Ik werd wakker uit een zware droom, waarin goed en kwaad, vriend en vijand elkaar zonder overgang aflosten in dezelfde personen, in absurde situaties die zonder enige logica in elkaar overliepen, waarin onbekende omgevingen zo vertrouwd leken.
Ik dacht dat ik kikkers hoorde, maar het waren de intieme nestgesprekken van de eksters in de top van de meidoorn achter in onze tuin, aan de bosrand. Ik hoorde gisteren een buurvrouw al klagen dat ze een ekster binnen had gehad in haar huis. De eksters hebben in onze tuin inmiddels twee merelnesten onbewoonbaar gemaakt…
De kikkers zaten nog in mijn oren van gisteren, waar we ze vanaf ons bankje langs het weggetje door het Scharreveld hoorden meezingen in het koor van kieviten, schapen en eenden. En leeuwerikken, waarvan ik er uiteindelijk één ontdekte tussen de vlekken die mijn ogen zelf projecteerden tegen de lucht.
De agrarische stapel verderop langs het weggetje, die zelfs met de verrekijker niet goed te ontleden was, bleek een motor te zijn, waar een verpozend stel kleding overheen gehangen had, alvorens luidruchtig op te krassen.
Geef mij maar kikkers, leeuwerikken en voor mijn part eksters.
Ik wil terug naar dat bankje, en laat in godsnaam ook dat verre verkeer stil zijn, zodat we ongestoord kunnen genieten van de kikkers en de vogels! Of ben ik gestoord als ik dat vraag?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten