...en Niklas "logeert" hier ook. (v/h dwarsbongel.web-log.nl en niklas.web-log.nl)

Posts tonen met het label Geschiedenis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Geschiedenis. Alle posts tonen

02 november 2024

241101 – Struikelstenen en huizen

Voor mijn geboortehuis ligt een Stolperstein. Ik was een foetus toen onze buurman en zijn vrouw door de Duitse bezetter uit hun huis gesleurd werden. Ze waren Joods en gevlucht uit Duitsland. Hij is twee maanden voor mijn geboorte gedeproteerd vanuit Westerbork en twee maanden na mijn geboorte vermoord in Blechhammer. Zijn vrouw is als overlevende teruggekomen, geestelijk gebroken en lichamelijk gehandicapt.
Ik heb deze geschiedenis pas ontdekt toen die Stolperstein was geplaatst. Mijn vader is te vroeg overleden om het te kunnen vertellen. Ik denk dat mijn moeder erg onder de indruk is geweest, me te jong vond en teveel eigen leed meedroeg.
Ik was 73 en las toevallig over het plaatsen van die Stolperstein, toen ik op internet naar iets over mijn geboorteplaats zocht. Toen ik er later eens ging kijken ontmoette ik al even toevallig een plaatselijke historicus, die me er iets over kon vertellen.

We leven nu in een heel andere tijd, waarin het schuurt tussen respect voor het leed dat door de nazi′s is aangericht onder de Joodse bevolking, en wat er momenteel gebeurt in Palestina, dat we vanuit het Christelijke gedachtengoed nog wel eens het Beloofde of Heilige Land noemen, maar nu zien dat de bevolking die daar tot en met de Tweede Wereldoorlog woonde, steeds verder uit het gebied waar ze leefden wordt verdreven nadat de staat Israël daar gevestigd werd.
De oorlog in Gaza versluiert dat de westelijke Jordaanoever ook een oorlogsgebied geworden is, waar kolonisten de Palestijnse bewoners met geweld verdrijven tegen alle internationale verdragen in, en de Israëlische regering dat lijkt te faciliteren.

Welke gruwelijkheden er ook zijn gepleegd door Palestijnse groeperingen, dat kan in een beschaafd land geen vrijbrief zijn om weerloze burgers, inclusief vrouwen, kinderen en bejaarden, voortdurend van de ene veilig genoemde vluchtplaats naar de volgende veilig genoemde vluchtplaats te jagen en ze ook daar weer te beschieten en bombarderen. In tentenkampen, scholen en ziekenhuizen. Ze voedsel, medische zorg en zelfs water te onthouden, omdat er terroristen tussen de vluchtelingen zouden schuilen.
Waarbij zelfs de laatste organisatie van de Verenigde Naties die nog humanitaire hulp biedt verboden wordt verklaard en aangevallen door het Israëlische leger.

Met de Stolperstein voor mijn geboortehuis in gedachten vraag ik me af of er in Gaza en op de Westbank ooit Stolpersteine gelegd zullen worden voor de huizen van de slachtoffers van dit niets ontziende geweld.
Maar dat is tegen beter weten in. Hier staan veel van die huizen nog. Daar staat geen enkel huis meer…

17 september 2024

240917 - Oranjekanaal

Het was warm, maar het werd nodig tijd dat ik weer eens een flinke wandeling maakte. Ik heb zo mijn vaste rondje met een keuze tussen groot, gewoon of vlug even.
Het was tijd voor een grote ronde, dat is ongeveer 10 kilometer. Maar de standaardronde voerde me over lange stukken open veld, en ik had geen zin om me in te smeren, wat met deze strakke zonneschijn wel gewenst zou zijn als ik niet wou verbranden.
Een alternatief was om een stuk langs het nabijgelegen Oranjekanaal te gaan en daarna het bos in. Bij de brug van Westenesch zou ik kunnen afslaan en dan beslissen welk vervolg ik zou kiezen uit de verschillende mogelijkheden om met een grote boog weer naar huis te gaan.

Ver voordat ik op dat punt was gearriveerd belde Marijke in jubelstemming. Ze had een test gedaan en een goede uitslag gekregen. Ze had al drie jaar met een apneu-apparaat moeten slapen, en de nieuwe test had uitgewezen dat dat niet meer nodig was! Om gezond te blijven kun je zo′n ding nodig hebben omdat je anders in je slaap een zuurstoftekort kunt oplopen, maar het is wel irritant.
Ik heb contact met mijn mobiel via mijn Bluetooth-oortje, en een wandelend echtpaar keek wat vreemd naar me. Ik heb ze uitgelegd dat ik niet met mezelf liep te praten, maar een prettig telefonisch contact had met mijn vrouw middels de Bluetooth-techniek waarvan ik zelf de administratieve afhandeling van enige patenten heb verwerkt.

Verderop, net voorbij de afslag naar de manege in het bos, kom ik langs de zwaaikom, waar we met een koor en een groep dichters een manifestatie hebben gehad ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van het Oranjekanaal. We droegen en gedichten voor, geschreven ter ere van die gelegenheid.
Mijn gedicht was tegelijk een herinnering aan de tochtjes met mijn moeder, juist omstreeks dit jaargetijde. Mijn moeder plukte heel veel bramen langs de oevers van het Oranjekanaal waar ze potten vol heerlijke jam van maakte. Ik zie mijn moeder nog voor me in haar bruine manchester jasje en een broek die enigszins beschermde tegen de stekelige takken. Ik mocht helpen plukken, maar niet te dicht bij het water want ik was nog te jong voor zwemles.


Oogst
 
 
Daar waar mijn moeder oogstte
in bruine ribfluwelen jas en broek
tussen taaie, stekelige struiken
als de zomer afscheid nam
 
slaat men nu de steile oevers kaal
om het oude jaagpad te herstellen
waar geen paard of schipper nog
een schip zal langs doen gaan
 
Met gesloten ogen zie ik oude foto´s
werkvolk schept de grond in krooien
langs smal plankier zwoegt het omhoog
broeken hangen aan bretels om ´t vege lijf
 
Kanaal met naam ter ere van de koning
kwetsuur in ´t eeuwenoude Drentse land
scheepvaart voor de kachels in de steden
in plaggenhutten schuilt het werkvolk met gezin
 
Rechtsomkeert gaan schepen in de zwaaikom
 
Sluizen die geen schip meer schutten
bruggen niet meer afgedraaid
kanaal dat doodloopt op een duiker
mijn moeder plukt geen bramen meer.  
 
© Gauke Zijlstra, 2006


Aangekomen bij Westenesch werd het nog een andere keuze. Ik besloot rechtdoor te gaan, verder langs het Oranjekanaal. Die keus hield ook in, dat ik pas bij de Sluisvierweg over de brug naar de andere kant kon, maar dat dwong me ook om lekker door te lopen als ik niet over hetzelfde voetspoor terug wilde lopen.
Hier stond het aan beide kanten ook vol braamstruiken, ook op de oever van het kanaal, dat vele meters lager ligt dan het pad.
Ik speurde langs de struiken, liep er naartoe als ik bramen zag, maar wat er hing was niet rijp of al verdord.

Ik wou dat ik nog even met mijn moeder kon praten, al was het maar per telefoon. Tijdens haar tweede huwelijk plukte ze hier nooit meer bramen. En we hebben zoveel "quality-time" gemist, omdat het al gauw fout ging tussen die stiefvader en mij.
Als wij later een serieus gesprek hadden en die man was in de buurt, bemoeide hij zich er altijd mee en maakte ruzie. Ik kan me niet voorstellen dat dat huwelijk haar gebracht heeft wat ze ervan verwacht had. Maar ja, "wat God heeft samengebracht, zal de mens niet scheiden" was haar overtuiging.
Nou wil het verhaal dat het meer de gereformeerde dorpsdominee is geweest die ze heeft samengebracht, door een prachtige brief te schrijven voor de man – gezien een later ingezien epistel van hem kon hij geen goed geformuleerde brief produceren.
En per telefoon? Nu iedereen met een mobieltje rondloopt, en handsfree kunt bellen via je oortje, kun je je niet meer voorstellen dat die dingen toen nog lang niet bestonden en dat zelfs het aantal mensen met een vaste telefoon beperkt was.
Die stiefvader had telefoon in huis omdat hij voorganger was bij de begrafenisvereniging in het dorp en dus "altijd bereikbaar" moest zijn. Een nummer met drie cijfers, een nummer dat ik later in de digitale techniek beroepshalve herkende als een meervoud van twee. Een telefoonnummer uit zo′n periode blijft hangen.

Aldus filosoferend naderde ik weer de brug bij Westenesch.
Dat lange stuk langs die vele braamstruiken leverde niets op, ik had maar twee eetbare bramen gevonden en die ook meteen in mijn mond gestopt toen ik ze vond. Net of alle bramen al voor mijn neus weggeplukt waren.
Ik passeerde de plek waar ik de laatste keer voordat hij overleed mijn meest nabije stiefbroer onverwacht onderweg ontmoette. Zoals alle stiefbroers en -zussen was hij erg op mijn moeder gesteld. Ze was met hen omgegaan alsof het haar eigen kinderen waren.

Ik had nog zo ongeveer 100 meter te gaan tot de brug toen ik iemand zag die een fiets pakte die bij de brug tegen een paaltje stond, een emmertje aan het stuur hing en opstapte.
Een kleine vrouw in een bruin corduroy jasje fietste weg richting Emmen...

28 maart 2023

230325 – van Buis via Tor tot Chip

Dezer dagen een bericht dat mij een verrassend inzicht gaf: Gordon Moore is overleden op 94-jarige leeftijd. Weinig mensen kennen zijn naam, maar onbewust heeft vrijwel iedereen te maken met de resultaten van zijn werk. Hij had grote invloed op de ontwikkeling van de moderne elektronica, en grotendeels liep mijn loopbaan daaraan parallel.

De Amerikaan stond aan de wieg van de computerchip en de microprocessor en was daarmee een van de drijvende krachten achter de digitale revolutie in de tweede helft van de vorige eeuw.
"Ik ben begonnen toen we nog niet eens een enkele silicium transistor konden maken en was erbij toen we er 1,7 miljard op één chip kregen", vatte Moore zijn carrière eens samen. "Het was een fantastische reis."


De transistor deed zijn intrede in de gewone wereld kort voordat ik in 1960 van de LTS kwam. Intussen was ik naast de LTS al begonnen aan een schriftelijke cursus Radiotechniek bij PBNA; dat leek me interessant want ik luisterde graag naar muziek. Ik had een oude radio gekregen van een oom. Dat was een toen gangbaar model met radiobuizen. Ook de cursus was nog geheel gebaseerd op radiobuizen.
Voor elektronica was toen nog geen aparte cursus, en ook de computer van de RUG, mijn eerste werkgever, was nog opgebouwd met radiobuizen. Die was ter grootte van een huiskamer en had de functionaliteit van een telraam.

Die eerste transistorradio′s waren veel kleiner dan die met buizen. Hoe meer transistoren er in zaten, hoe indrukwekkender. Er waren modellen ter grootte van een dik pocketboek met wel 10 transistoren.
Mijn eerste transistorradio van het formaat zeepdoos met 6 transistoren, kreeg ik van de meneer van een radio-onderdelenzaak, als dank voor het helpen sjouwen met een zware filmprojector, o.a. naar de officiële ingebruikname van de laatste geautomatiseerde telefooncentrale in Nederland, in Warffum, om de film van Louis van Gasteren te vertonen.
Naast mijn werk als "leerling-bediende" werkte ik enkele uren per week in de elektronicawerkplaats van het NatLab. Later kwam ik bij een vaste werkgroep, waar ik de schema′s van mijn chefs omzette in apparatuur. In feite was elk apparaat uniek, zoals een magneetveldmeter voor ons cyclotron.
In de radiootjes zaten germaniumtranistoren ("torren" zeiden we), maar wij werkten daar met de nieuwste halfgeleiders van dat moment: siliciumtransistoren en bijvoorbeeld ook tunneldiodes.

Na 6 jaar vertrok ik naar een bedrijf dat oproepsystemen maakte voor zorginstellingen. Daar werd al wel gebruik gemaakt van transistoren. De "piepertjes" (pagers) waarmee het personeel naar patiënten werd gedirigeerd, waren natuurlijk opgebouwd met transistoren. Het systeem waarmee dat alles werd bestuurd bevatte nog steeds hoofdzakelijk germanium-"torren" waarmee relais aangestuurd werden, omdat er nog geen transistoren waren die de grote signaallampen konden aansturen.
In de loop der jaren nam de vraag naar complexere systemen toe, en door de ontwikkelingen die door Gordon Moore en zijn conculega′s in gang waren gezet, werden ook de beschikbare componenten kleiner en krachtiger. Na de transistoren kwamen er Integrated Circuits (IC's), een samenvoeging van meerdere tarnsistoren op één basis, en volgens de "wet van Moore" nam de complexiteit van de bouwstenen steeds sneller toe.
Van transistoren via "IC" tot "chip", de chip is 5x5mm, de afdruk is 80x70cm.

Zo begon ik mijn loopbaan met losse transistoren met andere onderdelen op een printplaat te solderen, en vond je het al heel wat als er 12 transitoren op één unit van 12x18 cm zaten.
Een van mijn laatste projecten was het ontwerpen van een schakeling met pakweg 70.000 transistoren die op een schijfje silicium van 5x5 mm "gebakken" werd bij Philips, dat later de halfgeleideractiviteiten afsplitste naar NXP en ASML. Die chip, een Application Specific Integrated Circuit (ASIC), kwam in een portable voor bewakers die er alarm mee konden slaan en waar op een centrale te zien was waar op het terrein het alarm gemaakt was.
Dat is nog lang niet het aantal transistoren dat nu op bijvoorbeeld een processorchip zit.
De portable met mijn chip en nog een andere.

Na dat ontwerp heb ik nog een aantal apparaten gemaakt met microprocessoren, die ik ook programmeerde.
Mooie route als je met een diploma LTS-Elektro van start gaat, eindigt als Hoofdontwerper, en al doende voor je baas ook nog een paar patenten in de wacht sleept, al zeg ik het zelf 😁

Het bericht bij de NOS: Gordon Moore overleden

04 januari 2022

220104 - Schaatsende broers, en ijzig werk...

Vandaag werd er aandacht besteed aan de Elfstedentocht van 1997, de laatste keer dat die gehouden werd. Ik dacht aan een fotootje van mijn vader met twee van zijn broers. Hij was de oudste van vier, de jongste was er niet bij. Zijn verhalen heeft hij me niet kunnen vertellen, ik moet het doen met foto's en nagelaten correspondentie.
Hun thuisbasis was Hoogkerk, preciezer gezegd Vierverlaten. Mijn vader zal, gezien zijn tenue, met verlof zijn geweest. Hij was in dienst in 1936 en 1937, en van augustus 1939 tot de capitulatie in 1940. Betere datering heb ik niet.
Een foto waarop ze een stuk jonger zijn, laat ze in oplopende volgorde zien: Geert (1922), Aaldert Geert (1920), Johannes (1918), en Klaas (1916), mijn vader.
Zij en hun echtgenoten zijn inmiddels allen overleden.
Op 19 december 1939 stuurt mijn vader vanuit Egmond een ansichtkaart naar Johannes, die dan in Twist (post Oplo) verblijft, met op de achterkant o.a. de tekst: "Gaat het je nog naar de zin? Mij niet. Je zult wel meer kou lijden daar, dan ik hier. Ik wou dat ik m'n schaatsen hier had, vandaag vriest het niet meer."
De plaats Twist vond ik nu niet, die is hernoemd tot Westerbeek.

In december 1941 werkt mijn vader in Hardegarijp, als opzichter bij de aanleg van drie bruggen. Het is dan blijkbaar flink aan het winteren. Hij schrijft aan Johannes, die dan in Veenendaal is: "'t Kan nu wel eens een lange winter worden. Kun jij nog een poosje doorwerken zo? Als je aan 't timmeren bent, kan het gauw. Het treft voor ons heel slecht. Alles was voorelkaar om morgen de brug hier in Hardegarijp te storten en nu gaat het natuurlijk niet door. De timmerlui zijn vanmorgen tijdelijk geschorst en de arbeiders vanavond. Ik ga hier met 1 timmerman nog wat afwerken, ik denk van een paar dagen, als 't weer het toelaat en dan zal 't ook wel gebeurd zijn. Alle hoop is nu op dooi weer. Als 't doorvriest zal ik m'n ontslag wel krijgen aangezien ik vrijgezel ben."

Behalve de hierboven genoemde brug is er van een andere het beton al gestort en is de ploeg van zijn collega nu met de tweede bezig: "Met de middelste put lijkt het niet best. We hebben al 3 keer de put vol zand en water gehad en nu staat het water nog binnen even hoog als buiten. De Hogebrug is gestort en Libbe de Vries zit nu bij de middelste."

Mijn vader denkt tussen het werk door wel aan schaatsen: "Als 't hier winter blijft valt hier wel te schaatsen. De halve wereld staat hier onder water, zo laag is 't hier. Met hoog water is alles blank. Vanmorgen zijn we druk aan 't ijsbreken geweest. Er was een praam met grind onderweg blijven liggen Zaterdag, en de cementpraam lag hier ook nog een end vandaan."
In januari 1942 wordt inderdaad, ondanks de bezetting, de Achtste Elfstedentocht gereden, maar veel deelnemers reden verkeerd vanwege de verduistering.
Er is me niet bekend of er ooit familieleden aan een Elfstedentocht hebben deelgenomen. De schaatsen die mijn vader onderheeft op die foto heb ik nog. Ze komen van een destijds bekende leverancier: J. Noorman uit Den Ham (bij Aduard). Mijn grootste schaatsprestatie op deze schaatsen was een tocht over het Oranjekanaal, van Westenesch naar Orvelte en terug.

19 december 2021

211219 Dikke brilleglazen, andere kijk op het verleden

Kijkend naar Daar was laatst op RTV Drenthe, met vader en dochter Harm en Willemien Dijkstra, hoorde ik een bekende naam noemen uit een, voor mij, ver verleden: Roelof Sieben.
Drie jaar lang, van 1957 tot 1960, woonde ik tegenover hem, met zijn Winkel van Sinkel, zoals wij dat wel eens noemden. Een beetje vreemde man vond ik, waar ik niet meer contact mee gehad heb dan dat ik er een of twee keren in de winkel geweest ben. Een beetje morsige man met van die hele dikke brilleglazen.
Pas nu ontdek ik dat hij schrijver was, en dat we allebei in dat dikke boek staan: Drentse Literatuurgeschiedenis deel ll – Waor roet en blommen wortel schiet in ’t veld van dr. Henk Nijkeuter over de naoorlogse geschiedenis van de Drentse letterkunde.
Zo zie je maar weer, dat je het verleden wel kunt vergeten, maar dat het verleden jou niet vergeet, en hoe je dan soms iets te weten kunt komen waarvan je in de verste verte geen vermoeden had.
De puber die ik toen was had nooit gedacht dat hij schrijven als hobby had, met zijn slechte gezichtsvermogen (hij blijkt geleden te hebben aan een progressieve oogziekte), en dat hij ooit iets anders gedaan had dan die winkel runnen, en dat hij ooit ergens anders gewoond had dan in Aalden… (voor outsiders: Aalden en Zweeloo worden vaak samen Zweeloo genoemd)
Roelof Sieben bleek veel aan te merken te hebben op het "onechte Drentse volkslied", dat begint met "Ik heb u lief mijn heerlijk landje", iets dat een oprechte Drent nooit zo zou zeggen, en waarvan de schrijver, Jan Uilenberg, nadien ook nog een besmet blazoen kreeg: fout in de oorlog.
Op de Groen van Prinstererschool in Emmen hebben we het wel geleerd - meester Garssen, iemand met altijd een twinkeling in de ogen, zei een keer tegen een klasgenoot: "Ik heb het wel gehoord, Joop, jij zong: ik heb u lief mijn heerlijk Antje!"
Naar verluidt is Antje later in Aalden gaan wonen, maar niet met Joop..

24 september 2021

210924 - Terug in de tijd: 1972

Als je je huis overhoop haalt kom je jezelf tegen. In dit geval in de vorm van iets dat ik schreef in ons toenmalige personeelsblad.
Ik werkte bij NIRA, een familiebedrijf dat oproepsystemen maakte voor zorginstellingen: een patiënt drukt op een knopje bij het bed en een verzorgende wordt met een "piepertje" opgeroepen. Nee, draagbare telefoons waren nog Science Fiction, 49 jaar geleden. In veel ziekenhuizen op deze wereld is personeel naar een patiënt geleid met installaties waaraan ik gewerkt heb.
Het was een populair blad, voor en door het personeel, met de titel: 't piepertje.
Ik schreef een reactie op een artikel van een oudere collega (toen jonger dan ik nu), die minder vleiend had geschreven over de populaire muziek van die tijd, en ik was nog vergaand allergisch voor klassieke muziek.
Nu, vele jaren verder, heb ik enkele jaren blogs geschreven over muziek, meest als bijdrage aan de bloggersgroep: "Zwijmelen op Zaterdag", waarbij dat zwijmelen niet al te strikt geïnterpreteerd moet worden.
Grappig hoe ik destijds schreef over muziek, en bijzonder om te zien dat de actualiteit van toen nu vergeten is, zoals de Indiaas-Pakistaanse Oorlog van 1971, die ik aanstipte. Niet dat die regio sindsdien altijd rustig was. Het Instituut voor Sonologie is geen onderdeel meer van de Universiteit van Utrecht, maar opgenomen in het Haags Conservatorium. De Moog synthesizer was een nieuw fenomeen.

De slogan van ons bedrijf was: "Communicatie is fundamenteel". Dat vond ik een mooie voorzet voor de kop boven mijn artikel: MUZIEK = COMMUNICATIE = EEN LEVENSNOODZAAK. Ik maakte zelf een passende tekening bij mijn epistel. De redactie maakte een mooie kop:
Het prilste begin van muziek was al communicatie: "zingen" om het tempo aan te geven bij het werk. Net als de menselijke samenleving zijn de communicatievormen ingewikkelder en gevarieerder geworden.
Muziek is een middel om te zeggen wat je niet zeggen kunt: om tot uitdrukking te brengen wat je voelt, of te voelen wat iemand anders uitdrukt.
Nog vaak ontmoet je (vriendelijke, dat wel) mensen die menen dat muziek beelden moet oproepen van rozegeur en maneschijn. Het misleidend maanlicht heeft echter al veel mensen doen kennismaken met het stekelig milieu, waaraan deze rozegeur ontspruit.
Ook wordt dit genot tegenwoordig door andere luchtjes verdrongen.
In deze snel veranderende wereld zijn al veel "Vaststaande Waarheden" van hun voetstuk gevallen of geduwd en dit is terug te vinden op muzikaal gebied.
Meestal worden die nieuwe soorten muziek niet direct mooi gevonden, maar wat is mooi?
In een opera of ballet kan iemand "heel mooi doodgaan", maar hoe kun je iemand "mooi" dood laten gaan, als je net op de T.V. hebt gezien hoe in Oost-Pakistan om genade smekende mensen genadeloos worden afgemaakt, de lijken overal ln het rond liggen en mensen kreperen van de honger?
Omdat met de traditionele muziek dit niet tot uitdrukking te brengen was, zijn er nieuwe mogelijkheden gezocht. Er worden b.v. andere harmonische samenstellingen toegepast; instrumenten worden op een andere manier bespeeld, of aangepast; en er ontstaan nieuwe, klankvormende toestanden die vaak iets met elektronika te maken hebben.
Vooral bij experimentele- en popmuziek wordt gretig gebruik gemaakt van elektronische mogelijkheden.
Met wat je "muziek-computers" zou kunnen noemen, b.v. de "Moogsynthesizer", kunnen allerlei bestaande klanken geïmiteerd en nieuwe opgewekt worden.
Er zijn studio's voor elektronische muziek (b. v. Rijksuniversiteit Utrecht,' instituut voor sonologle), waar met elektronisch opgewekte of bewerkte (jawel, eerst gewoon opgenomen met een bandrecorder) klanken worden samengesteld tot een muziekstuk.
Soms worden computers gebruikt om muziek "uit te rekenen" (ook voor traditionele instrumenten) of om de ingewikkelde studio-apparatuur te bedienen. Uiteraard is veel van deze muzikale nieuwigheid een kwestie van "even wennen", maar vergeet niet dat ook een viool, gitaar of piano hulpmiddelen zijn om klanken op te wekken, die weer gebruikt kunnen worden om muziek samen te stellen.
Misschien zal deze muziek mijn oor strelen, en bij U aankomen als een oorvijg, of andersom; net als bij andere vormen van communicatie reageert "iedereen op zijne wijs."

15 juni 2020

200615 - Van chaos en hoe achteraf alles zo simpel is

De pandemie, veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV-2, lijkt in bepaalde streken in de wereld ingedamd, op andere andere plekken lijkt het einde nog ver weg.
Op plekken waar de uitbraak flink gereduceerd is, denkt menigeen dat er niets meer aan de hand is, en dat de maatregelen zo snel mogelijk helemaal weg moeten.
Daarbij komt er steeds meer kritiek op de, ook in eerste instantie, genomen maatregelen om de pandemie te beteugelen, doch die, op z'n minst, erger hebben voorkomen. Het was een overval door een onbekende vijand met veel vernietigingskracht, waaraan acuut weerwerk moest worden geboden. Zoiets schept een chaotische situatie.

Deel van Sketch of the Cynefin framework,
Edwin Stoop, Sketching Maniacs uit Wikipedia

Die kritiek gaat vaak uit van simplificaties, in de orde van: "er vallen nu bijna geen doden meer, dus het virus is verdwenen, allemaal wel erg overdreven gedoe geweest dus."
Bij die simplificaties dacht ik aan de Volkskrant-column van 4 april van Jasper van Kuijk, met een uitleg over het nemen van beslissingen in verschillende situaties, van simpel, via gecompliceerd en complex, tot chaotisch.
Hij begint begint als volgt: "In de coronacrisis zijn alle voorspellingen boterzacht, is niets zo veranderlijk als ‘de feiten’ en spreken experts elkaar tegen. Een gekmakende onzekerheid. Merkwaardig genoeg gaf het me wat rust toen ik me realiseerde hoe deze onzekerheid nu eenmaal hoort bij complexe systemen, zoals gedefinieerd in het Cynefin-raamwerk. Dit raamwerk helpt bestuurders om beslissingen te nemen en maakt onderscheid tussen simpele, gecompliceerde, complexe en chaotische situaties.
Simpele systemen zijn stabiel, eenvoudig en er zijn duidelijke oorzaak-gevolgrelaties, die voor iedereen te doorgronden zijn. Zoals een schaar. In gecompliceerde systemen zijn er ook oorzaak-gevolgrelaties, maar om die te snappen heb je experts nodig. Denk bijvoorbeeld aan de motor van je auto."


Afbeeldingen uit de Volkskrant column van Jasper van Kuijk

Er zou van alles fout zijn gegaan, wat inherent is aan complexe en chaotische situaties, vooral op logistiek en communicatief gebied schat ik.
Achteraf beschouwd zou het kunnen dat minder drastische maatregelen voldoende zouden zijn geweest, maar daar staat tegenover dat de wetenschap ook nu nog steeds onvoldoende weet over de eigenschappen van het virus, zoals de bron en de overdracht, en er nog geen afdoende remedie is om het virus effectief onschadelijk te maken: een gewapende moordenaar die in een hoek gedreven is, is nog steeds een gewapende moordenaar. En dat blijft hij tot hij ontwapend en onschadelijk gemaakt is.

Uiteraard begrijp ik dat deze crisis verstrekkende gevolgen heeft voor de economie, en voor de "gewone zorg".
De andere kant is, dat de gevolgen van eerdere grote pandemieën blijkbaar vergeten zijn, of worden gebagatelliseerd als onvergelijkbaar vanwege de toegenomen wetenschappelijke kennis. Weliswaar groeit onze kennis waarschijnlijk sneller dan destijds, doch ook nu hebben we voorlopig te maken met een gemaskerde, onberekenbare vijand.
Als het ongevaarlijk was zou je kunnen lachen om al die zelfuitgevonden nieuwe deskundigen, die vanuit een heel andere stiel ineens viroloog, epidemioloog en microbioloog zijn geworden, en menen te moeten oordelen over de genomen en nog te nemen maatregelen.
Ik heb de indruk dat er als regel in dat oordeel veel variabelen zijn weggelaten uit gebrek aan specifieke kennis, en dat er veel opportunisme en eigenbelang in verwerkt zit.

En wie de term "dor hout" heeft geopperd, bestempel ik bij dezen als "rottend fruit", dat het begrip solidariteit alleen in eigen voordeel uitlegt.
In een discussie schermde iemand voortdurend met het argument "dat er nog maar een heel kleine kans is op besmetting", en dat dus "alles open moet". Ik gaf een voorbeeld - in een pak suiker van 1 kg zitten ca. 1 miljoen korrels. Stel dat je weet dat er één dodelijke korrel in zit, durf jij dan een schep van die suiker in je eten of drinken te doen? Kansberekening als dilemma, maar ik wacht nog steeds op een antwoord.

Ik kende de theorie van het Cynefin-raamwerk niet, maar het sprak me onmiddellijk aan. Het gaf me associaties met situaties uit mijn werk als elektronica- en software-ontwerper. Je krijgt een aantal wilde ideeën op je bordje, waarvan de opdrachtgever hooggespannen verwachtingen heeft. Daar moet je dan als ontwerper een goed functionerend, complex systeem van maken met allerlei samenwerkende apparaten vol software.
Trek die lijn maar even door naar IT-projecten. Als dat bij de overheid is, worden de mislukkingen te zijner tijd breed uitgemeten, bedrijven zullen er minder mee te koop lopen.

Zie ook: A Leader’s Framework for Decision Making door David J. Snowden (de bedenker van het Cynefin-framework) en Mary E. Boone, Harvard Business Review, November 2007.

03 mei 2020

75 Jaar Vrijheid: Familieportret, na "de oorlog"

Het is een beschadigde foto, ooit gescand en voorzien van het opschrift: December 1906 / 1946
Twee oudere mensen, de ouders van mijn moeder, 40 jaar getrouwd. Omringd door 15 volwassenen en 12 kinderen. De foto is gemaakt in Emmen, in het huis van mijn grootouders.


Ik zit in kleermakerszit vooraan in het midden, 3½ jaar jong. Anderhalf jaar na die foto gingen mijn moeder en ik daar bij opa en oma inwonen.
Van 2 volwassenen is er later een pasfoto bijgeplakt, in de lijst van wat de spiegel moet zijn geweest, die hing traditiegetrouw boven de schoorsteenmantel.
De bijgeplakte volwassene links is mijn vader, rechts oom Bertus, broer van mijn moeder.

Begin januari 2020 is de laatste van de volwassenen op de foto overleden: voor mij de laatste van de vorige generatie van mijn moeders kant. Van mijn vaders kant was dat al eerder. Op de foto staan 12 kleinkinderen, later kwamen er nog 29 bij, waarvan 8 er niet meer zijn.
De vragen aan de vorige generatie, die we nog niet konden formuleren bij gebrek aan de juiste aanknopingspunten, kunnen we ze nooit meer stellen. Vragen die zich opdringen door combinaties van flinters informatie die ons alsnog toevallen uit onverwachte hoeken
Vragen die voor altijd onbeantwoord zullen blijven, tenzij we antwoorden kunnen afleiden uit hun later ontdekte, opgeschreven herinneringen. Bewaarde brieven uit een nalatenschap: als er familieleden overleden kwam er nog wel eens iets tevoorschijn, waarvan we als neven en nichten af en toe iets uitwisselen.

Mijn vader, is in 1944 overleden door ziekte, niet door oorlogsgeweld, bijna 28 jaar. Wel was hij bij het begin van de Tweede Wereldoorlog gemobiliseerd. Hij was bij de Genietroepen, stond met een zoeklichtafdeling bij het vliegveld Bergen (NH). Dat vliegveld was het eerste doel dat door Duitse vliegtuigen werden geruïneerd. Mijn vader werd met zijn afdeling verplaatst en een paar dagen later heelhuids gedemobiliseerd.
Een deel van zijn wedervaren uit zijn mobilisatietijd heb ik kunnen afleiden uit nagelaten correspondentie, uit de oorlogstijd daarna is er vrijwel niets. Alleen uit 1941, over het werk aan een brug bij Leeuwarden vond ik iets.

Over "de oorlog" heb ik in mijn familie nauwelijks horen praten. Dat zal zijn omdat ik te jong geacht werd om daarmee geconfronteerd te worden, totdat ik als beginnende puber in een andere situatie terechtkwam door het weer trouwen van mijn moeder.

Dat het station van Hoogkerk, dicht bij het ouderlijk huis van mijn vader door geallieerde vliegtuigen is beschoten, is geloof ik één keer genoemd. De jongste broer van mijn vader zat thuis ondergedoken in een geheime ruimte onder het schuine dak, om niet tewerkgesteld te worden in Duitsland. Er was een kogel door het dak gegaan, dicht bij hem langs. Ik vond online melding van twee beschietingen op 3 februari 1945.
Mijn moeder vertelde ooit, dat er Duitse soldaten bij ons ingekwartierd waren, en er iets lachwekkends gebeurde. Ze is toen, snikkend van het lachen, met de handen voor haar gezicht, weggelopen, en een soldaat had gezegd: "Ach, sie weint!"

Het is dan wel een bizarre gewaarwording als je na je zeventigste ontdekt dat er een Stolperstein is geplaatst voor je geboortehuis, en ontdekt dat je ouders een gesplitst huis gedeeld hebben met een uit Duitsland gevlucht Joods echtpaar.
Ronduit aangrijpend is het als je later ter plaatse hoort, dat die Joodse mensen in een novembernacht, op sjabat avond, uit hun huis zijn gehaald. Een man die het gelaten ondergaat, terwijl zijn vrouw huilend en gillend wordt weggesleept.
En dat je later terugrekent dat je moeder dan halverwege is met haar zwangerschap van jou, en dat je daar nooit iets van geweten hebt.
De vrouw heeft als enige uit de gemeente de oorlog overleefd, geestelijk en lichamelijk ernstig beschadigd. De man, Hermann Stein, is vermoord in Blechhammer, anderhalve maand na mijn geboorte.

Maar waarom koos mijn moeder voor Schiermonnikoog, toen ik als "bleekneusje" naar een vakantiekolonie werd gestuurd om aan te sterken? Is er een link met de bunkers, die daar voor de Duitsers gebouwd zijn door het bedrijf waarvoor mijn vader gewerkt heeft, zoals ik ontdekte toen ik het niet meer vragen kon?
Met mijn onderzoek ben ik zó ver gekomen, dat ik weet dat hij niet voorkomt in het register van de "bijzondere rechtspleging". Hebben de eigenaars van dat bedrijf mensen daar laten werken, zodat ze niet naar Duitsland gestuurd werden om daar te werken?

Uit de familie van mijn moeder heb ik geen oorlogsherinneringen horen vertellen.
Opa en oma waren beiden onderwijzers uit Friesland en Groningen. Ze hebben daarna allebei een baan gevonden in Zuid-Holland, maar kwamen terug naar het noorden, naar Drenthe, toen opa daar een baan kon krijgen als eerste hoofd van de nieuwe School met den Bijbel in Nieuw-Amsterdam, en trouwden toen.
In 1940 werd opa gepensioneerd. Op drie na waren alle kinderen toen al uitgevlogen.

Ook over oom Bertus, broer van mijn moeder, ben ik iets te weten gekomen uit oude brieven: hij werkte in Stadskanaal, had daar zijn verloofde. Uit die brieven werd ik ook iets gewaar over andere familieleden in oorlogstijd.

Oom Bertus schreef op 9 februari 1945 een brief aan mijn moeder, en aan mij als 2-jarige. De enige post die ik tot dan toe had ontvangen was een kaart van mijn vader vanuit het ziekenhuis, voor mijn eerste verjaardag. Dat was een maand voordat hij overleed.

Oom Bertus feliciteerde mijn moeder alsnog met haar verjaardag, want "de Landwacht van Stadskanaal heeft mij te pakken gehad en geslagen en geschopt. Filip hebben ze voor de 2de maal opgehaald. Hij is nu overgebracht naar Groningen."
Er bleek in Stadskanaal een verrader bij de politie te zitten.
De gevangenschap van oom Flip, zwager van oom Bertus en mijn moeder, zag ik bevestigd in een online verslag: "Bewoner van cel 24 in het Huis van Bewaring aan de Hereweg te Groningen.: Als medegevangenen gehad: Filippus Minnema, kruidenier te Stadskanaal (17 dagen)", daarna werden meer namen genoemd.

Oom Bertus vervolgde zijn brief met het verslag van zijn vlucht na deze mishandeling: "Donderdag 24 Jan. hebben ze mij te pakken gehad. 's Nachts ben ik vertrokken. Zondagmiddag ben ik pas bij Vader en Moeder aangekomen. Ik heb de reis in 3x gedaan omdat ik het met die sneeuwstormen niet in één keer kon doen. Eerst naar Musselkanaal, vandaar naar Ter Apel en Zondagmiddag om 2 uur uit Ter Apel naar Emmen waar ik om 7.15 uur aangekomen ben. 'k Heb 4 uur geloopen door 30 cm. hooge sneeuw met de fiets aan de hand. Toen ik thuis kwam was ik dood op. Ik kon daar echter niet langer blijven als één nacht."

Op 7 mei 1945 schreef oom Bertus vanuit Weiteveen aan zijn broer Siep, in al bevrijd Zuid-Holland, dat het met de familie in het noorden goed gaat, "behalve met de schrijver zelf". Vanaf begin februari tot begin mei ging het dus niet goed met hem.
En verder: "Vader en Moeder wonen weer op hun eigen plekje en hebben negen dagen een Pool in de kost gehad. Een beste man."
In het boek "Emmen in bezettingstijd" van Dr. G. Groenhuis vond ik de bevestiging dat onder andere hun huis in november 1944 werd gevorderd door de bezetter. Ze moesten met achterlating van bijna alles binnen 6 uur hun huis verlaten hebben.
Er werden teruggeslagen Wehrmachtsoldaten in ondergebracht. Ik kan me niet herinneren dat ik daar later ooit over heb horen praten.

Ik weet nu ook, dat oom Siep tijdens de oorlog op het Gemeentehuis van Berkel en Rodenrijs, "slordig omging" met het bevolkingsregister. Overledenen werden bijvoorbeeld niet altijd zorgvuldig geregistreerd, waardoor er vervalste papieren uitgegeven konden worden. Zijn toen nog aanstaande echtgenote, tante Riet, werkte op een distributiekantoor, en zag kans voedselbonnen te regelen voor het verzet en onderduikers. In 2015, bij de herdenking van 70 jaar bevrijding, werd er in een plaatselijke krant aandacht aan besteed.

Door brieven die andere familieleden hadden bewaard, weet ik nu, dat oom Bertus is verpleegd in het Zusterhuis in Weiteveen, het "Huis van O.L.V. van Vrede". Daar schijnt onder leiding van "Zuster Engel" een mengeling van patiënten verzorgd te zijn: onderduikers en NSB'ers lagen naast elkaar.
Toen ik vriendinnen hielp met hun boek "Engel in het Hoogveen", had ik die brieven nog niet gezien; een onverwachte connectie.
Ik dacht wel eens gehoord te hebben dat oom Bertus' doodsoorzaak TBC was, "opgelopen met zijn laatste vrachtje onderduikers", maar geen bevestiging gevonden.
Kan het juiste verhaal zijn, dat hij in het zusterhuis besmet is geraakt? Hij was verzwakt door de mishandelingen, er waren onderduikers, en er was daar TBC.

In brieven aan Siep meldt Bertus, dat hij daar nog wel eens bezoek krijgt van de broer en zus die nog thuis wonen, en dan bijvoorbeeld eieren, melk en vlees voor hem meenemen dat ze hebben opgescharreld, om aan te sterken.
Hij schrijft aan Siep op 7 mei 1945: "De landwacht heeft mij een poosje voor de bevrijding nog even te pakken gehad. Daarom lig ik nu in het zusterhuis in Amsterdamscheveld. 'k Vind het wel jammer dat ik nu werkeloos moet toezien dat de landverraders worden opgepakt. 'k Had zelf ook graag een paar op willen halen. Ik zou nu vast met de auto gereden hebben als dit er niet tusschen gekomen was."


Hij schrijft, dat zijn verloofde alweer fietst en geheel genezen is: was zij ook mishandeld, of gaat het om TBC? Ik vond uiteindelijk haar gegevens via een incompleet spoor. Ik kan het haar niet meer vragen, ze is in 2008 overleden op 93-jarige leeftijd, in Brabant.

Wanneer oom Bertus terug naar het ouderlijk huis is gegaan weet ik niet, hij overleed er op 3 augustus 1945. Onlangs heb ik de letters op zijn grafsteen opnieuw ingeverfd.
Ik heb me wel eens afgevraagd wie af en toe een eenvoudig sierstukje op dat graf plaatste. Het zou zijn vroegere verloofde geweest kunnen zijn, want ik ontdekte dat familie van haar op hetzelfde kerkhof is begraven, heeft dus vrijwel zeker hier gewoond. Reden om vanuit Brabant naar hier te reizen.

Tante Mien, de destijds nog thuiswonende zus, schreef later enkele herinneringen op. Ze vertelt hoe ze met haar jongere broer Klaas en haar ouders in 1944 in Emmen woonde. Klaas was in semi-overheidsdienst, en hoefde daarom niet in Duitsland werken.

Haar jongste zus, Lies, was ontslagen op het Gemeentehuis, omdat ze weigerde thee te schenken voor de nieuwe NSB-burgemeester. Daarbij werd gedreigd met tewerkstelling in een meisjeskamp, en ze was daarom ondergedoken.

De volgende dreiging kwam ook vanuit het gemeentehuis: jonge mannen werden opgeroepen om te werken voor Organisation Todt, de Duitse bouwmaatschappij.
Tante Mien vertelde hoe een gemeente-ambtenaar aan de deur kwam met een oproep voor K.C. Eldering, om zich met een schop te melden voor graafwerk.
Ze realiseerde zich meteen, dat haar broer exact dezelfde naam droeg als haar vader. Zo onnozel mogelijk had ze de ambtenaar gevraagd: "Moet mijn oude vader van 64 dan nog dat zware werk gaan doen? Dat kan toch niet? Hij is van 1880!" Waarop de ambtenaar nog eens verbluft op zijn papieren gekeken had, en gezegd: "Dan moet er een abuis in het spel zijn…", en was weer vertrokken.
En zo hoefde de enige broer die nog thuis was, niet óók nog onderduiken; aldus het verhaal van tante Mien.

Tante Riet, de laatste van de vorige generatie, is op 2 januari 2020 overleden, 96 jaren oud en tot twee weken voor haar dood nog volop aan het fitnessen.
Ze werd beschouwd als een levend familie-archief. Ik heb opgezocht, dat opa en oma 11 kinderen hebben gekregen, waarvan de jongste levenloos geboren. Twee van de overige zijn kinderloos gebleven, een daarvan is oom Bertus. Ze hebben 42 kleinkinderen gekregen, die er nu ook niet allemaal meer zijn.

De leeftijden van deze ooms en tantes in 1940, bij het begin van de oorlog? Flip 33, Mien 26, Bertus 24, Siep 22, Klaas 21, Lies 19, Riet 16.
Een heel leven voor zich, waarvan vijf jaar in oorlog.

Hun geheugen is niet meer te raadplegen, maar wat we nog hebben kunnen we doorgeven. Met name de vrijheid, waar zij naar gesmacht hebben, en op hun manier elk hun steentje bijgedragen.
Nu is het aan ons en onze kinderen.

Bronnen:

17 februari 2020

200217 - Völlig losgelöst von der Erde

  Wie kent het niet: je bent ergens mee bezig, je staat onder de douche, of wat dan ook, en volledig los van dat alles zit er ineens een fragment van een melodie in je hoofd. En dat raak je niet meer kwijt - waar zat dat fragment ook alweer in, wie was de artiest, herinner ik me nog iets, al was het maar één woord van de tekst?
  Vanmorgen had ik het ook weer. Een stem waarvan de woorden verdronken in ruimtelijk galmende klanken met een bijna kosmische melancholie. Hoe vind je zoiets terug, met alleen een fragment van een melodie in je hoofd? Het enige aanknopingspunt was de sfeer.
  Ik ben dan wel gestopt met mijn wekelijkse bijdrage aan Zwijmelen op Zaterdag (nu bij Natasja; ik heb er bijna 6 jaar aan meegedaan) maar soms kom ik niet los van de muziek die ik dan in mijn kop heb!
  Toen ik een poos later weer even rustig zat, kreeg ik de ingeving: was het niet iets in het Duits? Heelal? Ik zocht: [ song space Duits ] - ja, zoeken doe je in het Engels.
  En ik vond meteen: Peter Schilling [DE, EN, NL], exponent van de Neue Deutsche Welle, met Major Tom (völlig losgelöst) [DE, NL]. De titel van de Engelstalige versie is Major Tom (Coming Home).
  In Amerika is deze wereldwijde hitsong in zowel de Engelse als de Duitse versie uitgebracht in de box-set Error in the System, met het originele Duitse album Fehler im System.
  Uiteraard refereert Peter Schilling aan astronaut Major Tom uit Space Oddity van David Bowie.
  Als ik dan de tekst volg, krijg ik wel associaties met de actuele discussies over de klimaatverandering: mensen die vertrouwen hebben in de bevindingen van de grote groep wetenschappers die het met elkaar eens is dat er iets moet gebeuren, omdat anders straks onze planeet, ruimteschip aarde, op een verloren koers terechtkomt. Daar tegenover mensen die roepen dat de "klimaatdrammers" zeuren, en die denken dat het allemaal vanzelf goed komt...
  Eerst de originele, dus Duitse versie, dan de Engelstalige. En eh… dat "Coming Home" heeft niet de betekenis van een veilige landing terug op aarde...

Peter Schilling - Major Tom Völlig Losgelöst:


Peter Schilling - Major Tom (Coming Home):


  Afbeelding: "Pale Blue Dot", de Aarde (gezien vanaf 6 miljard kilometer) is een klein blauw puntje in de duisternis van het uitgestrekte heelal. De gekleurde banden op de foto zijn verstrooiingen van het zonlicht in de lens, als gevolg van de relatieve nabijheid van de Zon bij de Aarde. (Mijn bewerking van Public Domain afbeeldingen uit Wikipedia)

15 januari 2020

200115 - Niklas - Rood en Oranje

Zappend zag ik gisteren (14-1-'20) ineens Erik Dijkstra door het beeld rijden op zijn Zündapp, met een wapperende rode vlag op de achtersteven.
Het bleek de aflevering "Rood en Oranje" uit de documentaire-serie "De Strijd", herhaling van 17-6-'16, mede gepresenteerd door Gerdi Verbeet.
Uit de aankondiging: De verhouding tussen het socialisme en de monarchie was altijd gespannen. Socialisten waren overtuigd republikeins en zagen het koningshuis als vertegenwoordiger van het kapitalisme. Maar gedurende de 20e eeuw gingen de scherpe kantjes eraf. Sterker nog: het waren 'rode' premiers - Drees, Den Uyl, Kok - die de monarchie in benauwde tijden te hulp schoten.

Er plopte een citaat tevoorschijn uit mijn geheugen: Juist uit de erfelijkheid van de koningsfunctie blijkt de volstrekte onbelangrijkheid: het doet er niet toe wie koning is, laten we dus afspreken het oudste kind van de vorige koning te nemen.
Koning-zijn is de enige maatschappelijke functie waarvan grondwettelijk vaststaat dat iedereen, zelfs de domste mens, haar op zich kan nemen.

Auteur: dr. Hugo Brandt Corstius. Iemand die je kunt waarderen om de scherpzinnigheid van zijn observaties, gepubliceerd in vele columns en boeken, ook als je het niet met hem eens bent.


Nu zit ik met een dilemma: ben ik een Repunarchistische of een Monablikeinsche kaaskop?

04 januari 2020

200104 - ZOZ - Van generaties en Mohicanen

Deze week overleed een tante van me. Niet zómaar een tante: ze werd grappend wel eens de wandelende familie-almanak genoemd, omdat ze zo ontzettend veel wist over het wel en wee van de hele familie, door de jaren heen. Over de hele familie, haar eigen generatie, de vorige en de volgende generaties.
Ze heette Maria, in de dagelijkse omgang tante Riet.

Mijn neef schreef: Gistermiddag heeft mijn moeder (96) haar levensadem teruggegeven aan haar Schepper.

In de Tweede Wereldoorlog werkte ze op een distrubutiekantoor, waar voedselbonnen werden uitgegeven. Haar latere man Siep, broer van mijn moeder, werkte op het Gemeentehuis bij de afdeling Bevolking. Door het "niet nauwkeurig" registreren van overledenen, zorgde hij dat mensen gevrijwaard werden van Arbeitseinsatz in Duitsland, en kregen verzetsmensen, geallieerde piloten en Joden vervalste persoonsbewijzen. Tante Riet zorgde dat het verzet voedselbonnen kreeg.

Mijn opa en oma, haar schoonouders, kregen 11 kinderen, waarvan de jongste levenloos geboren werd. Daar werd nooit over gepraat destijds. Gezamenlijk voegden die kinderen 42 kleinkinderen toe aan de familie, waarvan we ook al een aantal moeten missen.

Ik ben niet de oudste van de kleinkinderen, maar van dit nageslacht ben ik de enige die opa en oma in hun dagelijkse (gepensioneerde) doen en laten heeft meegemaakt. Mijn moeder en ik woonden bij hen in gedurende mijn kinderjaren.
Dat betekent ook, dat ik in het centrum van de familie woonde. Bij hoogtijdagen, zoals de verjaardagen van opa en oma of andere heugelijke gebeurtenissen, kwam de familie naar ons toe, en, als enig kind in huis, had ik dan ineens speelkameraadjes die familie waren: neven en nichten.

Tante Riet was voor mij de laatste van de vorige generatie: zowel aan vaders als aan moeders kant is er niemand meer.
Ruim een week geleden kregen we bericht dat ze naar het ziekenhuis was gebracht, donderdag is ze overleden.
Ik kies voor muziek die, qua titel, aansluit bij dat korte ziekbed, bekend geworden van Robert Long en Unit Gloria.

Robert Long ( Unit Gloria ) - The Last Seven Days:


Bij het overlijden van zo'n markante vrouw, als laatste van een generatie, denk je al gauw aan het cliché, ontleend aan een boektitel: De laatste de Mohikanen (nl).

Naar aanleiding van dat boek zijn er veel fims (nl) gemaakt, de meest recente in 1992 (nl).
Bij een film hoort een soundtrack, en thema's daarvan zijn veelvuldig gecoverd. Ik kies daar één van in een versie die mij aanspreekt en sfeervol vind. Ik heb geen idee of tante Riet deze muziek zou kunnen waarderen, of afschuwelijk vond. Meestal valt de waardering voor dit instrument tussen deze twee uitersten.
De muziek, The Gael, is geschreven door de Schotse musicus Dougie McLean, die ik een paar keer in eerdere blogs heb geplaatst.

We zien hier een dappere vrouw, die de vooroordelen heeft moeten trotseren dat dit instrument niet goed door vrouwen bespeeld kan worden. Dat kunnen we hier lezen. Intussen is ze lerares op dit instrument. Ze heet Tress Maksimuk en noemt zich Dark Isle Piper. Ofschoon ze blijkbaar in California woont, is deze video op locatie gefilmd in het noorden van het Schotse Isle of Skye (nl).

Ik heb deze video ook gekozen omdat ik de beelden zo passend vind bij dit vaarwel.

Dark Isle Piper: The Gael ( Last of the Mohicans Theme):




Wie mee wil doen met (of luisteren/kijken/lezen bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, vindt de links bij Melody.
Afleveringen t/m ZOZ347 vind je bij Trees, en de afleveringen t/m ZOZ260 vind je bij de oorspronkelijke initiatiefneemster Marja.


14 december 2019

191214 - ZOZ - Van buurvrouw, diamanten en indianen

Hoe je van nieuwe overburen, via buitenlandse geschiedenis bij actuele wereldpolitiek komt? Dat is een lang verhaal, waarbij we ook nog langs de plaatselijke geschiedenis van een jeugdsoos of koffiebar komen. Maar het begint met een bos bloemen.

Die nieuwe buren, die nog bezig zijn hun huis in te richten, zijn familie van andere buren, dat wisten we inmiddels. Ze waren niet thuis toen er bloemen voor hen bezorgd werden, en wij waren de eerste buren waar de bezorger gehoor vond. Een dag later stonden de bloemen nòg bij ons.
We brachten de bloemen toen maar bij de "familieburen", om zelf ook weg te kunnen.
Die buurvrouw draagt de naam die wereldwijd onlosmakelijk verbonden is met The Blue Diamonds (nl): Ramona.

Blue Diamonds - Ramona (1960, No.1 Hit Song):


Ik had nooit de tekst goed uitgeplozen, en er zat een zinnetje in dat ik niet kon rijmen met de overige context - verkeerd verstaan dus. Ik had de song altijd gekoppeld aan hun Indische afkomst. Klopt niet. We vroegen ons ineens af, of die song nou door onze Blue Diamonds zelf geschreven was of niet. Niet dus. Dat doet niks af aan de kwaliteit van hun wereldwijd succesvolle versie, maar mijn nieuwsgierigheid dwong me om nu dan eens verder te zoeken.

The Blue Diamonds begonnen met zich te presenteren als de Nederlandse Everley Brothers. Hun versie van de Everley's songs lag in Nederland en Duitsland vaak eerder in de winkel dan de originele, wat tot protest van de platenmaatschappij van de Everley's leidde, die zich daardoor aanzienlijke inkomsten door de neus geboord zag. Daarom werd ander materiaal voor de Diamonds gezocht, en Ramona gevonden. Ze vonden het eerst maar niks, een slome wals, ze wilden rock 'n roll spelen, dus maakten ze er een pittiger versie van.

En daar zat dus een verhaal aan vast, dat ik nu ook pas heb ontdekt. En door een Volkskrant interview met Riem de Wolff uit 2013 ontdekte ik dat de Blue Diamonds dat verhaal zelf ook niet kenden.

Een van de schrijvers van de song behoorde tot een Amerikaanse verzameling muziekuitgeverijen, componisten en schrijvers, gezamenlijk bekend als Tin Pan Alley (nl).
Nou is er hier in Emmen lang een koffiebar geweest, die Tin Pan Alley (FB) heette, en dat was mijn eerste kennismaking met die naam. In de roerige jaren 60 kreeg de Emmer jeugd de beschikking over de oude eierhal, een groot houten gebouw. Het had dienst gedaan als veiling of markt voor eieren: na het instorten van de turfmarkt startte de overheid een programma om armoede in deze contreien te bestrijden middels kippenhouderij.
De koffiebar werd een roemrucht trefpunt voor jongeren, waar livemuziek gebracht werd naast allerlei andere activiteiten. Ooit werd het wereldrecord ononderbroken platendraaien er gevestigd: Roel Blaauw bracht het op 336 uur.

De song Ramona (nl) werd in 1928 geschreven door L. Wolfe Gilbert (nl) en Mabel Wayne; de laatste stond bekend als een van de eerste vrouwen die een hitsong componeerde.
Ze schreven de song voor de romantische avonturenfilm Ramona uit 1928. Vanaf 1910 waren er al versie van deze film gemaakt zonder geluid, dit was de eerste versie waarbij een geluidsband meeliep, het was dus nog geen echte geluidsfilm.
De titelsong werd gezongen door Dolores del Rio (nl), een Mexicaanse actrice die naar Hollywood gegaan was. Ze weigerde in geluidsfilms te spelen, omdat ze bang was dat haar accent teveel zou opvallen.

Dolores del Río - Ramona (1928):


Deze (reeks remakes van de) film Ramona was gebaseerd op de roman Ramona (nl) van Helen Hunt Jackson (nl). Het verscheen eerst als feuilleton in het magazine Christian Union, later herdoopt tot The Outlook.
Het verhaal speelt zich af in Zuid-Californië, kort na de Mexicaans-Amerikaanse oorlog (nl) van 1846-1848. (We lijken erg dicht te zitten bij een nieuw dergelijk conflict).
Ramona is een weesmeisje van gemengde, Schots-Indiaanse afkomst. Ze wordt opgevoed door de zus van haar overleden pleegmoeder, maar die houdt niet van haar vanwege haar Indiaanse afkomst. Dat ze haar toch opvoedt als lid van het gezin, is omdat ze dat beloofde aan haar zus op haar sterfbed.
Het werk op de ranch van de pleegmoeder wordt voornamelijk gedaan door Indiaanse arbeiders. Wie het langere verhaal wil lezen kan de links volgen, maar om kort te gaan: Ramona en de zoon van het Indiaanse opperhoofd worden verliefd, en gaan er samen vandoor omdat de pleegmoeder hun relatie niet wil omdat hij Indiaan is.

Overigens heb ik het over Indianen, omdat dat hier te lande nog gangbaar is. De benaming berust op een misverstand, omdat Columbus dacht "om de west" naar India gevaren te zijn. In de VS lijkt de term indigenous peoples of the Americas gangbaar geworden te zijn, voor de diverse volkeren die er vóór Columbus al woonden.

De schrijfster van Ramona, Helen Hunt Jackson, zal een heel erg dubbel gevoel gehad hebben over het commerciële succes van haar roman. Ze schreef Ramona drie jaar na A Century of Dishonor, haar onderzoek naar de slechte behandeling van indianen in de Verenigde Staten.
Door na dat onderzoek te komen met een roman, probeerde ze de ervaringen van de Indianen te schetsen "op een manier die de harten van mensen zou raken".
Ze wou de publieke opinie mobiliseren en aandacht trekken voor het verbeteren van hun situatie, zoals De negerhut van Oom Tom (nl) van Harriet Beecher Stowe (nl) had gedaan voor slaven.
Het liep anders: "Hollywood" ging er mee aan de haal, en de aanklacht tegen discriminatie van Indianen in de roman, werd hervormd tot een romantische avonturenfilm. Er zijn nog steeds toeristische trekpleiters gebaseerd op die film.
En discriminatie om etnische verschillen is er ook nu nog alom, in alle soorten en maten...

De benaming Indianen, of Native Americans, omvat een veelheid van volkeren, met verschillende culturele tradities en dus ook muziek. Ik heb even zitten lezen over Indigenous music of North America en Indiaanse muziek, maar het duizelt me. Tussen de Inuit (Eskimo's) tot de inheemse bevolking van Mexico zitten heel veel schakeringen. Er is natuurlijk vermenging met "westerse" muziekvormen, maar de traditionele Indiaanse muziek gebruikt vooral trommels, fluiten en vocalen. Onderwerpen staan dicht bij hun leefwijze en de natuur.
Ik besloot een video te kiezen met vogels waarvan de familie hier ook een bekende verschijning is. We horen de Black Lodge Singers, die voortkomen uit de Blackfeet Nation oftewel "Blackfeet Tribe of the Blackfeet Indian Reservation".
Ze hebben 20 albums uitgebracht, waaronder 2 albums met Pow wow songs (nl) voor kinderen.

De toelichting vermeldt: The Crow Hop is afkomstig van Westelijke Stammen. Het is ook een sociale dans bedoeld om de kraai na te bootsen terwijl hij over het veld stuitert. Een legende zegt dat de kraai vuur in ons land heeft gebracht om onze voorouders in leven te houden in de koude winter ... De zwarte kraai geldt ook als symbool van sluwheid, dood en oorlog, dus men gelooft dat als iemand een kraai ziet, dat dat een teken is dat er verandering komt. Deze verandering kan alles zijn: van een nieuw begin voor de persoon of een teken van een naderende dood voor iemand die de persoon kent. Wees voorzichtig.

Black Lodge Singers - Crow Hop:


Ach, en straks voor het slapen gaan is dit wiegeliedje wel fijn: My name is Tiana Anpo Win Spotted Thunder, I am a proud Lakota (nl) woman who loves this song, hope you enjoy listening :).

Tiana Spotted Thunder - Lakota Lullaby:




Wie mee wil doen met (of luisteren/kijken/lezen bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, vindt de links bij Melody.
Afleveringen t/m ZOZ347 vind je bij Trees, en de afleveringen t/m ZOZ260 vind je bij de oorspronkelijke initiatiefneemster Marja.


09 november 2019

191109 - ZOZ - Van heimwee en herinnering

Deze keer duik ik in mijn herinnering terug naar mijn jonge jaren, door een trieste gebeurtenis. Onlangs kregen we het bericht dat zwager Douwe ernstig ziek was, ongeneeslijk. Slechte prognose, en hij besloot in overleg met zijn kinderen af te zien van verdere behandeling vanwege te verwachten bijwerkingen. Sneller dan verwacht is hij zondag overleden. Vrijdag was de begrafenis.


Het heeft daar niet mee te maken, maar ik ben, getipt door een psycholoog, het boek "De heimweefabriek" van Douwe Draaisma aan het lezen. Ondertitel: "Geheugen, tijd & ouderdom". De "geheugenprofessor" heeft dezelfde voornaam als mijn zwager, maar is waarschijnlijk wel bekender, omdat bijvoorbeeld in rechtszaken waar het geheugen een belangrijke rol speelt, hij nog wel eens getuige-deskundige is. Hij schrijft helder en boeiend, vind ik. Onder andere over hoe je je dingen in de loop van je leven herinnert.

Begin jaren 60 woonde en werkte ik in Groningen. Ik was rond de 20. Douwe was 3 jaar ouder en woonde bij zijn ouders in Leeuwarden. Douwe was als dienstplichtige bij de Marine geweest. Ik had beroeps willen worden, zodra ik van de LTS kwam. Zo hoopte ik zowel onderdak als een opleiding te krijgen, maar ik werd afgekeurd en vond gelukkig een ander baantje.
Douwe en ik hadden allebei LTS Elektro gedaan, Douwe werkte bij de telefoondienst van de PTT. Hij had verkering met de op een na oudste zus uit ons Drentse gezin; ze hadden elkaar leren kennen tijdens Lammie's opleiding tot gezinsverzorgster in Leeuwarden.
Dat was een gezin van 10 kinderen, waar ik "tussengeschoven" was als achtste in leeftijd, door het huwelijk van hun vader met mijn moeder.
De oudste twee waren al getrouwd, een paar hadden verkering, een enkeling werkte "over ver".

De regel was, dat we (eigen of partner) eens in de twee weken een weekend thuis mochten komen, om en om, "anders werd het te vol en te druk". Daardoor duurde het vaak een tijd voordat je iedereen weer eens gezien had.
's Zomers ging ik meestal op fiets. Vergeleken met nu koste de bus een schijntje, maar met mijn jeugdsalaris met aftrek van kostgeld was een gulden al een flink bedrag.

Ik denk dat ik uit de gein Douwe heb uitgedaagd om een keer een weekend op fiets van Leeuwarden naar Emmen te gaan. En dan kan hij mij hebben gepareerd met de uitdaging om hem dan te komen ophalen.
Het resultaat was in elk geval, dat we samen naar het ouderlijk huis gefietst zijn, in een weekend dat we niet aan de beurt waren. Het narrige gezicht van mijn stiefvader naar aanleiding daarvan zie ik niet voor me, omdat ik het niet vaak anders te zien kreeg.

Vrijdag reden we ongeveer dezelfde route in omgekeerde richting, nu over een autoweg die er toen nog niet was. Douwe's kinderen vertelden dat hij zich die tocht nog goed had herinnerd. Ze verbaasden zich er over, omdat hij nooit zo'n fietser was!

Dat ik fragmenten van dat weekend nog goed voor me zie is niet een herinnering via foto's, zoals dat beschreven wordt door Draaisma, want daar zijn geen foto's van. Maar al blijven het fragmenten, het is wel een dierbare herinnering aan onze jonge jaren.
Douwe is 6 dagen voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog geboren; zijn vader was gemobiliseerd en mocht één dag naar huis om zijn vrouw en pasgeboren zoon te zien. Mijn vader was toen gemobiliseerd als bemanning van een zoeklicht bij de verdediging van Vliegveld Bergen (NH), het eerste doel dat door de Duitse Luftwaffe werd aangevallen.

Uiteraard is niet alles stil blijven staan. We hebben allebei een gezin gesticht. We hebben elkaar niet heel vaak gezien. Ik heb veel familiedagen overgeslagen omdat ik die niet aankon. Er zijn goede en slechte tijden geweest. Ik ben in 1997 gescheiden, Douwe heeft in 1999 zijn vrouw Lammie naar haar laatste rustplaats moeten brengen. Met Lammie had ik ooit een gesprek over mijn positie in dat gezin, dat voor mij de kern raakte.

Als herinnering aan onze jeugdjaren koos ik een groep die, in eerste bezetting, ontstond omstreeks de tijd van onze fietstocht, The Animals (nl), met zanger Eric Burdon (nl) met zijn karakteristieke, krachtige stemgeluid en podiumpresentatie als blikvanger.
De song When I Was Young kan min of meer autobiografisch genoemd worden. Burdon's vader was soldaat in die moeilijke tijd. De jonge Eric groeide op in armoedige omstandigheden, zo in en vlak na de oorlog. Daar hebben wij ook nog wel iets van meegekregen. Ik vond een videoclip die een indruk geeft van de tijd en omgeving waarin Eric opgroeide - hij is geboren later dan Douwe en eerder dan ik.

The Animals - When I Was Young:


In Douwe's afscheidsdienst werd een lied gespeeld dat me aansprak, van een artiest waaraan ik gewoonlijk niet denk: Marco Borsato.

Marco Borsato - Breng Me Naar Het Water:




Wie mee wil doen met (of luisteren/kijken/lezen bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, vindt de links bij Melody.
Afleveringen t/m ZOZ347 vind je bij Trees, en de afleveringen t/m ZOZ260 vind je bij de oorspronkelijke initiatiefneemster Marja.


25 oktober 2019

191024 - Van trappen en afstappen

Ik heb gisteren mijn ehpr-bike (exclusively human powered racing bike) weer eens even uit de schuur gehaald, want het was geen onaangenaam weer en het mocht wel weer eens even, luilak die ik ben. Even uitwaaien noemt men zo'n uitspatting soms. Was ook nodig.
Ik maak gebruik van twee manieren om mijn verrichtingen bij te houden.
  • Ten eerste mijn oude fietscomputertje, waarop ik tijdens het rijden gemakkelijk mijn snelheid en afgelegde afstand kan zien,
  • Ten tweede mijn smartphone, die als eerste functie heeft, dat ik naar huis kan bellen bij averij die ik niet zelf onderweg kan verhelpen, zodat Marijke mij kan ophalen met de auto. Die smartphone kan haar dan ook de weg wijzen, want ze kan mijn locatie volgen op haar eigen telefoon. Ook op die smartphone heb ik een "app" geïnstalleerd, Strava, die mijn route en prestaties noteert om achteraf te bekijken.
Door deze twee te vergelijken zie ik hoeveel tijd ik onderweg verlummeld heb, want de tijd op dat computertje loopt gewoon door als ik stilsta, terwijl Strava automatisch pauzeert. De meting van afgelegde kilometers komt goed overeen.


Gisteren legde ik 66 kilometer af in 4 uur, maar mijn "beweegtijd" was slechts 3 uur en 18 minuten.
Dat klopt wel, want om te eten stop ik, ik maak soms foto's, en gisteren nam ik ook de tijd om wat gedachten te noteren, ook op mijn telefoon dus. Wat is zo'n ding toch multifunctioneel!

Dijmwrang? Wijmdrang? Rijmdwang?

Ik doe een krachttoer op mijn fiets
om spoken te vervangen door wat niets
want ik verjoeg al menig hersenspinsel
met dit moderne oerbeginsel

Hoor ik nu een buizerdroep
temidden van mijn denkseltroep
Ik kijk omhoog, opzij
is hij daar nu zó dichtbij

of verwar ik door dat breingerommel
die vogel met een bij of hommel

De laatste tijd heb ik veel foto's gezien van luchten met van die schapenwolkjes gekleurd door de ondergaande zon. Ik zag ze nu terwijl de zon op het punt stond om er doorheeen te breken.


Onderweg kun je monumenten tegenkomen die herinneren aan slachtoffers van "de oorlog", waarvan we dezer dagen herdenken dat die 75 jaar geleden is beëindigd. Dit gebeurde op 3 april 1945: een man uit hetzelfde geboortejaar als mijn vader werd bij de Haandrik getroffen door een verdwaalde kogel. Een Engelse Spitfire vuurde één salvo af op een Duitse hospitaaltrein die stilstond op de brug over de Vecht.


Dat weggetje was ik één keer eerder ingeslagen, maar de route die ik nu koos bracht me op een andere manier naar hetzelfde punt waar ik Duitsland binnenreed. Dat zie je dan, behalve aan teksten, b.v. "REH", aan andere manieren om dingen te doen, terwijl er ook dingen hetzelfde zijn. Soms merk je niet eens in welk land je bent.


Grasmaaien, als veevoer, doen ze daar ook. Ik kan zo'n akker niet zien zonder te denken aan een regel uit een gedicht, dat ooit in onze toenmalige dichtersgroep werd besproken: "...en de geur van versgemaaid hooi…", waarop meteen commentaar kwam: "Als het versgemaaid is, is het geen hooi, en als het hooi is, is het niet versgemaaid..."


Voorzover ik er verstand van heb zal dit wel geen hooi worden, maar persvoer.
Verderop fietste ik een eind langs de Vechte, en trof daar de grootste paddestoelen aan die ik ooit gezien heb - ter vergelijking heb ik er een bidon naast gezet. Er schijnen momenteel her en der nog grotere te zijn! Dringen, behalve wolven, ook reuzenkabouters ons land binnen?


Emlichheim is voor mij een redelijk bekende plaats, het ligt vaak op mijn route als ik wat verder naar het zuiden ga. Nu kwam ik door een omleiding langs een andere straat dan anders. Het wegdek viel mij op: toch afgekeken van "onze" M.C. Escher?


Het laatste stuk, terug in Nederland, in Schoonebeek, was net zo iets als in Emlichheim: een omleiding. Maar in Duitsland staat ook de gewone bewegwijzering op gele borden, hier niet.

19 oktober 2019

191019 - ZOZ - Van stambomen en natuurvrij maken

Ik ben deze week weer eens bezig met het grasduinen in onze stambomen, om te proberen daar iets van "op papier" te krijgen. Nu vooral Marijke's stamboom.

Deze week zijn ook mensen, namens de woningbouwcorporatie, bij ons op het dak geweest om het "natuurvrij te maken". Ik zat die term wel even te herkauwen toen deze activiteiten werden aangekondigd.
De bedoeling is, dat de daken ontoegankelijk worden gemaakt voor b.v. huismussen, vleermuizen en gierzwaluwen. De dieren worden dan bij toekomstige werkzaamheden niet verstoord.
Er kwamen een paar mensen met een hoogwerker een paar dagen op ons pleintje rondcrossen, waarmee ze zich naar hun hoge werkplekken tilden. Dat ging niet altijd goed.

Er staat een boom voor ons huis, een berk, die een lange geschiedenis heeft. Toen het nog een dunne boom was, heeft 'ie flink op z'n donder gehad: hij heeft met z'n top op straat gehangen door ijzel. Hoe erg dat was, toont een terugblik door RTV Drenthe tijdens een ijzelbuitje in januari 2016: Weet u het nog, de ijzelramp van 1987?. "Onze" boom zag er toen ongeveer zó uit:


Toen het grote opruimen begon, kwamen mannen met kettingzagen het pleintje op. Die wilden de berk rücksichtlos aan stukken zagen, maar Marijke heeft zich er voor gegooid en geëist dat de boom, die zich alweer aan het oprichten was, een kans zou krijgen. Vandaar dat 'ie er nog staat, tot groot genoegen van veel vogels. Dat geeft ons, behalve vogelpoep op de auto en bladvegen in de herfst, een verhoging van het woongenot.

De berk versperde niet de toegang tot ons dak, maar liep toch schade op bij de werkzaamheden. Of dat nou kwam door onachtzaamheid of door gebrek aan stuurmanservaring met de hoogwerker, een flinke tak werd gekraakt, zodat het op den duur gevaarlijk zou worden. Stel je voor: weer ijzel?


Het riskante deel van de tak is inmiddels verwijderd. Nu terug naar de stambomen.
Tegenwoordig kun je online, gewoon met je PC'tje thuis, heel veel vinden over je voorouders en verwanten behalve, ruwweg, gegevens van mogelijk nog levende personen. De eerste stap omhoog in je stamboom zul je dus zelf paraat moeten zien te krijgen.
Wat zul je aantreffen? Koningen of ridders? Beroemdheden? Of gewone arbeiders, armoedzaaiers en bandieten?
Of "onechte kinderen"? Merkwaardige uitdrukking, want als een van je voorouders een "onecht" kind zou zijn, hoe kun je dan ontstaan zijn? Je bestaat toch ècht!
"Onechte" kinderen zijn blijkbaar volgens onze "Joods-Christelijke traditie" op onbehoorlijke wijze ontstaan. Een andere uitdrukking is: buitenechtelijke kinderen. Hm, toch wel gek, het hele Christendom is toch gebaseerd op het leven van een buitenechtelijk (dus onecht) kind, want Maria was niet getrouwd, zo is mij in mijn christelijke opvoeding bijgebracht. Tja, een oude leermeester zei ooit, dat een dwaas meer kan vragen dan vele wijzen kunnen beantwoorden. Tegenwoordig lijkt het omgekeerd: wijzen stellen vragen, en dwazen plempen de "sociale" media vol antwoorden...

Bij zo'n stamboomonderzoek kom je wel verrassingen tegen. Personen die onvindbaar zijn, totdat je bijvoorbeeld door zoeken via hun partner ontdekt dat een naam anders is geschreven. Een C die een K geworden is, een Lammigje (typisch Drents?) vind je in Gelderland terug als Lammechien, maar ook nog eens als Lammichien. Ik vond zelfs een dame met drie voornamen, waarvan op meerdere plaatsen de laatste twee namen verschillen in andere aktes, maar toch dezelfde persoon is, wat bevestigd wordt in de gescande huwelijksakte van een dochter.
Het kan komen doordat het sierlijke handschrift, of de hanepoten, van de ene ambtenaar verkeerd gelezen worden door de andere. Of een halfdove klerk vervangt een niet goed verstane naam door een naam die hij kent en er wel wat op lijkt - zo lijkt dat vaker te gaan met mondelinge overdracht van informatie.

Waarom dit lange verhaal over bomen / stambomen hier? Omdat ik daar mee bezig was, en dacht: is er muziek over familie en voorouders?
Het eerste dat daarbij in me opkwam was een song die al eerder geplaatst is: Shame And Scandal In The Family (nl). Oorspronkelijk was het een song, geschreven in 1943 door calypso-zanger Sir Lancelot voor de film "I Walked With A Zombie". Van die versie, toen nog getiteld "Fort Holland Calypso Song", werden diverse covers opgenomen.
Later werd de tekst herschreven en de titel gewijzigd (terwijl de melodie en het refrein gelijk bleven) door … Lord Melody, en daarvan kennen we vele versies. Ik kies deze vandaag, van een groep met de toepasselijke naam Madness (nl), en waar je de tekst kunt meelezen om het scandaleuze familieverhaal te kunnen volgen.

Madness - Shame And Scandal:


Ach laten we nog eens aan de (stam)boom schudden - deze vond ik bij toeval, de titelsong van het verzamel album Shaking the Tree: Sixteen Golden Greats van Peter Gabriel (nl). Hij schreef en zingt het nummer samen met de Senegalese musicus en politicus Youssou N'Dour (nl).
Vrouwen zijn belangrijk in deze song, en in stambomen wordt de mannelijke lijn vaak gevolgd, dus deze is hier wel op z'n plaats. En ik vind 'm mooi!

Peter Gabriel & Youssou N'Dour - Shaking The Tree:

Wie de tekst wil lezen, die staat op youtube onder de video.

Hoe verwarrend het zoeken in oude akten en familierelaties kan zijn, wordt duidelijk gemaakt in mijn laatste keuze van deze keer. Ik heb deze song in een andere versie al eens geplaatst in een muziekblog over het grootvaderschap, maar nu ik aan het stamboom-puzzelen ben vind ik deze versie helemaal gepast. Het is een anekdote die vaak, maar voor het eerst in 1822 is gepubliceerd. Het werd omschreven als een "opmerkelijke genealogische curiositeit", en daar kan ik wel mee instemmen. De titel van de song is: I Am My Own Grandpa.

Ik koos de versie uit The Muppet Show (nl), volgens de lijst met episodes zou die uitgezonden zijn (UK) op 30 januari 1977.

Ik vond een website met de tekst van deze song, en een verhelderend schema er naast, de genealogie-site van Paul Stoneburner. Lees de tekst mee en ga met de muis op de links in de tekst staan (klikken hoeft niet), dan zie je in het schema rechts over welke verbinding(en) het gaat. Mooi gedaan!

Muppet Show, Gogolala Jubilee Jugband - I'm My Own Grandpa:


O ja, voor wie het begrip "stamboom" ruim neemt, ik vond ook nog een website met een soort Stamboom van de muziek. Komt misschien nog wel eens van pas.



Wie mee wil doen met (of luisteren/kijken/lezen bij andere deelnemers) ZOZ: Zwijmelen op Zaterdag, vindt de links bij Melody.
Afleveringen t/m ZOZ347 vind je bij Trees, en de afleveringen t/m ZOZ260 vind je bij de oorspronkelijke initiatiefneemster Marja.