Deddie en zijn collega Dick zaten in het laatste kantoor van hun instelling, ik in het laatste van ons bedrijf. Aan de andere kant naast mij had de collega gezeten waarmee ik samen een afdeling vormde, maar hij was een paar maanden daarvoor plotseling overleden, 3 maanden jonger dan ik. Zijn hartkwaal had hem toch ingehaald, ondanks zijn sporten op medisch advies.
De overige kantoortjes van ons bedrijf in die vleugel bevatten alleen documentatie.
We buurtten wel regelmatig even. Als er iets niet duidelijk was omtrent de gebruiken in het gebouw, raadpleegden ze mij wie ze moesten hebben.
Toen Deddie (eindelijk, zei Dick) trouwde werd ik als enige van ons bedrijf uitgenodigd op zijn bruiloftsfeest, en reed ik met hun collega's mee.
Ik was toen al gescheiden, maar zonder de haat en nijd die daar soms mee gepaard lijken te moeten gaan. We kwamen gewoon bij elkaar op verjaardag, en als ik in Groningen moest zijn, ging ik meestal wel even bij mijn voormalige schoonmoeder op bezoek. Ook had ze me uitgenodigd voor het feest voor haar 90ste verjaardag.
Een paar dagen voor haar 91ste verjaardag werd ik gebeld. Mijn ex was een dag eerder dan gepland naar haar moeder gegaan. Ze zou moeder helpen met haar verjaardag, maar die had 's avonds gebeld dat ze zich niet zo heel lekker voelde. Toen ze de volgende dag arriveerde, deed moeder niet open. De gordijnen waren dicht en de gebrachte maaltijd stond onaangeroerd in de keuken.
In de slaapkamer lag moeder op bed met een vredig gezicht; blijkbaar rustig in haar slaap overleden.
De ontdane dochter moest zorgen dat er van alles werd geregeld. Gelukkig kreeg ze hulp vanuit de instelling waartoe de aanleunwoning behoorde. Niemand van de broer en zussen was bereikbaar: nog niet terug van vakantie. Ik was de eerste die ze bereikte. Ik beloofde haar onze kinderen in te lichten, en te proberen naar haar toe te komen. Zelf had ik nog geen rijbewijs, de kinderen wel.
Mijn zoon was op zijn werk. Hij zou me ophalen, zich omkleden en dan naar Groningen.
Ik melde me af bij PZ en liep nog even bij Deddie en Dick binnen; moest het toch even kwijt.
Deddie vroeg onmiddellijk of hij me meteen naar Groningen kon brengen - maar dat was al geregeld.
Een jaar later ben ik "afgevloeid", en verloor het contact met de jongens.
Ik moest regelmatig mijn inschrijving bij het UWV verlengen. De dienst waarbij Deddie en Dick werkten, zat oorspronkelijk in datzelfde gebouw. Een van mijn laatste keren werd er op één van de ramen geklopt, en Dick deed het raam open! Hij vertelde dat de dienst geprivatiseerd was, maar Deddie was overgeplaatst naar Assen, en intussen vader geworden!
Gisteren sloeg ik de voorpagina van de krant om, en vond bovenaan pagina 3 een klein berichtje naast de foto van een autowrak dat op de kop tegen een vangrail lag. Dat komt vaker voor, maar toen ik het bericht las, liep er een rilling over mijn rug. Niet omdat het pas gebeurd was: het was gebeurd in 2005. Maar Deddie's naam stond in het bericht.
Ik wist dat Deddie was verongelukt, op weg naar zijn werk: Dick had het me verteld, toen we elkaar eens tegenkwamen op straat. Ik vond het vreselijk: prachtvent, trotse jonge vader, nog maar 44...
Deddie werd aangereden door een tegenligger, toen hij linksaf wilde slaan, de N33 op, op een kruispunt met verkeerslichten en ter plaatse gesplitste rijbanen.
De politie heeft via de media nog verscheidene pogingen gedaan om getuigen te vinden.
Deddie's vrouw heeft nu het initiatief genomen voor een herdenkingsparkje langs de N33 bij Ommelanderwijk, voor alle dodelijke slachtoffers op de N33. Volgens Rijkswaterstaat zijn dat er 11 in elf jaar op de N33 tussen Assen en Zuidbroek (een afstand van ca. 35 kilometer).
Ze had er al een klein monumentje geplaatst, maar dat gaat verdwijnen, omdat men begonnen is met de verdubbeling van die N33.
Ik heb Deddie's graf op een volkomen onverwacht moment al eens gezien. We brachten in 2009 een tante, de laatste zus van mijn moeder, naar haar graf. Deddie is begraven op dezelfde begraafplaats, in hetzelfde gedeelte.
3 opmerkingen:
Hoi Gauke,
Je verhaal over moeder Postmus klopt niet helemaal. Ik belde zondag 30 juli 2000 's ochtend uit Frankrijk naar moeder (het gebruikelijke wekelijkse telefoontje als ik op vakantie was. Eerst nam zij niet op. Even later wel. Ze klonk moe en vertelde dat zij zo moe was en dacht dat dat niet meer over zou gaan. Ik vertrouwde het niet en baalde dat ik op zo'n afstand zat. Daarop heb ik Ineke gebeld. Ik had gevraagd of er iemand van de familie die zondag nog naar moeder zou willen -en kunnen- gaan. Dat ging blijkbaar niet. Zij beloofde maandags bij moeder te gaan kijken. 's Avonds heb ik nog contact gehad met Annet. Zij had moeder ook gebeld en moeder gaf aan dat ze zich weer wat beter voelde en naar het programma ging kijken over de 100-
jarige koningin-moeder van Engeland. Enigszins geruststellend dus. Die nacht heb ik rond een uur of drie het gevoel gehad dat er iemand wegging (telepatie?) De dokter zou ook die maandag langs komen. Zoals gewoonlijk had moeder de medicijnen 's avonds nog klaar gezet. Die nacht ia zij in haar slaap overleden. Voor zover ik weet was ik de enige die op dat moment nog op vakantie was. Ineke belde mij die maandagmiddag. Woensdags was ik terug uit Frankrijk. Alle zussen bleken al bij moeder te bivakkeren sinds die maandag. Ik kon als vertegenwoordiger van moeder die woensdagmiddag de nodige zaken nog regelen. Ik wilde dit toch even kwijt. Ik voelde die zondag dat het niet goed was en heb de familie daarop gealarmeerd.
Auwert.
NB: moeder Postmus zou de week daarop (10 augustus) 91 jaar zijn geworden.
Auwert, ik heb dit deel van het verhaal met opzet compact weergegeven, omdat het zwaartepunt lag bij Deddie: ik werd door het krantenbericht geconfronteerd met mijn herinnering aan hem.
Ik heb niemand tekort willen doen. Alles rond moeder's overlijden beschrijf ik hier vanuit het perspectief van mijn (warme) herinnering aan haar en zoals het gebeuren rond haar overlijden tot mij kwam.
Een reactie posten