Er zijn momenten waarop je geconfronteerd wordt met je stamboom, ofschoon er mensen zijn die nooit iets over hun stamboom leren.
Ik ontving dezer dagen een uitnodiging die te maken had met mijn overgrootvader van moeders kant, de mannelijke lijn.
Een privébericht via facebook van een neef: of ik de uitnodiging ook had ontvangen. Nee dus, en het was de volgende dag al. Hij stuurde mij de e-mail met de uitnodiging door, die hij van zijn broer had ontvangen. We besloten te gaan.
Op naar Hoogkerk, tegenwoordig gemeente Groningen. De geboorteplaats van mijn vader, en ook de plaats waar hij begraven is, evenals zijn ouders.
Eerst even naar het kerkhof, waar nu mijn oom en tante begraven zijn in het graf van mijn vader, en waar zijn naam nog herdacht wordt (1).
Dichtbij dat graf ligt die overgrootvader begraven, met zijn tweede vrouw (2).
Mijn vader (1916-1944) was als timmerman van de Ambachtsschool gekomen, en had zich door schriftelijke studie ontwikkeld tot Bouwkundig Opzichter. Waarschijnlijk had hij zich voorgenomen om zich nog verder te ontwikkelen, maar kort voor zijn 28e kwam, door ziekte, aan al zijn ambities een eind. Hier twee bladzijden uit een nagelaten schetsboek.
Misschien zou mijn vader dit lied (NL) voor mijn moeder hebben gezongen of afgespeeld, als het toen al bestaan had. Het is geschreven door Tim Hardin (NL), en kent ongelooflijk veel uitvoeringen. Ik verbaas me erover dat ik het nog niet in de ZOZ-statistiek vond. Ik heb gekozen voor deze uitvoering, omdat a) ik een zwak heb voor Willie Nelson, b) van alle uitvoeringen die ik vond, Willie mij het meest doet denken aan een eerlijke, echte bouwvakker en c) het live is tijdens het Johny Cash Memorial Tribute 2003 in het Ryman Auditorium in Nashville. In 1998 heb ik de indrukwekkende ervaring gehad om - in een lege zaal - op datzelfde podium te staan, waar van 1943 tot 1974 het Grand Ole Opry-gebeuren zich afspeelde.
Willie Nelson & Sheryl Crow - If I Were a Carpenter :
Terwijl we bij het graf van mijn vader en oom stonden kwam er iemand zoekend in onze richting, en bleef staan bij het graf van mijn overgrootvader. Het kon iemand zijn die, net als wij, uitgenodigd was en vooraf even naar het kerkhof kwam, omdat je niet zomaar die reis maakt, maar als je toch in de buurt bent...
Ik vroeg: "Is dat familie?" "Ja, dat is mijn overgrootvader", zei hij. Handenschudden, "Syb Eldering" - "Gauke Zijlstra, mijn moeder was een Eldering". Plotseling ben je dan familie en heb je samen iets vertrouwds. Achterneven!
Mijn overgrootvader, Cornelis Hermanus (1854-1932), was twee keer getrouwd. Met zijn eerste vrouw, Jitske, kreeg hij zes zonen. Met zijn tweede vrouw, Barbertje, kreeg hij twee dochters die beiden emigreerden naar Zuid Afrika.
De oudste zoon is ongetrouwd gebleven, en ik weet verder niets over hem. De jongste twee haalden hun eerste verjaardag niet.
De tweede zoon was mijn grootvader, Klaas Cornelis (1880-1964), die de eerste hoofdonderwijzer was van de School met den Bijbel in Nieuw Amsterdam van 1907 tot 1940. Zijn vrouw was ook onderwijzeres. Hoewel beiden afkomstig uit het noorden des lands, hebben ze elkaar blijkbaar gevonden in de regio Leiden. Ze kregen samen 10 kinderen: 6 zonen en 4 dochters. In het gedenkboek wordt dan ook vermeld, dat het huis bij de school weldra te klein was, en er een nieuw huis gebouwd werd aan de andere kant naast de school.
Deze tak van de stamboom wordt vooral bevolkt door onderwijzers, ambtenaren, kruideniers en dominees.
Mijn moeder (1911-1982) was het derde kind, de tweede dochter. Ze heette Jitske Barbera, naar de beide echtgenotes van haar grootvader, Cornelis Hermanus. Dat haar "stief-oma" stierf als Barbertje Eldering-Zijlstra en mijn moeder in haar eerste huwelijk Zijlstra-Eldering werd, zal wel toeval zijn. Ik heb niet kunnen vinden of daar een Zijlstra-lijn is.
De derde zoon, Lambertus Cornelis (1881-1957), was voor mij "oom Bertus". Hij was wel getrouwd maar stierf kinderloos, en over zijn beroep enz. weet ik niets. Ik heb duidelijke, warme herinneringen aan hem, die ik al eens beschreven heb, o.a. de zoektocht naar zijn graf op mijn blog Dwarsbongel, waarin ook een link naar een ouder verhaal.
De vierde zoon was Sybren Cornelis (1883-1944). Nu was zijn vader, mijn overgrootvader Cornelis Hermanus zijn werkzame leven begonnen als timmerman in Suameer, in het aannemersbedrijf van zijn vader. Na de geboorte van zijn zonen, verkaste Cornelis Hermanus naar Hoogkerk, waar hij een eigen bedrijf begon als timmerman/aannemer.
De beroepen van timmerman, aannnemer en architect liepen destijds vloeiend in elkaar over, en hij begon steeds meer als architect te fungeren. Uiteindelijk wijdde hij zich geheel aan die taak.
Zoon Sybren Cornelis nam het aannemersbedrijf over van zijn vader, en werd daarmee de opvolger in de bouwkundige tak van de stamboom.
Tijd voor muziek. Is er veel over bouwen? Ik vond genoeg over bouwen en architectuur. Het hoeft niet persé over architectonische hoogstandjes te gaan, begin maar gewoon bij wonen. Ik vond dit nummer, met tekst, To Build a Home - The Cinematic Orchestra, maar ook deze versie, blijkbaar in een talentenjacht (en dus tegen mijn gewoonte) van de Franse zangeres Emji, omdat ik dit mooi vind:
Sybren Cornelis had acht nakomelingen, waarvan we hier twee noemen: Hindrik (1915-1993) en Klaas (1917-2000), beiden bouwkundigen: Hindrik was architect, Klaas was aannemer - hij nam het bouwbedrijf over van zijn vader. Ik heb nog herinneringen dat ik met mijn moeder bij "oom Klaas" thuis ben geweest in Hoogkerk. Dat mijn vader hem kende, blijkt uit nagelaten correspondentie, en is ook niet zo verwonderlijk.
In 1992 werd het 100-jarig bestaan van Bouwbedrijf Eldering (thans Eldering de Vries) gevierd. Ter ere daarvan waren festiviteiten georganiseerd, inclusief een jubileumboek, die ons waren ontgaan.
Bijzondere ontdekking in de stamboom vond ik nog, dat de broers Hindrik en Klaas getrouwd waren met twee zussen. Ze brachten respectievelijk 6 en 8 nakomelingen voort, waaronder elk een Sybren Cornelis, die beide een rol spelen in dit verhaal. Deze volle neven schrijven hun roepnaam verschillend: Hindrik's Syb is (ook weer) architect, en Klaas' Siep is (gepensioneerd) bouwkundig adviseur en interim manager.
Zowel opa Cornelis Hermanus als kleinzoon Hindrik ontwierpen veel gebouwen in Groningen en Friesland, in dat verzuilde tijdsgewricht vooral voor Gereformeerde kringen. Daardoor ontwierpen ze veel kerken en scholen.
De uitnodiging die ons naar Hoogkerk bracht, betrof de presentatie van een boek over de architectonische erfenis van onze overgrootvader Cornelis Hermanus en zijn kleinzoon Hindrik (generatiegenoot van mijn ouders).
Hier het nieuwe boek, DE GEBOUWDE ERFENIS en het jubileumboek uit 1992 naast elkaar:
De eerste muziek waar ik aan dacht, toen ik zocht naar iets over architecten, was So Long, Frank Lloyd Wright van Simon & Garfunkel. (Art Garfunkel was eigenlijk architect en bewonderaar van Frank Lloyd Wright), zonder dat ik de dubbele bodem(s) kende, maar ik vond het mooi destijds.
Simon & Garfunkel - So Long, Frank Lloyd Wright:
Cornelis Hermanus ontwierp later ook gebouwen in Amsterdam, waarvan er een aantal nog staan. Wel bleef Hoogkerk zijn thuisbasis. Zo is het nog altijd beeldbepalende postkantoor in Hoogkerk van zijn hand.
Twee van zijn ontwerpen hebben de status van Rijksmonument gekregen: een rentenierswoning in Oostermeer en een villaboerderij in Suameer.
Hindrik was architect in Leeuwarden en had een groter werkgebied dan zijn grootvader. Door hem ontworpen kerken staan op diverse plaatsen in het land, en hij ontwierp gebouwen in de drooggelegde Wieringermeer en de Noordoostpolder.
Hindrik was onder meer verantwoordelijk voor het in die tijd spraakmakende imposante complex aan het Europaplein in Leeuwarden, bestaande uit het Eurohotel en de naastgelegen garage en appartementen.
De presentatie vond plaats in een zaal van kerkgebouw Elim, dat na de oorlog als gevolg van de kerkscheuring werd gebouwd (ook een Eldering ontwerp) onder de noemer "verenigingsgebouw", omdat de schaarse bouwmaterialen niet voor kerkbouw gebruikt mochten worden.
Daar ontmoetten we Syb (zoon van architect Hindrik), die we op het kerkhof hadden ontmoet, weer, en nog een paar achterneven. En een aantal volle neven en nichten, nakomelingen van twee broers van mijn moeder.
Mijn gedachten sprongen naar Asterix en de Olympische spelen. In Athene krijgen ze te maken met gids Pingpathos, die alles regelt via zijn neven:
Het boek is overigens niet geschreven door een neef, maar door Bertus Fennema uit Briltil. Veel informatie werd hem aangereikt door Siep Eldering (zoon van aannemer Klaas en oomzegger van architect Hindrik), die ook verantwoordelijk is voor het beeldmateriaal in het boek.
Zo waren er "live" een aantal bloeiende takken van een oude stamboom bijeen, waarvan een deel nogal spontaan, door de op het laatste moment ontvangen uitnodiging!
Goethe: "Die Stimmung, die von der Baukunst ausgeht, kommt dem Effekt der Musik nahe.“
Ach, muziek en bouwkunde of bouwkunst gaan goed samen. Hoe vaak hoor je niet de muziek galmen vanaf een bouwplaats? En hoe vaak architecten muziek op de achtergrond hebben bij hun werk blijft voor ons verborgen. Ik schat dat de muziek wel verschilt, "op de steiger" en "achter de tekentafel".
Herman van Veen - Hilversum 3:
We vonden een video, waarin Architect Wytze Patijn vertelt, hoe hij door de "hemelse muziek van Mozart" werd geholpen bij het terugkeren naar het dagelijks leven, nadat hij ontwaakte uit een coma.
Marijke was de eerste die begon met zoeken naar Architecten en Muziek, en het eerste dat ze vond is eigenlijk een reclamefilmpje, maar ik vind het wel sfeervol; het lijkt gesproken poëzie met muzikale begeleiding: I'm an architect.
Het gaat om The ERCO Light Factory, een familiebedrijf in "architectural lighting using LED technology". Op hun YouTube kanaal staat meer, blijkbaar hun reclamevorm.