In de eerste klas van de Lagere School hadden we een klasgenootje dat ik me vandaag ineens herinnerde. Het was een jongetje dat best aardig kon knutselen op het niveau van de eerste klas van de "grote school". Laten we hem Pietje noemen, omdat elk vogeltje zingt zoals het gebekt is.
In die tijd noemde je dat de "grote school", als je van de Kleuterschool kwam.
Voor de kinderen van nu: nu is er de Basisschool. Groep 1 en 2 is wat vroeger de Kleuterschool was. Groep 3 is wat vroeger de "eerste klas" van de Lagere School was.
Terug naar Pietje. Hij kon dus best aardig knutselen en hij wist ook wel veel. Maar hij was daarin zeker niet de beste van de klas; er waren vrij veel die meer konden en meer wisten dan hij. Maar Pietje dacht wel dat hij de beste van de klas was. Hij was altijd de eerste die de vinger opstak als de juf iets vroeg. Hij dacht ook altijd dat hij het beter wist dan de andere kinderen, als ze in de pauze praatten over schepen, vliegtuigen en auto's. Zijn vader was immers één van de weinigen met toen al een eigen auto!
Pietje had ook wel eens gezien hoe een fietsband geplakt werd, of de ketting weer opgelegd werd. Want dat soort reparaties deden de meeste vaders zelf. Dan moest de fiets op de kop gezet, want alleen de fietsenmaker had een werkplaats waar je een fiets kon ophangen.
Pietje was een van de eerste kinderen met een eigen fiets. Het was een afgedankte van zijn grote zus. Er waren houten klossen op de trappers gemaakt, omdat hij daar anders niet bij kon, ook al was het zadel op de laagst mogelijke stand gezet.
Op een keer liep ik langs de Kleuterschool. Die had van die hele grote ramen, bijna tot aan de grond. Het trottoir was daar extra breed, tot vlakbij die ramen. Daar stond Pietje. Hij had zijn fiets op de kop gezet en draaide aan de trappers of zijn leven er van af hing. Binnen zaten een paar kleuters verbaasd te kijken wat hij aan het doen was.
Pietje riep naar mij, zonder dat ik nog iets gezegd had: "Ik ben mijn fiets aan het maken, wat kan hij nu hard he?" Ik geloof dat ik toch wel een beetje onder de indruk was, misschien alleen al omdat hij een fiets had en ik niet.
Veel later kwam ik te werken bij hetzelfde bedrijf als Piet(je). Hij werkte op de IT-afdeling, ik kwam op Ontwikkeling. Soms kwamen we elkaar tegen bij vergaderingen, waar ik onder de indruk was van de moeilijkheidsgraad en gecompliceerdheid van de problemen die hij die hij met zijn mensen moest oplossen.
Vervolgens raakte ik "collegiaal bevriend" met iemand van de IT-afdeling op hetzelfde niveau als Piet. Die sprak over dezelfde problemen als Piet, maar op een heel andere toon.
Hij vond dat Piet heel goed was in het vooraf onjuist inschatten van mogelijke problemen en het opkloppen van van zijn eigen inbreng in de oplossingen. Vooral door in vergaderingen, met vakjargon en "fouten van derden", de anderen zand in de ogen te strooien, waar een duidelijke uitleg hem direct in problemen zou hebben gebracht.
Hij voorzag dat Piet het in "ons" bedrijf niet zou redden, en kreeg op korte termijn gelijk.
Tja, er doen zich nog wel eens situaties voor waarin de herinneringen aan Piet(je) terugkomen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten