Marijke was jarig, en wij vieren dat al jaren op onze eigen manier: met een dagje uit. Behalve als het bereikte aantal jaren op een 0 of een 5 eindigt, dan maken we een feestje thuis met visite.
Haar wens was deze keer een "kerkentocht" in het Groningerland.
Bij het ontbijt mocht ze eerder gekregen pakjes openmaken.
Gegevens over kerken in dat gebied zijn er genoeg. Zo had Marijke een boekje te leen: "Kerken in Groningen" door Ada van Deijk. En er is natuurlijk ook de website van de
Stichting Oude Groninger Kerken, of de bijbehorende site
Groninger Kerken Digitaal.
Over veel kerken is ook info beschikbaar op Wikipedia of eigen websites van kerkgenootschappen met nog in gebruik zijnde oude kerkgebouwen.
We hadden eigenlijk een "efficiënte" route willen uitzoeken langs een aantal bijzondere kerken, maar dat schoot er bij in. We togen dus op de bonnefooi noordwaarts, met het vizier globaal gericht op de oostkant van de provincie, met een vaag idee dat we op het Groninger Hoogeland zouden terechtkomen.
Over de N366 reden we langs Stadskanaal, en zagen bij
Oude Pekela een toren prominent boven de bebouwing uitsteken. Het bleek de imposante
St. Willibrorduskerk, een Roomse enclave in een protestantse omgeving? We waren er om precies 12:00 uur.
We dachten aan Oudeschans, waarover Marijke iets had ontdekt door een "quiz" van een Facebook-vriend. Om de drukte van Winschoten te vermijden, reden we via Blijham verder naar het oosten, en zagen in
Bellingwolde een café op het moment dat we wel zin in een consumptie hadden: De Driesprong. Het werd warme chocolademelk met een tosti voor Marijke en voor mij een broodje kroket, in een heerlijk gemoedelijk sfeertje.
Verderop in Bellingwolde zagen we de
Magnuskerk, die we wel eens eerder waren gepasseerd. Stoppen dus vanwege de oude muren en de vrijstaande toren. Om de kerk lopen en foto's maken!
Marijke was aan de andere kant van het gebouw en bleef uit zicht. Nou, Marijke had bij de hoofdingang staan fotograferen, toen die plotseling openging en er een verschrikt vrouwengezicht tegenover de geschrokken Marijke stond.
We hadden geluk: normaal is de kerk niet open voor bezichtiging, maar mevrouw was er toch bezig en we mochten wel binnen kijken.
Er moest een tentoonstelling worden opgeruimd over de recente restauratie van de toren, en er werden spullen opgehaald die er lagen vanwege Monumentendag, thema: "kunst en ambacht".
We kregen uitleg, later ook van de aannemer van de restauratie (hij heeft het bedrijf overgedragen aan zijn zoon, is 82 en nog elke dag bezig) en we hebben naar hartelust binnen gefotografeerd en nog even geholpen met de spullen. Ik ontfermde me over de grote trekzaag, die me herinnerde aan het kappen van populieren voor de klompenmakerij van mijn stiefvader. Dat waren de enige momenten dat hij en ik redelijk konden samenwerken...
Dan door naar
Oudeschans. Het dorp was vroeger een belangrijke militaire locatie, en dat is nog te zien. De wallen van de schans zijn te zien en een kanon ontbreekt niet. We zien de theetuin, waar we ooit een keer gezeten hebben.
De huisje zijn er klein en roepen een nostalgisch beeld op; een knus dorp, dat 's zomers toeristen trekt, maar nu zal het weer ook wat te grijzig zijn.
Waar we voor komen is het
garnizoenskerkje, met aangebouwde pastorie. Het maakt onderdeel uit van de militaire geschiedenis van het dorp. De kerk is op slot en het sleuteladres is verlaten, dus we proberen interieurfoto's te maken door de hoge ramen.
Uiteraard wordt ook het exterieur uitgebreid vastgelegd in pixels.
Het is dan tijd voor een sanitaire stop en een bak koffie, daar is café-restaurant
De Piekenier goed voor. Meteen gelegenheid om, wegens een probleempje, te vragen naar een nabije kledingwinkel: Winschoten ligt vanuit hier het meest voor de hand. Dus over Winschoten (als bijnaam ook wel
Sodom genoemd) naar Nieuweschans, waar we min of meer per ongeluk terechtkomen via de A7. Ik heb de kaart niet goed genoeg in mijn hoofd, we rijden op zo'n dag zonder navigatie, en we willen niet over de Duitse grens.
Rijdend door
Nieuweschans (tegenwoordig Bad Nieuweschans) zegt Marijke ineens: "Daar was een bordje, waar 'kerk' op stond!" Keren dus bij
Fontana, en het desbetreffende straatje in. Tussen twee rijen karakteristieke huizen en huisjes een brede groenstrook, en dan ineens: een grappig wit gebouwtje met een veel te grote, zwarte toren er op - wat een gek kerkje! Het is in elk geval niet meer als zodanig in gebruik, gezien een opschrift met logo op het raam. We maken foto's van het gebouwtje en de omgeving, en willen dan richting Termunten.
Pas thuis, de volgende dag, ontdekken we dat het gebouwtje geen kerk was, maar het voormalige Hoofdwachtgebouw. Ook Nieuweschans was ooit een verdedigingsschans, en ook hier was een
garnizoenskerk, en dat die meer het uiterlijk van een pakhuis had (een nevenfunctie) dan van een kerk.
Op Wikipedia ontdekten we dat we vlakbij die kerk geweest zijn – er is
een foto van de kerk, waar je op de achtergrond het hoofdwachtgebouw kunt zien...
We vertrekken, op zoek naar Termunten, en komen door
Nieuw Beerta. Als we nog maar net in het dorp zijn, zijn we er ook al bijna weer uit, maar links, echt helemaal aan de rand van het dorp staat toch nog een
kerk!
We lopen er naartoe en vinden aan de voorkant een bordje, waarop vermeld staat dat ds. Bastiaan Jan Ader hier in 1938 kwam als predikant, en samen met zijn vrouw 200 à 300 Joodse landgenoten heeft gered. In juli 1944 werd hij opgepakt, en in november 1944 gefusilleerd, als represaille voor een aanslag op een Duitse soldaat. Zijn vrouw heeft na de oorlog zijn werk voortgezet, en na haar overlijden op 88-jarige leeftijd, begraven in Nieuw Beerta.
Marijke liep door tot achter de kerk en vond daar een bordje met een gedicht dat ds. Ader uit gevangenschap naar huis stuurde:
Gedicht van Dominee Ader
't Is niet om mij dat ik die muren uit wil duwen,
Naar ruimte hijg en schreeuw om recht!
'k Weet mij verward in een onmeedogend kluwen
En ken het deel dat mij zal worden toegelegd.
't Is niet om mij: 'k heb fel en taai gestreden,
Bij dag noch nacht begeerd naar rust;
'k Heb in het lijden der gedoemden meegeleden
En vaar nu heen naar verre, lichte kust.
Maar 'k moet nog zoveel diepe dingen zeggen
Aan haar die altijd op me wacht;
Ik moet een kindje in zijn bedje leggen
En kussen het een zacht goe-nacht!
Dit gedicht staat in het boek 'Een Groninger pastorie in de storm' (1947) geschreven door zijn weduwe, Johanna Adriana Ader-Appels. Ik vond twee links met meer informatie:
Het gezien Ader en
Herinneringen aan J.A. Ader-Appels
Toen we weer in de auto stapten begon het voor het eerst die dag even te sputteren. We reden door en kwamen in
Finsterwolde, met alweer een
kerk met vrijstaande toren. Het front is van een indrukwekkende allure!
Een informatiebord meldt, dat het dorp ooit aan zee lag, maar door inpoldering de verbinding met de zee verloor. Aan de enorme boerderijen is de rijkdom van de graanboeren af te lezen. Daarmee hield verband, dat de landarbeiders vanwege de lage lonen in opstand kwamen tegen de hereboeren, en de communistische partij er ooit de grootste was.
In 1929 staakten duizenden landarbeiders voor meer loon, maar de boeren wonnen met behulp van stakingsbrekers en grootschalige inzet van nieuwe machines. Op de begraafplaats is een gedenkteken voor Eltjo Siemens, die omkwam bij rellen met de marechaussee, terwijl hij niets met de staking te maken had.
De regen valt mee, en na wat foto's te hebben gemaakt gaan we verder. Onderweg zien we borden met namen van kleine plaatsen als
Drieborg,
Ganzedijk (dat in 2008 op de nominatie stond om van de kaart geveegd te worden) en
Hongerige Wolf, een gehucht dat zowel lugubere (Klinkhamer) als culturele (festival) associaties meebrengt.
We rijden echter langs smalle wegen noordwaarts, en onderweg raken we eens te meer onder de indruk van het weidse uitzicht! Ook in dit, een beetje grijzige weer genieten we allebei.
Naast een pas geploegde akker stop ik de auto en vanuit het raam leg ik dit sfeerbeeld vast:
Het eerste dorp dat we dan weer binnenrijden, is
Woldendorp. Een torentje is onze gids, en via een rondje komen we er dichtbij. Later blijkt het een Gereformeerde kerk te zijn geweest, waarin daarna een muziekcentrum gevestigd werd.
Als we Woldendorp uitrijden, zien we ineens, ook weer aan de rand van het dorp en enigszins verscholen tussen bomen, een veel oudere kerk. We stoppen en keren, en maken uiteraard foto's.
Het is de
Petruskerk, Hervormd, met een lange (ook bouwkundig) geschiedenis.
Via een omweg, tot bijna in Delfzijl, door het grote industriegebied en dan via Termunterzijl, komen we dan toch uit in
Termunten. Hier zijn we vaak genoeg geweest om zonder de toren te zien de
Ursuskerk te vinden. Ook deze kerk heeft een lange historie, met onder andere verwoesting, restauratie en verbouwingen. Daarbij heeft soms ook "krimp" blijkbaar een rol gespeeld, net als bij de Petruskerk in Woldendorp.
We fotgraferen er allebei weer flink op los, ook elkaar.
Het ambachtelijk metselwerk en de oude stenen vinden we boeiende verhalen ademen:
De buitenmuren van het gebouw hebben veel interessante details, en "vanzelfsprekend" is er een kerkhof met oude zerken:
Toen was het inmiddels wel tijd om te gaan eten. We kozen
Visrestaurant Landman in
Termunterzijl, waar we nog niet eerder waren geweest.
We hadden wel een beetje dorst, dus malt bier (Bob en reserveBob).
Onze keus was eensluidend. Vooraf "Gamba's in knoflookolie", en als hoofdgerecht de "Termunter schotel : specialiteit van ons restaurant, vier verschillende vissoorten in boter gebakken". Compleet met gebakken aardappeltjes, friet en groente.
We hebben geen spijt gehad van onze keus, en gingen voldaan op weg naar huis. Onderweg werd het donker, zagen we daar in de wolkenlucht nou de Hongerige Wolf? Moet 'ie ook maar naar Termunterzijl gaan!
Goed en wel thuis kwam, in het donker, onze lieve overbuurvrouw Katie (80+) een boeket bloemen brengen, dat wegens onze uithuizigheid bij haar was afgeleverd; Marijke's verjaardag is niet onopgemerkt voorbijgegaan!