Jan Wierenga begon zijn column in het Dagblad van het Noorden vandaag met elektriciteitswinning uit urine. Schijnt enigszins in de actualiteit te zijn; ik had het nog niet opgemerkt. Hij behandelde het op een heerlijk badinerende (is dat wel zo'n gelukkig woord in deze context?) toon.
Vervolgens verschoof Jan zijn focus naar een gerelateerd onderwerp, dat hij opende met een prachtig woord, in een aangrijpende zin: "Zelf breng ik de combinatie van stroom en plassen direct in verband met een oud, huiveringwekkend erfgerucht onder plattelandsjongens, [...]"
Het woord erfgerucht bleek in heel Googleanië onbekend, en toch is het markant en geeft precies aan wat bedoeld wordt! Chapeau Jan!
Dan geeft hij uitleg over dat "erfgerucht", dat hij "zo netjes mogelijk zal proberen weer te geven".
Hij is, net als ik, een geboren Groninger die Drent geworden is, en doet dat met woorden die geen streektaal zijn en geen Nederlands, maar een kostelijke persiflage met vernederlandste streektaalwoorden: "Als je aan staat te mijgen tegen schokdraad, dan wordt je hele kruil blauw, en dat doet zéér jonge!"
Vervolgens bekent Jan dat hij die stommiteit nooit begaan heeft, en vraagt zich af of er wel ervaringsdeskundigen zijn: hij heeft er nog nooit een gesproken!
Welnu, eind vijftiger - mijn jonge - jaren werkte ik vaak bij Oom (zo werd de broer van mijn stiefvader genoemd) op de boerderij.
Je zou het waarschijnlijk nu een keuterboerderij noemen.
Het was een gemengd bedrijf, waarvan het kroost in aantal de veestapel overtrof.
Tijdens de roggeoogst, op een kleine akker op 15 km van zijn boerderij, vertelde Oom een keer over de introductie van het schrikdraad.
De eerste boer in de wijde omgeving die schrikdraad had laten aanleggen, had een koe te koop. Een veehandelaar kwam naar het weiland waar de koe liep, en uiteraard begonnen de onderhandelingen met gesprekken over koetjes en kalfjes.
Op zeker moment had de veehandelaar "hoogwater", en liep uit gewoonte naar de rand van het weiland, alwaar de nood gelenigd zou worden. Bij het schrikdraad, waarvan de werking nog niet algemeen bekend was.
Ik herinner me nog als de dag van gisteren hoe Oom, met een fraai archaïsch woord, formuleerde wat het gevolg was: "... en toen kreeg 'ie een watjekouw over dat ding...!"
Ondertiteling voor wie het Nedersaksisch niet machtig is:
mijgen is vernederlandst voor miegen = urineren
kruil is vernederlandst voor kruul = penis
Zie hiervoor het online Groninger zakwoordenboek en/of het Woordenboek van de Drentse dialecten
Kijk voor de betekenis van watjekouw op Encyclo of op Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT) via de Geïntegreerde TaalBank (GTB). Daar dan aanvinken: citaten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten