Roomse kinderen kruisten ons pad niet.
Nee, heel weinig kinderen hadden toen fietsen. En alleen de eerste paar keren brachten ouders hun kinderen naar school. Wij woonden in onze richting het verst weg. We begonnen, als iedereen er was, met vijf kinderen. Onderweg sloten soms wel tien andere kinderen zich aan, ook Hetty woonde aan onze route.
Zo'n 35 jaar na onze Lagere School-tijd vond ik Hetty terug bij een reünie van onze klas. De onderwijzer die ons door het grootste deel van die periode had geleid, ging met de VUT. We organiseerden stiekem, op aangeven van zijn vrouw, een reünie van "zijn eerste klasje". Dat werd een enorm succes.
Hetty en ik hebben heel fijn contact gehad, maar zijn niet toegekomen aan diepere beschouwingen over het contact van mijn Opa en haar vader.
Ik heb haar wel verklapt dat ik haar pijpenkrullen miste, en dat ik destijds toch eigenlijk stiekem misschien wel een beetje verliefd op haar was. Daar hebben we heerlijk om gelachen.
De Dennenschool huist ook nog in een ander domein van mijn geheugen: Sinterklaas!
Er was blijkbaar indertijd een bloeiende, en blijkbaar nu nog altijd bestaande "buurtvereniging" in de wijk Boschoord. Er werden toen b.v. ook Sinterklaasfeesten georganiseerd voor de kinderen. In mijn herinnering speelt de Dennenschool daarin ook een rol.
Ik zat waarschijnlijk nog niet op "de grote school" en zie me nog een brede houten trap op klauteren, naar een zaaltje met veel andere kinderen en verder naar achteren de "grote mensen".
Dat zal een lokaal op de eerste verdieping zijn geweest: het was een ruimte met een schuin dak.
Er waren een echte Sinterklaas en Zwarte Pieten. Wel een beetje eng, maar ze waren heel aardig.
Toen ik bij Sinterklaas moest komen, zal ik heel braaf "ja" en "nee" geknikt hebben op de gepaste momenten, maar ik ben teveel onder de indruk geweest om verder veel te onthouden.
Wat ik wel weet is, dat ik er een kinderkapstok aan heb overgehouden, die tot en met mijn kinderen dienst heeft gedaan. Ik zie hem nog voor me: een stuk hardboard met een houten lijst, opgesierd met plakplaatjes. Zo heb ik altijd een band gehad met de Dennenschool.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten